600.000 zielen
Nu het volk door Serach wist dat Mosje de lang verwachtte verlosser uit de slavernij zou zijn, telde de uittocht 600.000 zielen. Mannen wel te verstaan. De Ari Z”L leert dat Ja'aqov met zeventig zielen naar Mitsrajiem vertrok en dat Bnej Jisrael met 600.000 zielen door Hasjem uit Mitsrajiem gehaald werden. Hoe zit dit met de zielen van de vrouwen en kinderen? Immers de mannen werden alleen geteld. Een antwoord kan als volgt zijn. Wanneer mannen en vrouwen met elkaar getrouwd zijn, vormen zij één ziel. Daarnaast werden die 600.000 opgesplitst in verschillende delen (een ziel bestaat zoals eerder geleerd uit 5 delen en iedere deel hebt al die 5 delen als subdeel en dat kan weer verder opgedeeld worden). Tot slot omsluiten sommige zielen andere zielen.
Deze 600.000 mensen met hun gezinnen telden 3.000.000 hoofden. Wat een groot wonder dat zoveel mensen Mosje uit Mitsrajiem volgden. En dan wetende dat dit verre weg de minderheid van het volk was. De rest van de afstammelingen van Ja'aqov bleven in Mitsrajiem achter of vele hadden de plagen niet overleefd door hun eigen levenswandel.
Ondanks zij in de minderheid waren, bleef het een groot aantal mensen. 3.000.000 mensen volgden Hasjem - zonder eten en een schrikwekkende omgeving - de woestijn in en dit herinnerd Hasjem Zich en zei tegen Jermijahoe 2:2 de woorden: zachartie lecha chesed ne'oerajich 'ahavat keloeltajich lechtech 'acharaj bamidbar be'erets lo' zeroe'ah...Ik herinner me voor jouw genegenheid Jouw jeugd, de liefde van jouw ondertrouw, hoe jij Mij in de woestijn, in een land waar niet is ingezaaid.
Avraham kocht land in Chevron en het gebied dat Avraham had aangekocht was acht koer, ook wel 600.000 vierkante ellen/amot. Een vierkante el is ongeveer het gebied dat bezet wordt door een rechtopstaand persoon.
De hoofden van huishoudens die Mitsrajiem verlieten en bij Har Sinaj aankwamen telden met 600.000. Daarbij bestaat de Tora uit 600.000 letters en spaties, waardoor iedere Jood iets uit de Tora bezit.
Dit geldt ook voor het land dat Avraham heeft aangekocht. Ieder Joodse ziel bezit hier iets van.
Ook al kon Avraham drie keer kiezen tussen het 'gratis' krijgen van de grot en het veld óf voor deze een enorm kapitaal neerleggen. Nu hij besloten had dit aan te kopen, kan er geen onduidelijkheid bestaan over de legitimiteit van het bezit van het Joodse volk met betrekking tot Maarat Hamachpela. |