24 april 1288: De joden in de stad Troyes (FR) werden beschuldigd van rituele moord. Tijdens de Pesach had men een lijk geplaatst in het huis van Isaac Châtelain, een vooraanstaande joodse inwoner. Het onderzoek werd verricht door dominicaner en franciscaner monniken. 13 joden, merendeels leden van de familie Châtelain offerden zichzelf op hun geloofsgenoten voor onheil te behoeden. Op deze dag werden zij op de brandstapel ter dood gebracht. 24 april 1920: Pogrom in Chodorkov (Oekraïne) door eenheden van Petljoera. Binnen 12 uur werden 600 joden gedood en raakten 800 gewond. 24 april 1941: Uiteindelijk zouden in de Poolse stad Lublin 24000 joden in een getto worden ondergebracht. Nog eens 10000 joden werden in kleinere getto in de omgeving geplaatst. 24 april 1942: 600 joden van Kosow (Oekraine) die geen werkvergunning hadden, werden ondergebracht in het getto van Kolomyja. Honderden joden in Kuty die te oud of te ziek waren. Onderweg naar Kolomya stierven velen. Alle joden, op 20 na, van Zablotow werden eveneens in het getto van deze stad ondergebracht. 650 joden ter transport gesteld van Neurenberg naar Belzec. 24 april 1943: 4000 joden vonden tijden een “Aktion” in Izbica (PL) de dood. 3500 bewoners van Jaworow (PL) werden slachtoffer van een “Aktion”. Of zij werden ter plaatse gedood of zij werden overgebracht naar het Janowska-kamp. |