De Tora als Getuigenis
Hasjem draagt Mosje en Jehosjoe'a op een Tora te schrijven, deze aan het volk te onderwijzen en aan de zijkant van de Aron (Ark) te plaatsen. Tijden dat het volk afvallig zal worden, zullen door de omliggende culturen aanbreken. Maar de Geschreven Tora zal een constante herhinnering aan Israel's roots en de overanderlijke focus van toewijding zijn.
De Geleerden hebben het uit deze verzen (31:19-30) dat iedere Jood geacht is een Torarol te schirjven. Deze mitswe is door slechts het schrijven van 1 letter van de Tora vervuld, omdat bijvoorbeeld door slechts een vervaging van ééne enkele letter de Tora al onkosjer maakt. ad ergo; we draaien het om: als je dan één letter van de Tora schrijft, dan heb je de mistwe vervuld (RaMBaM Hil. Sefer Tora 7:1).
Volgens sommige geleerden vervul je deze 613e en laatste mitswe van de Tora ook door boeken over de Tora te kopen (Chinoech 613; Rosj). Met deze laatste mitswe is de Tora als het ware afgesloten en moet deze aan de volgende generaties doorgegeven worden.
Vs. 21...ki-lo' tisjachach mifi zar'o... zodat het niet van de mond van de nakomelingen zal wijken... Ondanks de volhardende profetie dat Israel van de Tora zal afdwalen, is het een geruststelling dat de Tora nooit geheel vergeten zal worden (Rasji). Geschiedenis bewijst dat ondanks alles er sprake is van toename van de Torastudie. |