Archeologen menen dat zij hiermee de overblijfselen van de Misjkan [Tabernakel] hebben gevonden "op de plek van het oude Shilo." De Misjkan ging de twee Bejt Hamiqdasjiem [Tempels] voor. De vondst is gedateerd op de periode tussen de verovering van het Land Israël door Josjoe'a en de opkomst van de macht van Dawied Hamelech [Koning David].

De gaten zijn uitgehouwen in de rots op de beoogde plek. Archeologen leggen uit dat de gaten zijn gebruikt om de balken overeind te kunnen houden zoals de tijdelijke constructie van de Misjkan vereiste. De balken maakten deel uit van de wanden van de Misjkan en zij moesten op een bepaalde manier aan de grond bevestigd worden.

Naast de gehouden gaten, in het noordelijke gedeelte van Tel Shilo, hebben zij ook structuren ontdekt van de periode tussen Josjoe'a en Dawied Hamalech. In de structuren werden aardewerken en drie grote kachels gevonden. Deze voorwerpen zouden volgens de onderzoekers niet bedoeld zijn geweest voor huishoudelijk gebruik, waardoor het waarschijnlijker maakt dat de structuren deel uit maakten van een centrale openbare voorziening.

Tot slot zijn er resten gevonden dat op de zuidwestelijke hoek van de stadsmuur van Shilo lijkt.

Op basis van deze bevindingen kunnen onderzoekers ook inschatten waar de toegangspoort van de stad wellicht geweest zou kunnen zijn. Dat heeft als gevolg dat men de precieze locatie van de Misjkan kunnen vinden, daar het heiligdom nabij gelegen de toegangspoort stond.

In het verleden zijn botten gevonden van geofferde dieren die door de Bnej Jistael werden gegeten wanneer zij naar Shilo kwamen. De datering van deze botten kwamen ook overeen met de data van de activiteiten van de Misjan in Shilo.

De plek van het oude Shilo ligt in Samaria, het omstreden door Israël vermeend 'bezet gebied'.