6. Moeten de haftarot geschreven worden zoals een Tora rol?
- Volgens bepaalde meningen moet iedere gemeente a priori profeten en ketoeviem bezitten, op wettelijke wijze op perkament geschreven, met de juiste intenties bij het schrijven van de heilige Namen. Verschillende gemeenten en jesjivot volgen dit gebruik.
- Volgens anderen is dit niet noodzakelijk en mag de voorlezing ook geschieden uit een volledig Tenach-boek of volledig profeten-boek (dus het hele boek Jesjaja, het hele boek Owadja, etc.) - Vandaag de dag is het gebruikelijk te volstaan met een gewoon gedrukt choemasj of Tenach.
7. De inhoud van de haftara
- De inhoud van de haftara houdt verband met de gelezen afdeling uit de Tora (v. Awoedraham), of met een bepaald seizoensgebeuren, zoals “de vier afdelingen”, “de drie weken”, feesten e.d. v In de tijd van de Talmoed bestond er kennelijk geen vaste haftara, waardoor ieder las wat hem het beste voorkwam. Nog heden ten dage bestaan er verschillende versies van een bepaalde haftara.
- In het verleden werd de Tora in een cyclus van drie jaar voorgelezen, hetgeen 154 afdelingen met 154 haftarot meebracht. Zo is te begrijpen dat nog heden er bijv. vier verschillende haftarot voor “Bereesjiet” bestaan.
- Uit halachisch oogpunt: Als men reeds over een bepaalde haftara de beracha heeft uitgesproken, en pas daarna opmerkt dat men een fout heeft gemaakt, dan leze men daarna de juiste haftara zonder opnieuw de beracha te zeggen. Dit geldt zelfs voor het geval wanneer men reeds de na-berachot heeft uitgesproken.
8. Haftara tijdens het mincha gebed van Sjabbat?
- In bepaalde tijden werd bij mincha van Sjabbat een haftara gelezen, waarschijnlijk uit de ketoeviem. Volgens anderen waren het 10 pesoekiem uit Jesaja en Jirmia, die vertroosting inhielden. Deze haftara heette “nechemta”.
- Volgens een bepaalde mening werd ditzelfde gebruik niet alleen Sjabbat middag, maar ook iedere ochtend na het gebed gehandhaafd. Door armoede gedwongen werd dit gebruik opgeheven en vervangen door de twee pesoekiem van “oewa letsion”, op Jesaja hoofdstuk 59 gebaseerd (zie Likoete pardes).
- Aangezien het de gewoonte was de profeten en geschriften in het openbaar te bestuderen, met het houden van een leerrede daarbij, werd daardoor het grootste deel van de Sjabbat reeds in heiligheid doorgebracht. Hierdoor werd de haftara bij mincha “teveel”. (Bovendien werd het tijd voor de mitsva van de derde Sjabbat-maaltijd).
- Misschien hangt het lezen van Pirkee Avot, en van Tehiliem, op Sjabbat middag hiermee samen. De “vaderen” in het begin van ‘Pirke avot’ vermeld, waren immers de logische opvolgers van de profeten (avot) en van ‘de Knesset hagedola - grote vergadering’ die in het begin van Pirkee avot vermeld zijn: Profeten ->de grote vergadering -> de Geleerden van de Misjna.
- In tegenstelling tot sjabbat – op een vastendag wordt met mincha wel een haftara gelezen, met de strekking tot inkeer te komen (Rav Chaim David Halevi).
9. Haftara lezen door een rouwende (‘avel’)
- Men vertelt dat Rabbi Akiwa een dode man zag, die hout sprokkelde en niet tot rust kwam totdat de zoon kaddiesj zegt of een haftara uit de profeten voordraagt (en er zijn meningen dat de ‘avel’ (een treurende in het rouwjaar) uitgaande sjabbat voor dient te gaan bij het avondgebed).
- Vandaar de gewoonte dat de ‘avel’ zijn best doet gedurende 12 maanden opgeroepen te worden als maftier, zo ook op de sjabbat voor de overlijdensdatum. Als deze datum op een sjabbat valt, dan wordt de ‘avel’ ook de sjabbat daarvoor opgeroepen.
- Men verwarre echter hoofd- en bijzaken niet: de mitsva ligt in het lezen zelf en de bedoeling daarbij, niet in de financiële gave, de ‘mie sjeberach’, of de eer.
- Als twee mensen dezelfde ‘maftir’ wensen, mogen zij niet daarover strijden, maar dient men twee verschillende minjaniem te maken. Alternatief kan men deze mitsva verkopen aan de hoogste bieder, of haar verloten. Het is aan te bevelen de verkoop een week eerder te laten geschieden, opdat de verliezer tijdig een andere sjoel vinden kan.
10. Haftara lezen door een minderjarige
- Een minderjarige (voor de bar mitsva) mag de haftara met de berachot voordragen. Hij wordt dan ook voor de Tora opgeroepen, en zegt ook de berachot over de Tora.
