De mitswe van hakheel Wij komen langzaam aan het einde van de Tora-cyclus. Een van de laatste parasjot is “Wajelech”; en ging… (Mosje). In deze parasja lezen wij het laatste gebod van de 613: Hachel: de koning moet eens in de zeven jaar (het Sjmittahjaar) tijdens Chol HaMoed uit het Boek Dewariem/Deut. aan de gehele natie voorlezen (Vs. 31:10-13). Het hele volk wordt naar de Bejt Hamiqdasj geboden om naar de koning de luisteren. Hij las vanaf het begin van het Dewariem tot de eerste paragraaf van de Sjema’ (6:9, de tweede paragraaf van de Sjema’(11:13-21) en 14:22-28:69. Deze passages bevatten het algemene onderwerp over de alliantie met Hasjem, het Verbond en de straf en beloning. De reden van dit gebod is dat Joden leren en weten dat de Tora prioriteit EEN in het Joodse leven is. Ook leert het de Joden dat zij onderscheiden zijn tussen hen en de andere volkeren, wat de meest haalbare spirituele genoegdoening oplevert. Iedereen moest komen, mannen, vrouwen én kinderen om te horen dat de Tora voor ons fundament, majesteit en pracht is.
|