De duur van de plagen Volgens de Midrasj heeft iedere plaag zeven dagen geduurd. Dit wordt geconcludeerd nav 7:25 waarin staat ...sjiv'at jamiem... zeven dagen... Het bloed werd na zeven dagen weer water en de resterende drie weken van de maand was voor het waarschuwen van par'o. Een snelle rekensom vertelt dat de 10 plagen dus samen 10 maanden hebben geduurd. Daas Zekeinim leert ons dat Mosje par'o drie weken waarschuwde, waarna een plaag vervolgens 7 dagen aanhield en vanzelf weer verdween. Aan het begin van de volgende maand, waarschuwde Mosje par'o weer voor drie weken betreffende de volgende plaag. De duisternis lijkt net als de plaag van de kikkers een uitzondering. Rasjbam leert dat de plaag van de duisternis drie dagen duurde. Rasji is van mening dat er twee stadia duisternissen waren. Ieder duurde 3 dagen. De zevende dag van de duisternis is bewaard bij het splijten van de Rietzee. |