In dit artikeltje trachten wij de regels ten aanzien van dieren vanuit de Tora in kaart te brengen.
Flavius Josephus schreef in ´de antieke wereld´ dat Herodes een grote verzameling van wilde dieren bezat. Hij bezat enorm veel leeuwen en andere dieren met een buitengewone kracht. Deze dieren waren getraind om met elkaar of tegen veroordeelde mannen te vechten. Buitenlanders vonden dit geweldig om zulke shows te mogen bijwonen. Zo´n show ging namelijk met veel spektakel en gevaar gepaard. Voor de Joden was dit populaire spektakel duidelijk een onaangename gewoonte.
Verbod op wreedheid tegen dieren Het Jodendom vindt een goede behandeling van dieren buitengewoon belangrijk. Onnodige wreedheid tegen dieren is ook ter strengste verboden. Men is van mening dat in de meeste gevallen de dieren dezelfde gevoeligheid kent als de mensheid. Hier in het Westen is deze vorm van bezorgdheid t.o.v. dieren zeer ongewoon. In de meest beschaafde landen was wreedheid tegen dieren tot 1800 geen strafbaar feit. Het Jodendom heeft nooit getwijfeld of dieren wel of niet dezelfde lichamelijke en mentale pijn voelen als wij mensen. De Joden gingen daar gewoon van uit. Wanneer een mens wreed tegen een weerloos dier is, is hij/zij zonder twijfel ook wreed tegen weerloze mensen. Wanneer iemand zorgzaam is t.o.v. de kleinste schepsel, dan is hij/zij ook zorgzaam voor de medemens.
Ya´akov, Moshe en Dawid waren allemaal schaapsherders. Deze mensen hielden van dieren. De Talmoed zegt dat Moshe voor dit vak heeft gekozen, omdat hij zoveel van dieren hield. Dit zou ook de reden zijn waarom G´d hem uitgekozen had om Moshe herder te maken over het volk Israël. Rivqua werd als Yitzak´s vrouw gekozen, omdat ze vriendelijk was t.o.v. dieren. Toen Avraham´s dienaar om water vroeg, bood zij uit zichzelf aan om zijn kamelen ook van drinken te voorzien.
Anderzijds worden de jagers Nimrod en Esaw als misdadig afgeschilderd. Een vooraanstaande rabbi was ongevoelig voor de angst van een kalfje toen hij het naar de slager bracht. Deze rabbi is voor jaren met pijn gestraft.
In de Torah kunnen we lezen dat de dieren onder het heerschappij van de mens is geplaatst en dat het gebruik van dieren alleen op legale wijze mag geschieden. Vlees kan gegeten worden, huiden kunnen voor kleding dienen en de Torah zelf moet op perkament geschreven worden. Kortom, we mogen dieren uitsluitend gebruiken middels een betrouwbare en legale manier en we zijn verplicht er voor te zorgen dat deze dieren zo min mogelijk leiden. Daarom is het kosjer slachten in het leven geroepen. Het wordt zo snel en pijnloos mogelijk gedaan en alles zal voorkomen worden dat een dier nodeloos leidt. Wanneer dat niet gebeurd, wordt het vlees niet geconsumeerd. Jagen voor de sport is strikt verboden. Jagen om legale reden is uitsluitend toegestaan wanneer de jager er alles aan doet een dier niet nodeloos te laten leiden.
Onder de Joodse wet mag een os die op het land werkt, niet gemuilkorfd worden. Wij schaften toch ook tussen de bedrijven door? Wel, dieren net zo goed. Men mag geen dieren laten ploegen die daar niet toe instaat zijn. Denk bijvoorbeeld aan een hond. Dat zou veel te zwaar werk voor ze zijn. Men is verplicht in dit geval het dier uit zijn leiden te bevrijden, ook al ken je de eigenaar van het dier niet. Een dier mag niet gedood worden op dezelfde dag als het jong. Wanneer je eieren pakt, dien je de moedervogel weg te laten vliegen. Dit vanuit het psychologische stress die zo´n beestje te leiden heeft. Dit is een verafschaduwing van het eren van de vader en de moeder. De Torah spreekt over het feit dat wanneer jij die vogel weg laat vliegen, dat je zelf beloond zal worden met een lang leven, zoals het eren van je vader en je moeder. Dit geeft al aan hoe belangrijk deze wet m.b.t het vogeltje is (Devarim/Deut.22:6-7). De Shabbat mag geschonden worden wanneer je een dier moet redden van pijn of zelfs de dood.
