19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
De Sjabbat en de Misjkan [Tabernakel]
Publicatiedatum: woensdag 06 maart 2013 Auteur: Dayan mr. drs. R. Evers | 1.265 keer gelezen
Opperrabbijn R. Evers, De Misjkan en de Bejt Hamiqdasj , Sjabbat »

Waarom werden de vele details van Sjabbat pas na de vergeving van de zonde van het gouden kalf gegeven? Reeds eerder in de Tora – in Mara – had het volk al de opdracht om Sjabbat te houden gehoord! Na Jom Kippoer kon iedereen weer opgelucht adem halen. Hun zonde was vergeven! Iedereen was besimcha – in vreugde. Na de volledige tesjoeva konden ze met totale overgave alle moeilijke details van Sjabbat aanvaarden.

“Dit zijn de zaken, die G’d geboden heeft om te doen” (Ex. 35:1). Sjabbat is geen dag van pure rust. Het is bedoeld om kedoesja (heiligheid) te genereren. Door zich alleen met hogere zaken bezig te houden, creëert men een nieuwe ziel. Dat is de diepere betekenis van `om te doen’.
“Mosje verzamelde de hele gemeente van de Bnee Jisra’eel” (35:1). Rasjie zegt dat deze bijeenkomst, om te vertellen over de Sjabbat en over de gaven aan het Misjkan, op 11 Tisjri plaatsvond, de dag na Jom Kippoer 2448. Elders zegt Rasjie (18:13) dat Mosje, de dag na Jom Kippoer, het volk berechtte. Waarom was een berechting nodig voordat het Misjkan gebouwd zou worden?

De Kli Jakar stelt dat Mosje bang was dat men dingen zou bijdragen aan het Misjkan die niet hun eigendom waren. Het zou een misvatting zijn om het Misjkan te bouwen van gestolen zaken of zaken die niet duidelijk aan de donateur toebehoren. Door de rechtspraak van Mosje zou iedereen exact weten van wie welke spullen waren. Pas dan zou de contributie aan het Misjkan goed en passend zijn. Deze hakheel (bijeenkomst) was verder erg belangrijk voor de onderlinge vrede. Bij de bouw van het Misjkan werden ze allemaal verenigd in één nationaal project en doel.
Alle legeringen vonden plaats temidden van ruzie en machloket. Op Jom Kippoer werden zij echter vredig met elkaar verenigd. Daarom was het de dag daarna eenvoudig om ze eensgezind bij elkaar te brengen. De vrede van gister speelde nog in hun achterhoofd. De onderlinge verdeeldheid werd, met het oog op de band tussen mens en G’d, op Jom Kippoer opgeheven. Het enige wat nog resteerde waren de intermenselijke meningsverschillen. Die werden door Mosje opgelost door de precieze lijnen tussen ‘mijn en dijn’ vast te leggen.

“Op de zevende dag zal het voor jullie heilig zijn” (35:2) Rabbenoe Jona Gerundi geeft een andere reden voor de verplichting om op Sjabbat een derde maaltijd te houden. Wanneer men weet, dat er aan het einde van de dag nog een derde maaltijd volgt, eet men niet veel bij de tweede maaltijd. Zo zal men zich realiseren dat Sjabbat niet bedoeld is om zich vol te eten maar juist gericht moet zijn op zo veel mogelijk spiritualiteit. Behalve dat dit veel gezonder is toont matig eten ook, dat men beseft dat de mens niet leeft bij brood alleen.

“Iedereen, die daarop werk doet” (35:2). In deze parsja – na de zonde van het gouden kalf – waarschuwt de Tora eerst de Sjabbat in acht te nemen en pas daarna volgt de bouwopdracht voor het Misjkan. In de sidra van de afgelopen week – Ki Tisa - stond er eerst de bouwopdracht Pas daarna werd de Sjabbat verordonneerd. Het verschil ligt in de spirituele daling na het gouden kalf. Daarom had men eerst de heiligheid van de Sjabbat nodig, die de aanzet zou vormen voor de hasjra’at Sjechina – het rusten van G’ds Majesteit temidden van het volk.

“Zes dagen zal er arbeid verricht worden en op de zevende dag zult u iets heiligs hebben, de hoogste Sjabbat, ter ere van Hasjeem… U zult in al uw woningen geen vuur ontsteken op de Sjabbat” (35:2-3). Er zijn ook halachische redenen waarom hier het vuurontstekingsverbod apart behandeld wordt. Volgens Rasjie zeggen sommigen van onze Geleerden dat het onsteken van vuur uit het algemene werkverbod naar voren wordt gehaald en apart vermeld wordt, om daarmee aan te geven dat het vuurontstekingsverbod minder zwaar is dan de andere werkverboden op Sjabbat.

Maar andere Geleerden zeggen dat het vuurontstekingsverbod niet minder zwaar is dan alle andere werkverboden. Het wordt hier apart vermeld om aan te geven dat men niet alleen Sjabbat overtreedt bij het verrichten van alle 39 werkzaamheden samen, maar dat men zelfs door het doen van één van de werkzaamheden al Sjabbat overtreedt. Eén van die werkzaamheden is bijvoorbeeld het ontsteken van vuur. Dit is de halachische reden waarom hier het voorbeeld van het onsteken van vuur apart wordt vermeld.

Volgens een derde mening wordt het vuur ontsteken hier apart vermeld om duidelijk te maken dat alleen in onze woningen of woonplaatsen geen vuur mag worden aangestoken. In de Tempel mocht er echter wel vuur worden aangestoken. Ook op Sjabbat werden offers gebracht en verbrand.

Maar er zijn ook andere, diepere redenen. Vuur staat nog al eens symbool voor een heftig meningsverschil. De Tora zegt dan: “Je moet op Sjabbat rust houden en geen werk verrichten maar zorg ervoor dat jullie, door de vrije tijd, niet tot machloket vervallen”. Door de week is men druk bezig met zijn werk en heeft men weinig tijd voor ruzie. Op Sjabbat wordt er niet gewerkt en is er juist meer aanleiding om te vrezen voor machloket. Daarom moest ook het hele volk eensgezind bij elkaar gebracht worden om duidelijk te maken dat G’d niet wil dat op Zijn heilige dag vuur ontstoken wordt, d.w.z. men machloket zou maken omdat men meer vrije tijd heeft. Het is de bedoeling om die vrije tijd te gebruiken om Tora te leren.

“Dit zijn de zaken die G’d heeft opgedragen om ze te doen: zes dagen zal er werk gedaan worden” (35:1-2). Waarom staat hier: ‘werk zal gedaan worden’ passief? Het werk dat hier bedoeld wordt, is het brengen van bijdragen voor de bouw van het Misjkan. Ook dit wordt werk genoemd, zoals er staat geschreven: “Man noch vrouw moeten verder nog werk doen en toen stopte het volk met het brengen van bijdragen” (B.T. Sjabbat 96b). ‘Zal gedaan worden’ slaat op het overbrengen van geschenken van privé-terrein naar openbaar terrein, van de eigen tent naar de centrale verzamelplaats. De passieve vorm staat in verband met het feit dat de vrijwillige bijdrage niet bevolen kon worden. Het moest allemaal vanzelf gebeuren. Daarom staat deze passieve vorm.

©Dayan mr. drs. R. Evers 2013

Copyright © 2013 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.