 "Zo't choeqat hatorah 'asjer-tsiwah Hasjem le'mor...… dit is de inzetting van de Wet die Hasjem geboden heeft...” [Bamidbar 19:2]. Waarom wordt zo expliciet gezegd dat dit de inzetting van de Wet van Hasjem is? Dit omdat de Satan en de andere volkeren vroegen naar aanleiding van de regels van de Rode Koe: “wat is de reden van dit gebod?”
Misschien herken je dat nog van vroeger toen je nog klein was en vroeg 'waarom' wanneer je ouders iets van je wilden. Dan zeiden zij wellicht: “omdat wij dit zeggen.”
Zo ook met de Tora. Alles wat de Tora van je vraagt, ook al zijn het regels die je niet snapt zoals de choekiem – wetten zonder aanwijsbare redenen – dien je gewoon op te volgen. Ook deze wetten mogen door niemand in twijfel worden getrokken of ze wel of niet zouden gelden. Zelfs voor Sjlomo Hamalech – de wijste man ooit – waren de wetten van de Rode Koe onbegrijpelijk. Hij zei: “Dit alles heb ik met wijsheid geprobeerd [te begrijpen]; ik zei: 'ik zal de wijsheid verwerven, maar het [de rode vaars] gaat boven mijn verstand.'" [Kohelet/Pred. 7:23].
De reden van de ongrijpbare regels, zo ook met bijvoorbeeld sjaatnez[wol en linnen mag je niet mengen], heeft te maken met dienien, regels. Deze specifieke regels heeft Hasjem in leven gebracht om de mens weer puur te laten worden puur te laten blijven [R' Kamenetsky].
Ook al snap je sommige mitswot niet, terecht of onterecht, dien je ze te lernen en deze uit te voeren. Dat is pas de volledige acceptatie van de Tora.
Bron: Limud Yomi Kleinman Editie deel I
©Jodendom-online 2014 |