- Het is niet zeker of een minderjarige voor een bijzondere haftara opgeroepen mag worden. Deze haftarot, in jaarlijkse volgorde, zijn: voor rosj hasjana, sjabbat sjoeva, jom kippoer, de afdeling ‘jitro’, ‘de vier afdelingen’, de zevende dag van pesach, sjavoe’ot en sjabbat chazon. Volgens anderen echter mag een minderjarige zelfs haftara van sjabbat zachor voorlezen.
- Volgens sommige meningen echter moet een volwassene de berachot over de Tora uitspreken, en de minderjarige over de haftara. Hiermee toont men aan dat de Tora belangrijker is. Anderen zeggen dat ook de berachot over de haftara door een volwassene moeten worden uitgesproken, terwijl de minderjarige alleen maar de haftara voorleest. Iedere gemeente volge hierbij de aloude bestaande gewoontes.
- In Amsterdam is het gebruikelijk dat de haftara van de hoogtijdsdagen (rosj hasjana en jom kippoer) niet door een ongehuwde mag worden voorgedragen.
- Volgens een andere mening mag de haftara juist niet door een minderjarige (voor de bar mitsva) worden voorgedragen, maar moet dit juist gebeuren door een geleerde, daarmee aantonend hoe geliefd en belangrijk de haftara wel is.
11. Het voorlezen van de haftara door de bar mitsva-jongen In tegenstelling tot vroeger is het vandaag in Israël gebruikelijk dat een bar mitsva-jongen de haftara voorleest. In bepaalde gemeenten is het echter gebruikelijk dat de bar mitsva-jongen ‘maftir’ is juist op de sjabbat vóór zijn bar mitsva, want:
- De sjabbat is de grondslag van de komende week en op sjabbat wordt in de hemel besloten wat er de komende week gaat gebeuren. Deze komende week en dus reeds deze sjabbat, begint de jongen een nieuwe periode in zijn leven, waarbij hij het ‘juk van Tora en mitsvot’ op zich neemt.
- Op deze sjabbat vieren de ouders de afsluiting van de periode, waarin het kind minderjarige is, en een minderjarige mag haftara zeggen.
12. Verschillende opmerkingen
- De omvang van de haftara. Op sjabbat tenminste 21 pesoekiem, tegenover 7 opgeroepenen en 15 pesoekiem op de feestdagen, tegenover 5 opgeroepenen. Het aantal pesoekiem van de haftara kan soms minder zijn en is afhankelijk van de behandelde materie.
- Het is aanbevolen de haftara staande voor te dragen. Om elkaar niet te storen, leest ieder gemeentelid de haftara in stilte met de voorlezer mee. Anderen zijn de mening toegedaan dat juist het hardop meelezen aanbevolen is. Volgens Amsterdamse ritus leze men in stilte mee, om iemand die de haftara niet behoorlijk lezen kan, niet te beschamen.
- De haftara wordt niet volgens de regel: ‘Tweemaal Tora en éénmaal Onkelos vertaling’ vóór sjabbat gelezen, in tegenstelling tot de parasja van de week waarbij men dat wel doet (dit heet ma’awier sedra). Desondanks las men gewoonlijk toch wel de haftara vóór sjabbat, met het doel zich met de tekst vertrouwd te maken en voor het geval men opgeroepen zou worden voor het lezen van de haftara.
De vraag rijst dan: Op een sjabbat waarop een bijzondere haftara wordt, zoals sjabbat rosj chodesj of de dag vóór rosj chodesj of ‘de vier sjabbatot’, leest men dan vóór sjabbat de bijzondere haftara of die haftara die gewoonlijk bij deze parasja behoort? Het antwoord is dat men de gebruikelijke haftara leest, aangezien de bijzondere haftarot alleen voor publiek gebruik ingesteld werden. Volgens anderen leze men thuis alleen de bijzondere haftara die sjabbat gelezen wordt, voor het geval men opgeroepen wordt voor de maftier.
- Het gebed ‘jekoem poerkan’ is een natuurlijk vervolg op de haftara: Het Tora lezen à het lezen van de profeet à een gebed voor de geleerden (de natuurlijke opvolgers van de profeten) à een gebed voor het hele Joodse volk à een gebed voor deze gemeente à een gebed voor de regering / koning(in) / Israël.
- Men zie hoe geliefd de haftara is: In zeer vroeger tijden was het gebruikelijk met weinig berachot voor de Tora te voldoen: de kohen sprak de voorberacha uit bij het begin van het Tora-lezen en de na-beracha werd pas door ‘de zevende’ gezegd. Daartegenover stonden vijf berachot voor de haftara! Volgens een bepaalde mening werden vroeger zeven mensen voor de haftara opgeroepen en ieder van hen sprak en voor- en na-baracha voor de haftara uit.
©Opperrabbijn Evers |