18 Adar 5784 | 28 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Meragliem van toen
Publicatiedatum: maandag 02 juli 2007 Auteur: Professor Rav Efrayim Sprecher, vertaald en vast gelegd door Devorah | 4.088 keer gelezen
Rabbi Sprecher, Zionisme, Meragliem (verspieders) »

Dat de meragliem op pad gingen om het Land te verkennen was op initiatief van het volk dat door Mosje werd goed gekeurd (Dwariem/Deut. 1:21-23 en Bamidbar/Num. 13:2). In plaats van slechts een objectieve verslaggeving, ventileerden zij een subjectieve mening en uitte - net als Mirjam omtrent de scheiding van Mosje - dat publiekelijk. Zijn gingen niet verslag brengen aan het volk om vervolgens hun kritiek op het Land binnen de kamers bij Mosje te houden. Dit was een volkomen menselijk handelen omdat zij immers door het volk opuit waren gestuurd. Maar het spreken van lasjon hara over G'ds geweldige Land is een serieuze zonde die zij nota bene onderstreepten door in plaats van de birkoeliem buitensporig grote fruit mee te nemen. Hiermee werd G'd en Zijn Land voor schut gezet!

Ondertussen waren de intenties niet verkeerd bedoeld. Echter de weg van de hel is geplaveid met goede intenties en daarom kwamen de meragliem er niet mee weg. Zij stelden zich namelijk vromer dan G'd op en dat is zonde. Wat waren die intenties?

De intenties waren dat zij verzorgd wilden blijven worden: hun natje en hun droogje en ondertussen lernen zodat zij hun status konden vasthouden. Zij vertrouwden G'd niet voldoende dat als Hij iets goeds geeft en als Hij dit weer terugneemt, dat je er iets beters voor in de plaats ontvangt.

Wat kreeg het volk voor iets beters in de plaats?

  • Voor de manna kreeg het volk de mitswe van de challah (sjabbatbrood). Je staat nu zelf een deel van de challah aan de Eeuwige af
  • Voor het wijn over het altaar kreeg het volk de mitswe van de kiddoesj (de heiliging van de sjabbat die op vrijdagavond en zaterdagochtend voor de hoofdmaaltijden van de sjabbat wordt uitgesproken over een glas wijn, druivensap of over speciaal voor sjabbat gebakken brood, challah. Dit laatste kan alleen op vrijdagavond). Nu doe je zelf de zegenspreuk.
  • Voor de wolk kreeg het volk de mitswe van de talliet/tallis (gebedskleed). Nu wordt je als het ware individueel door G'ds geknuffeld wanneer jij je tallis omdoet.

G'd deed in de tijd van de woestijn alles voor het volk en nu zij op hun eigen benen moesten staan een alles zelf moesten kaan doen is dat veel kostbaarder dan als G'd het voor hen deed.

Daarnaast moet alles wat fout is gedaan middels een tikkoen (herstel) hersteld worden. Voor bijvoorbeeld lasjon hara moet men goedspreken. Zoals het voor de gouden kalf een gouden misjkan (tabernakel) voor in de plaats kwam. Voor het bizarre fruit biedt men bechoereej aan - eerstelingen van het goede fruit. De tien roddelende meragliem wordt opgeheven door een minjan (Het aantal van tien volwassen mannen, dat vereist is voor het gemeenschappelijk gebed). Vandaar dat vrouwen bij een minjan niet meegerekend werden. Zoals zij weigerden mee te doen met de ‘eigel hazahav (gouden kalf) en waren gul met het geven van goud voor de misjkan. Dit is dus allemaal tikkoen: voorwerpen die je voor je zonde hebt gebruikt, moet je voor tikkoen gebruiken.

De meragiem hadden dus hun terugkoppeling moeten beperken tot een eenvoudige rapportage en hun mening tussen de vier muren met Mosje moeten houden.

We gaven al aan dat Calev en Hosjoe'a niet meededen. Zij verdedigden G'ds heerlijke goede Land. Als reactie brak tussen het volk een nationale hysterie tov Calev en Hosjoe'a uit. Calev heeft zelfs naar aanleiding van de samenzwering gedawned bij de aartsvaderen in de ma'arat hamachpelah (Rasji op Sotah 34b), de poort waar zielen tot Gan Eden treden (Zohar Chadasj, Ruth 79; Zohar Lech lecha #1) en waar alle gebeden en lofprijzingen doorheen gaan. Vandaar dat het volstrekt toegestaan is bij het graf van de tsaddiek te dawnen.
Hosjoe'a werd door Mosje gezegend. Waarom Hosjoe'a wel en Calev niet?

In Parasja Beha'alosja leerden wij in Bamidbar/Num. 11:11 dat Mosje met het volk gehad had. Mosje kon het niet meer aan. Daarom staat in vers 16 - antwoord van Hasjem op Mosjes weeklaag - at eseh lie. Het onderwerp is vrouwelijk, maar het werkwoord staat weer in de mannelijke vorm: ‘eseh ipv ‘esah. Of anders gezegd: het onderwerp had in plaats van at attah moeten zijn. Attah ‘eseh lie. Daarnaast is Mosje toch echt een man!

