20 Chesjwan 5785 | 21 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
Waarom wij 'amen' zeggen
Publicatiedatum: donderdag 29 augustus 2013 Auteur: Redactie | 1.956 keer gelezen
Halacha, Talmoed Tora, Geloof en vertrouwen in Hasjem, Tefillot en Broches [Gebeden en Zegeningen] »
Waarom antwoordden veel vrome Joden 'amein' of 'omein' wanneer iemand een broche[zegenspreuk] zegt over bijvoorbeeld zijn brood, thee, snoepje, of bepaalde momenten in sjoel, etc,?

Dit is gebaseerd op de tekst uit Dewariem/Deut. 32:3 “ki sjem 'eqra' havoe godel leloqemoe...Wanneer ik de Naam van Hasjem proclameer,geef dan aanzien aan Hasjem.”

Dit is dus duidelijk een mitswa, een opdracht om 'amen' te zeggen. Dit komt komt uit de tijd toen in de Bej Hamiqash Hasjems Naam volledig werd uitgesproken. Het volk antwoordde dan met “evod machoel haolam waed....gesprezen is de Naam voor alle heerlijkheid.” Alleen we hebben geen Bnej Hamiqdasj meer waardoor zijn hele Naam spreken verboden is. Het woord Ado-nai is een substituut, wat ook niet zomaar uitgesproken mag worden. Hoewel Adon-nai niet de sjem hamejoechad is, maar Zijn Speciale Naam, is deze afwezigheid, terughoudendheid zeer gerechtvaardigd , samen met de 7 namen die ook niet zomaar en passant uitgesproken mogen worden.

De Chazal heeft ons opgedragen dat wanneer er een broche wordt uitgesproken buiten de Bejt Hamiqdasj, moet deze met 'amen' of 'omein' beantwoord worden. Amen is namelijk de voltooiing van de broche. De wortel van amen is namelijk emoenah, G'ds vertrouwen en eer voor zijn Glorierijke Naam. Amen is dus eigenlijk de essentie van bevestiging van het geloof in Hasjem. Amen [אמן] is namelijk een acronym voor 'el melech ne'eman, Hasjem is de betrouwbare koning. Wanneer je dit zegt, verklaar jij: “Ik geloof in de broche en ik bevestig deze waarheid.: ''

We moeten 'amen' zeggen zoals men vroeger in de Bejt hamiqdasj zei wanneer iemand Hasjems Naam gereciteerd hoorde in een brooche. Hij moest dan antwoorden “Baroch Hoe Oe'varoech Sjmo...gesprezen is Hij en geprezen is Zij naam”. Hoewel 'Baroch Hoe Oe'varoech Sjmo' niet echt een verplichting is, want onder bijvoorbeeld dawnen wanneer Baroch Hoe Oe'varoech Sjmo tijdens de tefillot juist een onderbreking veroorzaakt, dan is dat weet verboden.

Chazal gaat verder. 'Amen' ziet hij als een mooie afronding van een brecha. Amen wordt vergeleken met een soort handtekening als bevestiging dat het document geldig is. Sterker, we worden zelfs geleerd dat het zeggen van 'amen' meer waard is dan de broche zelf! Hoewel... 'amen' in essentie een antwoord is op de broche en dus een bevestiging van wat voor statement dan ook. Daarom moet je achter iedere tefila of broche van iemand amen zeggen, ongeacht of Hasjems Naam wordt genoemd of niet. Het is een gewoonte om 'amen'te zeggen achter iedere 'harachaman' van bikas hamazon en na 'mi sjeberach' en Jizkor.

Wanneer er tijdens Sjomone Esre met amen beantwoord moet worden, moet dat met de volste kavannah en duidelijkheid gebeuren. Het moet met een open 'alef' voorzichtig worden gearticuleerd. Daarnaast mag je 'amen' niet met tegenin zeggen of met een ongeduld om zo er maar van af te zijn. Of snel zeggen. Amen moet gezegd worden in een tijdsbestek als of je zegt 'el melech neeman'. Hierdoor voorkom je ongeduld en bouw je geduld en respect op om amen te zeggen. Te snel amen zeggen is een vorm van disrepctvol gedrag. Chazal noemt zulke amens 'amen ketzarah...een korte amen.' Chazal leert dat wanneer amen op een geduldige manier zegt en daar de tijd voor neemt, zijn dage worden verlengt!

Niet temeer mag iemand geen amen zeggen op een lange wijze om alleen maar zijn leven te verlegen of op onnatuurlijk wijze. Je moet amen zeggen op de toon die niet harder is dan de broche zelf, tenzij je de omstanders wilt inspringen dit ook te gaan doen.

Ook als is het niet echt moeilijk dat je amen onnodig zegt, valt er nog hierover iets over te zeggen. Soms kun je beter geen amen zeggen, leert de Chazal. Dat is Amen Yeshmona. Poskiem leggen uit dat er twee vormen van Amen Yshmona zijn: als je niet weet welke broche er nu precies gezegd is omdat je het bijvoorbeeld niet hoort maar wel weet wat er iets gezegd wordt [of via versa], is het beter je mond te houden. Dit geval is het zelfs verboden. Ook mag je geen amen antwoorden in de sjoel wanneer je binnenstapt en de minjan amen hoort zeggen zonder te weten waarom. Chazal noemt de Amen Yeshmona een amen dat als het ware een wees is. Een wees heeft geen ouders, deze amen is ook niet bekent waarnaar waartoe hij hij behoort.

Laten we hier iets mee doen.

Bron: Limud Yomi Kleinman Editie

©Jodendom-online.nl 2013

 

Copyright © 2013 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.