Dieren hebben ook hun rustdag op de Shabbat. M.a.w. de dieren hebben in dát opzichte dezelfde rechten als de mens.
Diverse geboden zijn gemaakt voor het lichamelijke en mentale welzijn van een dier. De Talmoed zegt dat je een dier alleen mag aanschaffen wanneer je instaat bent het dier te voeden en het dier behoort eerst zijn eten te krijgen en dan pas het baasje.
Huisdieren Hoewel weinig vrome Joden dieren bezitten, wordt het houden van huisdieren in de Joodse Wet niet verboden. Echter wij zijn wel aan regels gebonden.
Net als alle andere dieren, moeten eerst de dieren eten gegeven worden alvorens wij aan tafel gaan. Ook huisdieren vallen onder de Wet van de Shabbat, dus jouw hond mag tijdens de Shabbat de krant niet voor jou dragen. Huisdieren vallen ook onder de muq´zta (de muq´tza is een voorwerp die je niet in de handen mag nemen, bewogen mee mag worden waardoor toch een handeling verricht kan worden). Het is een vaag gegeven en wij kunnen daar moeilijk een voorstelling van maken, daar volgens vele Joodse bronnen wordt hond uitlaten niet verboden. Wellicht wordt er mee bedoeld dat je geen onnodige handelingen mag verrichten m.b.t. jouw huisdier zoals bijvoorbeeld borstelen, mand reinigen, krant voor zijn voetjes leggen waardoor het toch per ongeluk mee aan de wandel gaat, enz.
Dieren mogen niet-kosjer eten benuttigen, zolang jij er maar niet van eet. Dit valt onder de algemene regel dat jij non-kosjer producten mag gebruiken zolang je het maar niet opeet. Je mag bijvoorbeeld non-kosjer tandpasta gebruiken, zolang je het maar niet doorslikt. Wat niet toegestaan is, is jouw dier vlees en melk te gelijk te geven.
Tijdens Pesach is elk vorm van chemez (gedesemde graanproducten) verboden. Je mag ze zelfs niet in huis hebben, dus dat betekent dat jouw dier géén voedsel krijgt wat gedesemde graansoorten bevat. Dus het diertje mag 100% rundvlees hebben en restjes van de Pesachmaaltijden die je zelf op hebt gegeten. Wat een oplossing kan zijn, wanneer dit teveel werk met zich zou meebrengen (wat wij onzin vinden) is het diertje tijdens de Pesach naar niet Joden brengen, zoals je bijvoorbeeld je potten en pannen tijdens de Pesach bij niet Joden achterlaat.
Het is volgens de Joodse Wet strengste verboden om je dier geslachtloos te maken door een castratie. Dit zou voor een teefje of een poes niet gelden, maar een mannetje geslachtloos maken wordt gerelateerd aan dierenmishandeling. Wij denken omdat dieren dezelfde mentale gevoelens hebben als wij en hierdoor identiteits- en mentale problemen kan krijgen. Dit zal door vele hondenliefhebbers tegengesproken worden, echter als dierenkenner en hondenbezitster beaamt de ondergetekende van dit verslag uit ervaring van haar eigen hond dat dieren door een castratie of sterilisatie wel degelijk de kluts kwijt kunnen raken en zelf niet meer weten of ze een vrouwtje of mannetje zijn.
Wendt je tot een rabbijn wanneer jouw dier om medische redenen gecatreerd of gesteriliseerd moet worden. Want over het algemeen is het een overtreding van het verbod van wreedheden tegen dieren, wanneer jij jouw huisdier lichamelijk veranderd, zonder een gegronde reden. Voorbeeld het ontklauwen van katten, het couperen van staarten en oren.
Namens de dieren: ´Behatzlacha (succes) met je dieren en vergeet ons niet!´
Bron: Judaism 101 van Tracey R. Rich
©Jodendom-online 2003 |