15 Niesan 5784 | 23 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
De zielenleer van niet-Joden en de Joden
Publicatiedatum: zondag 27 december 2009 Auteur: Redactie | 6.556 keer gelezen
Kabbalah, Gioer, Redactie, Ziel, gilgoel [reïncarnatie] en geweten, Assimilatie »

Zielen in het algemeen
Volgens de kabbalistische traditie is de ziel in het Hof van Eden door het bijkomen van de vier winden: Noord, Zuid, Oost en West gevormd. Het gebeurde op hetzelfde moment toen G'd ‘beneden' de eerste mens geschapen had uit de vier elementen: vuur, lucht, water en aarde. Na deze twee handelingen, toen het voltooid was, is de mens met ziel ontstaan.

Er bestaan twee zielen:

De eerste ziel wordt de Nefesj Habehamit (de dierlijke ziel) genoemd die het lichaam bezielt. In essentie is het de ziel van het vlees, met het doel de verlangen en behoeften van het lichaam vervullen. Iedereen (Joden en niet-Joden) heeft deze ziel. Alleen de nefesj van de Jood en de nefesj van de niet-Jood verschillen sterk van elkaar. De Nefesj Habehamit onderscheidt Joden van niet-Joden zowel in essentie als bron waaruit de nefesj zijn energie put. De nefesj hoeft niet intrinsiek kwaad (resjoet) te zijn, want dit is de manier waarop G'd ons nu eenmaal gemaakt heeft. Zonder de nefesj zouden we geen behoefte kennen om ons lichaam te ondersteunen of om zelfs kinderen te krijgen. Deze ziel is dus goed in staat goed te doen;  jetzer hatov. Daarom kent deze ziel - de nefesj - een wedijvering tussen goed en kwaad.

De tweede ziel heet de Nefesj Elokit (de G'ddelijke ziel) dat werkelijk een vonk van het G'ddelijke is. Ijov (Job) noemt dit het "een deel van Boven". De Nefesj Elokit ziel streeft ook naar het vervullen van verlangen en behoeften, maar in tegenstelling tot de Nefesj Habehamit, zijn al deze verlangen op G'd en het spirituele gericht. Alleen de Joden hebben deze ziel. Echter hierin onderscheiden Joden zich niet van de niet-Joden, omdat de niet-Joden deze nesjomme niet bezitten. Als iemand iets niet is of heeft kan deze niet vergeleken worden met iemand die het wel is of wel bezit.

Deze ziel is naast de nefesj habehamit geplaatst. Dit is het evenbeeld van G'd. Deze is verbonden aan de 613 mitswot die G'ds handvat zijn om de jetzer hara te weerstaan, want ieder gebod corrigeert een bepaald deel of eigenschap van de Jood. Waarom 613? Omdat het verlangen naar genot ten aan zien G'd die Hij in de Jood geschapen heeft, uit 613 delen laat bestaan. Vandaar dat Hij zei: ‘Ik schiep het kwaad en de Tora ter correctie daarvan". BT Kiddoesjien 30b. Zonder dat we hier elle lange verklaringen geven, kunnen we melden dat het houden van de 613 mitswot enkel en alleen aan de Joden zijn voorgeschreven. De ego, die omsloten ligt in de nefesj habehamit, wilt de mens gevangen houden in zijn natuur. Middels de 613 mitswot wordt de mens geholpen alle krachten te verzamelen en het egoïsme in zichzelf te verlaten en zich richten tot ‘emet, Waarheid, waarmee G'd Zijn Tora - die de 613 mitswot omvat - ondertekend heeft (Sjabbat 55a). De 613 wetten worden een deel van het spirituele lichaam en het opvangskanaal van de ziel en van elk van de 613 verlangens ontvangt hij het licht van genot. Het doel van de nesjomme is de nefesj te helpen uitsluitend met de goede intentie goed te doen.

De ziel is een abstracte kracht die niet ontleend of gecategoriseerd worden. De ziel is onafscheidelijk met de persoon verbonden, maar kan niet begrepen worden noch gekend worden. De ziel is ongrijpbaar, want "het is een deel van G'd hierboven". De attributen van de ziel het intellect en de emoties. Deze veranderen voortdurend. Niemand kan de essentie van de ziel begrijpen, maar wel zijn bestaan. Dat is het erkennen van het bestaan van de ziel.

De ziel onthult zich dus op verschillende wijzen. Iedere wijze verschilt in essentie met de ander. Intellect, gevoelens en spraak (of te wel: gedachte, spraak en actie) zijn allerlei manifestaties van de ziel, maar de essenties van de manifestaties verschillen in essentie. De manifestaties van de ziel worden zoals eerder gezegd kledingstukken van de ziel genoemd. De kledingstukken vormen een medium voor de ziel. De ziel maakt gebruik van de kledingstuk om de mitswes uit te kunnen voeren. Want zonder deze kleding kan de ziel niets uitvoeren.

