“Lo’ hikiroehoe… zij herkenden hem niet...”[Bereesjiet: 42:8].
Joseef’s heiligheid was door zijn heilige broers ongezien. Ze dachten naar aanleiding van zijn dromen over de schoven en de sterren dat deze dromen de ingrediënten waren voor een gevaarlijke dictatuur, en daarom verkocht hem uit zelfverdediging. Dus zelfs voor de sjvatiem zelfs was Mosjiach ben Joseef verborgen, want “lo’ hikiroehoe… zij herkenden hem niet...” [Bereesjiet: 42:8]. Het frappante van de gematria van lo’ hikiroehoe… zij herkenden hem niet… is 273. De gematria van Or Ĝnoez , Verborgen Licht, is eveneens 273. De sjvatiem herkende hem hem niet, omdat hij de Mosjiach die verborgen was.
Ook de Mosjiachschap vanuit Jehoedah, Mosjiach ben Dawied, was verborgen. Zijn voorvader werd in verborgenheid verwekt. Omdat Jehoedah haar niet met zijn zoon Selah liet trouwen, vermomde Tamar zich als een prostituee en wachtte op het kruispunt op Jehoedah. Ze deed dit met de zuiverste bedoelingen, omdat haar doel was de Mosjiach ben Dawied op de wereld te brengen. Jehoedah herkende Tamar niet en de pasoek [Bereesjiet38:15] gebruikte hiervoor de woorden “Wajoechsjeveha lezonah… hij dacht dat zij een prostituee was...”. De getalswaarde van wajoechsjeveha lezonah is 429. Mosjiach ben Dawied heeft dezelfde gematria. De reden dat Jehoedah Tamar niet herkende, was “kie chistah panejha ... omdat zij had haar gezicht bedekt...” [idem]. Dit is een verwijzing dat de Mosjiach ongezien is. Gematria van kie chistah panejha is 660. ‘Or Melech Hamosjiach [Licht van de koning Mosjiach] is eveneens 660. Zoals we weten is het Licht van de Mosjiach eveneens ongezien, verborgen: ‘Or Haĝnoez, het Verborgen Licht.