Zoals Maarat Hamechpela poort van Gan Eden is, is Berg Moriah de Poort van de Hemel.
Toen Avrahams knecht Elierzer terugkwam van de zoektocht naar een goede vrouw voor Jitschak, was Jitschak zijn Minche (middaggebed) aan het doen op de Berg Moriah. Hierdoor leren Berachot 26b en Pesachiem 88a ons dat Jitschak net voor de locatie van de Bejt Hamiqdasj aan het dawnen was, toen de karavaan met Rivqah aankwam.
Omdat er wordt aangenomen dat de droom van Ja’aqov met betrekking tot de ladder op Moriah plaats vond, wordt Moriah daarom sja’ar hasjamajiem, het poort van de hemel, genoemd. Logisch, omdat Ja’aqov’s droom volgens de Midrasj een allegorische zinspeling naar van de Tempeldienst was. |