Mosjes wanhoop had zijn gezondheid aangetast en voelde zich fysiek verzwakt als een vrouw! We leerden dat de meragliem kwaad spraken over het Land. Naast dat G'd niet wilt dat men kwaad spreekt over het Land, mag men ook niet kwaad spreken over het volk. In vers 15 zegt Mosje: ‘bera'atie (mijn kwaad) in plaats van ‘bera'ahem', hún kwaad. G'd wilde niet dat Mosje dit in de Tora opschreef en daardoor het volk in een kwaad daglicht stelde.

In vers 26-27 lezen wij over de profeten Eldad en Medad die door G'ds Roeach konden profeteren. Hosjoe'a ben Noen werd boos en beklaagde dit bij Mosje en zei: ‘adonie Mosje, kela'em! Mijn heer Mosje, belet hen!' Mosje zei hem hen te laten begaan, want hun profetie in vers 26-27 staat in het verband met Mosje beklaag over het volk in vers 11.

Rasji legt uit dat de profeten Eldad en Medad het volgende zeiden: ‘Mosje meh, Jehosjoe'a machnies et Jisrael la'arets!' Mosje zal doorgaan en Hosjoe'a zal Jisrael het Land in brengen (Rasji op Sifre). Hosjoe'a was vanuit zijn anajw - nederigheid - geshockeerd. Het is voor de tamied van een rabbie disrespectvol om op lasjon hara in te gaan of... hij dacht dat zij valse profeten waren die in een illusie zaten. Maar Mosje zei: ‘Hameqaane attah lie? Moet jij voor mij opnemen? Was het hele volk maar profeten van Hasjem!'

De profetie van Eldad en Medad had dus betrekking op vers 15: Ontsla mij, Hasjem, als een voedster (achie) die de kinderen van Israel aan haar boezem houdt en voedt (vers 12). De oplettende lezer ziet dat de namen Eldad en Medad dezelfde stam bevatten: dad; borst. De twee mannen staan met hun naam representatief voor ieder een borst waar Mosje over sprak. De profeten zeiden: daarom zal jij Mosje de kinderen van Israël niet meer verzorgen en je zal hier in de woestijn doodgaan zonder het Land te betreden.' Negenendertig jaar later begreep men deze profetie volledig. Mosje sloeg toen boos op de steen - in plaats dat hij tegen de steen sprak -  om het volk van water te voorzien. De straf hier was niet - zoals bijna iedereen denkt -  dat Mosje het volk niet het Land in mocht leiden, want Eldad en Medad hadden negenendertig jaar ervoor al aangegeven dat op Mosjes eigen verzoek niet meer het voor het volk als een voedvrouw zou zorgen. De straf om het slaan op de steen was: Mosjes dode lichaam mocht het Land niet meer in! Joseefs lichaam ging mee, maar Mosjes dode lichaam zal het Land niet in mogen gaan en daarom begroef G'd hem Zelf op een geheime plaats.

Hosjoe'a werd door zijn briljante optreden over het goede Land door Mosje gezegend. Juist van álle meragliem had Mosje gedacht dat juist Hosjoe'a de boel - naar aanleiding van de profetie van Eldad en Medad - zou torpederen en saboteren. Hosjoe'a was namelijk zo anajw dat hij zich niet kon voorstellen dat hij degene zou zijn die het volk naar binnen zou leiden. Dus een logisch gevolg zou x zijn dat Hosje'a zou denken: ‘Hoe langer wij in de woestijn verblijven, hoe langer mijn rebbie Mosje zou blijven leven'. Want het binnengaan van het Land staat volgens de profetie in verband met Mosje's dood: Mosje meh, Jehosjoe'a machnies et Jisrael Laaerets.' Nee, Hosjoe'a verdedigde het Land ondanks zijn eigen gevoel en Mosje zegende hem daarom en veranderde zijn naam van Hosjoe'a - G'd zal (wellicht) helpen - in Jehosjoe'a - G'd zal (voor zeker) helpen door een Jod aan zijn naam toe te voegen.

In Bamidbar 13:2 staat: ‘...iesj echad iesj lemateh ‘avotajw'...' een man een man voor de stam van zijn voorvaderen...' Een man + een man =  2 mannen. Er zijn 12 stammen. 12x2=24. Het was dus een delegatie van 24 meragliem gingen dus op weg. De bombarie was al de eerste aanzet op de negatieve publiciteit over het Heilige Land. Alles wat met veel ophef gebeurt trekt Ajin Ra aan. Zoals de eerste set tafels door G'd met veel natuurgeweld door Hem Zelf vervaardigd had overleefden het door de ‘eigel hazahav niet. Het tweede paar - dat besjeqet (stilletjes)  door Mosje gemaakt werd, overleefde het wel. Vandaar dat Jehosjoe'a twee meragliem in chedesj (geheim) het Land in stuurde en dát werd wel een succes.

Dus toen de meragliem openlijk met veel bravoure het Land betraden om het te bespieden trok dat de Ajin Ra aan en de negatieve rapportage over het Land was het gevolg.

Pagina index:
Copyright © 2007 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.