15 Niesan 5784 | 23 april 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Misjpatiem / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Sjemot/ Exodus 21:1-24:18 | door: Devorah
Betrokken voelen en betrokken zijn bij de hulpeloze en de verlatene
Vs. 22:20-23 roept ons op niet aan onze neigingen om "zogenaamd" sterk te willen zijn, toe te geven. Mensen die zichzelf als sterk, krachtig beschouwen, maken misbruik van de zwakkeren onder ons. De zwakkere dient zich daarentegen sensitiever op de beledigingen te reageren.
Ondanks het door de Tora verboden wordt wie dan ook te mishandelen, maakt de Tora onderscheid tussen "jan alleman" en de geriem (niet-Joden die Joods zijn geworden), weduwen en wezen. De Tora leert ons dat zij het meest kwetsbare mensen van de maatschappij zijn. ...weger... en de vreemdeling... Onze geleerden wijzen ons erop dat de Tora met de "vreemdeling" niet - anno 2009 - de Palestijnen in Israel an sich bedoelt, maar op de eerste plaats de geriem, tot het Jodendom bekeerlingen. Daarnaast is de ger ook je naaste Jood die nieuw in een gemeenschap, school, etc. is, waarin hij zich nog niet senang in zijn nieuwe omgeving voelt.
Rasji leert dat wanneer een geboren Jood een ger over zijn gojsje oorsprong treitert, dat deze geboren Jood de woorden ook jij was een vreemdeling (dus "ger") in het land Egypte flink in zijn oren dient te knopen. Or Hachaim legt een diepere betekenis van deze vers uit. Hij zegt dat Joden mogen weliswaar op de bekeerde Joden neerkijken omdat zij de genetische achtergrond van Avraham, Jitschak en Ja'aqov missen, maar als antwoord in deze waarschuwt de Tora ons dat wij ons eens in de geestelijke mest van de Egyptische verontreiniging waarden en wij zijn daarom niet beter dan hoe de bekeerling vóór zijn gioer [toetreding Jodendom] was.
...'im-'aneh te'aneh 'otto...wagen jullie hem pijn te doen! Rasji legt uit dat Hasjem niet vertelt wát hij de schuldige zou doen. De Tora waarschuwt hier ferm je niet schuldig te maken tegen akelige bejegening van weduwen en wezen zodat zij lijden. De wees verwacht vergelding van zijn Vader en de weduwe verwacht vergeling van haar Rechter.
De vers staat in meervoud, omdat de gehele gemeenschap gestraft zal worden wanneer een onder hen een weduwe of wees pijn doet (Ibn Ezra), want de gemeenschap heeft dit toegelaten. Door als gemeenschap niet voor de weduwe en de wees op te nemen, ook al hebben ze persoonlijk de weduwe en de wees niet getreiterd, dan geeft hun passieve houding aan dat het hun niets interesseerden.
...'im-tsa'oq... als hij zou uitschreeuwen... Hasjem zal maatregelen treffen, of het slachtoffer hier om zal uitschreeuwen of niet. Echter als hij wél uitschreeuwt omdat de pijn wat hem is aangedaan zo heftig is, dan zal Hasjem sneller in actie overgaan (Maharam).

pagina 7 / 10 [1]      «      5   |   6   |   7   |   8   |   9      »      [10]
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.