In hoofdstuk 11 van Sjmoe'el IIwordt verteld over de zonde van Dawied Hamelech. Op het eerste oog lijkt de zonde van Dawied Hamelech een ernstige zonde tegen Oeri'a, de eerste echtgenoot van Batsjeva, de kleindochter van Achitophel. Ook zou het op zwakte en immoraliteit uitwijzen. Zeker voor iemand met het kaliber van Dawied Hamelech.
Samen met Batsjeva kreeg Dawied Hamelech uiteindelijk Sjlomo Hamelech en werd hiermee de dynastie van Dawied Hamelech te grondslag gelegd. Hoe kan er toch een zegen op dit huwelijk liggen als er duidelijk in Sotah 27a geschreven staat dat het een zonde is wanneer je met een vrouw slaapt dat nog getrouwd is en zelfs na de dood van haar man trouwt? Hoe verhoudt dit verder met Sanhedrin 107a waarin wordt gezegd dat Batsjeva en Dawied Hamelech al op de zesde dag van de schepping voor elkaar bestemd waren?
Dawied Hamelech was in zijn jongere jaren rood en daarom was Sjmoe'el Hanavie (profeet Samuel) bang dat dit dezelfde voorspelling als die van Esaw zou betekenen: veel bloedvergieten. Maar Hasjem wees Sjmoe'el Hanavie op de mooie ogen van Dawied Hamelech (1 Sjmoe'el 16:12). Deze mooie ogen staan symbool dat hij alleen zou doden wanneer dit door het Sanhedrin werd opgelegd, wiens acties als ogen van de natie zou betekenen. Dit is exact de zonde van Dawied Hamelech met betrekking tot Batsjeva. Er was strikt Halachisch gesproken geen sprake van overspel. Dit wordt op 2 fronten ook verdedigd:
Eerste front Toen Dawied Hamelech Batsjeva voor het eerst zag terwijl zij op haar dak baadde, herkende hij haar met de Roech Hakodesj dat zij zijn voorbestemde vrouw was. Dit terwijl het feit lag dat hij met 18 vrouwen getrouwd was. Hij zag haar zichzelf voorbereiden voor het mikwe, dus ze was niddah waardoor hij zeker niet met haar geslapen heeft [Sanhedrin 107a]! Hiermee is er geen sprake van het gebod die in Sotah 27a besproken wordt.
Tweede front In die dagen was het gewoonlijk dat militairen die naar het front werd gestuurd, gescheiden werden van hun vrouwen, zodat de vrouwen de mogelijkheid kregen om eventueel te kunnen hertrouwen wanneer hun mannen zouden sneuvelen [Shabbat 56a]. Batsjeva was dus niet meer getrouwd toen Oeri'a naar het front werd gestuurd. Op dat punt heeft Dawied Hamelech dus óók geen overtreding begaan toen hij haar het hof maakte, want er werd geen overspel gepleegd. Ze was ongetrouwd.
De werkelijke zonde Dawied Hamelech heeft wel andere overtredingen begaan.
De eerste zit hem in de eerder genoemde mooie ogen van Dawied Hamelech. De fout was niet dat hij uiteindelijk met haar trouwde, maar omdat hij haar op het dak zag baden.
Iedere dag dawenen wij de Sjema waarin wij worden gewaarschuwd niet achter onze eigen hart en ogen aan te jagen: welo' tatoeroe levavechem we 'acharej 'ejnechem [Bamidbar 15:39; het gebod van de tsitsjiet]. Dit is wat Dawied Hamelech wel deed [II Sjmoe'el 11:2]. Een man zo groot als Dawied Hamelech had zijn ogen moeten behoeden [Ruach Chaim]. Sanhedrin 107a vertelt dat Batsjeva niet in het openbaar baadde, maar onder een gehemelte met een gordijn voor het zicht van Dawied Hamelech. Maar de pijl van Dawied Hamelech schoof het opzij.
De tweede zonde zit hem in het feit dat Dawied Hamelech Oeri'a expres naar het front stuurde, waardoor Oeri'a en Batsjeva moesten scheiden. Oeri'a zou dan sneuvelen, zódat hij met Batsjeva kon trouwen. Ondertussen Oeri'a was geen lieverdje. Oeri'a was een onbeschaamde rebel waardoor hij sowieso de doodstraf verdiende. Echter in plaats dat Dawied Hamelech Oeri'a voor het Sanhedrin in staat van beschuldiging liet stellen, stuurde hij hem naar het front zodat hij deze oorlog niet zou overleven. Dawied Hamelech nam volgens de Talmoed het recht in zijn eigen handen. Dawied Hamelech had vertrouwen in Hasjem moeten stellen door Oeri'a middels het Sanhedrin te laten berechten (zie eerste punt). Om die reden had Batsjeva een get [scheidbrief]gekregen waardoor zij heel eenvoudig van Oeri'a kon scheiden.
Dawied Hamelech deed halachisch niets fout noch een halachische overtreding. Maar tegen wie heeft hij dan gezondigd? Tegen Hasjem.
Hoewel Hasjem Dawied Hamelech beschouwde zowel een overspelige seksuele geweldpleger als moordenaar [II Sjmoe'el 12:9], stelt Shabbat 56a vast dat Dawied Hamelechs zonde zijn intenties waren. Halachisch gesproken waren zijn daden niet verkeerd. Toch worden mensen van het kaliber van Dawied Hamelech door het Hemelse Beet Din en Hasjem veel zwaarder geoordeeld dan gewone mensen. Daarnaast zijn intenties alleen door Hasjem af te lezen. Halachische handelingen of het nalaten daarvan kan een Beet Din controleren. Omdat Dawied Hamelech halachisch niet gezondigd heeft, heeft hij gezondigd tegen Hasjem alleen.
©Jodendom-online 2013 |