De kleding van de ziel onderscheidt de ene ziel met de andere. Dit onderscheid, de expressie van de ziel, hangt van de ouders af, terwijl de oorsprong van de ziel een deel van G'd is (vandaar dat het eren van je ouders inherent is aan het eren van Hasjem, omdat er drie partijen aan de verwekking van het kind betrokken zijn: vader, moeder en Hasjem). Ouders hebben geen invloed wat voor ziel het kind ontvangt. Maar wel hoe het zich manifesteert. De expressie, manifestatie, van de ziel hangt dus van de ouders af: hoe zij zelf zijn, hoe jij bij hen opgroeit en hoe je onderwezen worden. Het kind ontvangt hun talenten. Daarom is de kleding die de ouders de ziel bezorgen van extreem belang. Ondertussen moeten wij begrijpen dat de persoonlijkheid niet de ziel is. De ziel is in staat de persoonlijkheid te overrulen of zelfs te veranderen!

Dit is het basisconcept - zij het heel summier - van jichoes, wat afstammeling betekent. Het heeft betrekking op voorgeslacht en afstammeling. De ziel is niet te erven, maar wel de kledingstuk.

De slechte neiging, de jetzer hara', is de groep van de emotionele kenmerken dat komt van de natuurlijke dierlijke ziel oftewel: de eerste ziel die zowel Joden als niet-Joden bezitten. Deze slechte neiging wordt met name middels de nefesj (de ‘dierlijke' ziel) geuit. De bron van de nefesj zijn kelipah en sitra achra.
Sitra achra betekent: andere kant. Het geeft de contrast tussen heilig en onheilig aan.
Kelipah geeft de relatie tussen heilig en onheilig aan. Zoals een schil (onheilig) de vrucht (heilig) bedekt.

Zowel Sitra achra als Kelipah zijn de termen voor de negatieve elementen in de schepping: het kwaad.

De bron van de nefesj is dus de vier kwade elementen, beschreven in Jechzeq'el 1:4:

  1. wervelwind,
  2. grote wolk,
  3. vuur en
  4. lichtglans er om heen

Er zijn - zoals eerder gezegd - twee soorten nefasjot:

  1. De nefesj (Nefesj Habehamit) van de niet-Jood en
  2. De nefesj (Nefesj Elokiet) van de Jood

De eerste 3 elementen (wervelwind, grote wolk en vuur) van het kwaad omvatten de niet-Joodse nefesj. Deze drie elementen worden de Sjalosj kelipat hatmajot genoemd. Dit betekent "de drie onzuivere kelipot (meervoud van Kelipah)". De Kabbalah leert ons dat de niet-Joodse ziel middels deze sjalosj kelipat hatmajot, waarvan de vier winden van Noord, Zuid, Oost en West een onderdeel van zijn, ontstaan is.

De bron van deze Sjalosj kelipot hatmajot is:

  • Vuur: staat voor woede en trots.
  • Water: staat voor de drang naar genot.
  • Lucht: staat voor onbeduidendheid, brassen en onzinnige praatjes. Ze hebben, net als lucht, geen inhoud.
  • Aarde: staat voor luiheid en melancholie (depressiviteit, lusteloosheid)

Vanuit de Sjalosj kelipat hatmajot vloeien zowel alle niet kosjer zielen van alle schepselen voort. 

De nefesj van de Jood komt van de Kelipat Nogah. Dit is de kelipah dat verlicht kan worden (helderheid). Deze kelipah kan worden ondersteund en worden gezuiverd. In de visioen van Jechezk'el wordt deze kelipat nogah als "lichtglans daaromheen" beschreven. Vanuit de Kelipat nogah stroomt de tegenovergestelde van de Sjalosj kelipat hatmajot uit: de Joodse zielen.

Bron van de Kelipat Nogah is: de Boom van de kennis van Goed en Kwaad dat de matrix en symbool van de vermenging van donker en licht, goed en slecht is. 

De goede neiging, de jetser harov, is de groep van de emotionele kenmerken dat komt vanuit de nesjamah (nesjomme; Nefesj Elokiet), de G'ddelijke kenmerk, is de tweede ziel die alleen en álle Joden bezitten.

Een niet-Jood bestaat nogmaals uit één ziel.
Een Jood bestaat uit twee zielen.

1   |   2      »      
Pagina index:
Copyright © 2009 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.