Het verbod op het tellen van de stam van Levi
Vs. 1:48-54. Tijdens de episode van de eihel hazahav (Sjmot/Ex. 32:26-29) hebben de Levi’iem hun trouw aan Hasjem wel bewezen. Hierdoor werden de Levi’iem verhoogt naar de status van Hasjems Legioen. Deze status wordt in drie uitingen duidelijk gemaakt:
- De Levi’iem zullen apart worden geteld (hfst. 3).
- Het bewaken van de Masjkan en zijn Binnenhof zal aan hen worden toegewezen, zo ook de transport van de Misjan gedurende reis door de woestijn (midbar; hfst. 4)
- De kamp van de Levi’iem zal direct om de Misjan opgeslagen worden en de rest van de natie weer om hén heen.
Vs. 49…lo’ tifqod… lo’ tisa’… je zal niet tellen… je zal geen telling doen…. Dit vers vertelt op twee verschillende manieren dat de Levi’iem niet geteld mogen worden. Sforno leert dat zij niet worden meegeteld met de mannen van 20 jaar en ouder en hun totaal zal niet bij het totaal van de gehele natie opgeteld worden.
De Levi’iem werden apart geteld omdat zij – zoals eerder gemeld - een hogere status hebben verworven. Een alternatief volgens Rasji is: iedereen die werden meegeteld, zouden in de woestijn sterven en Erets Jisrael niet binnen gaan. Hasjem wilde niet dat de Levi’iem dezelfde lot zouden ondervinden en heeft hen uit de algemene telling gezet. Ibn Ezra suggereert dat zij van de algemene telling werden buitengesloten omdat zij hun taken in de Misjkan en niet binnen het leger (zoals de rest van de stammen) hadden.
RaMBaN wijst erop dat in vs. 47 voor Mosje al duidelijk was dat hij de Levi’iem niet mocht meetellen met de algemene telling, terwijl het verbod pas in vers 49 aan de orde kwam. Waarom wist Mosje al dat hij de Levi’iem niet mocht meetellen? Hasjem had nog geen vertegenwoordiger voor de Levi’iem aangewezen.
|