De beracha over bloeiende vruchtenbomen in Nisan [April] |
Publicatiedatum: vrijdag 12 april 2019 |
Auteur: Opperrabbijn R. Evers | 1.527 keer gelezen |
|
|
Halacha, Kabbalah, Opperrabbijn R. Evers, Tefillot en Broches [Gebeden en Zegeningen] » |
|
De beracha over bloeiende bomen in Nisan luidt: “Geprezen bent U, Eeu-wige, Koning van de wereld, die het in Zijn wereld aan niets heeft laten ontbreken, en er goede schepselen in geschapen heeft en goede bomen om de mensen daarvan te laten genieten”.
Dankberacha Deze beracha is een van de vele dankberachot, die het Jodendom kent, wanneer wij een bijzondere gebeurtenis meemaken, zoals een ontmoeting met een regerend vorst of vorstin of wij geconfronteerd worden met indrukwekkende fenomenen uit de natuur, zoals bij het zien van een vallende ster of een bliksemschicht, de regenboog, of bij het horen van de donder (zie Siddoer N.I.K. 27e druk, p. 355 e.v.).
Deze beracha over de bloeiende vruchtenbomen is belangrijk omdat er bij de meeste berachot (zegenspreuken) geen mitsva (opdracht) bestaat om de bijzondere fenomenen of zaken op te zoeken om daarover een beracha te zeggen.
Deze beracha is echter zo bijzonder, dat hierbij wel een mitsva (opdracht) bestaat om deze beracha uit te spreken. Een ander voorbeeld van zo een beracha over een bijzonder fenomeen uit de natuur is de birkat hachama, de zegenspreuk over de zon, die wij eens in de 28 jaar uitspreken wanneer de zon weer op zijn oorspronkelijke scheppingsstand staat.
Ook wordt het een mitsva geacht om een regerend vorst te gaan zien en de beracha uit te spreken.
Vraag 1: Mag men deze beracha ook uitspreken in de maand Ijar?
Antwoord: Ja, in principe mag dit wel hoewel sommige halachische autoriteiten zich hier tegen verzetten. Toch is de minhag (gewoonte) geworden om deze beracha alleen in Nisan met de G’dsnamen uit te spreken.
Voorgaande geldt alleen in Israel omdat de bloesemtijd daar in Nisan valt. Maar in de noordelijker landen, zoals Nederland, valt de bloesemtijd voornamelijk in Ijar en Sivan en daar kan men de volledige beracha ook na Nisan uitspreken.
Vraag 2: Hoe is de halacha (het voorschrift) op het zuidelijk halfrond?
Antwoord: Daar is de tijd voor de beracha in de lentemaand Tisjri aldaar. Toch zegt men deze beracha slechts een maal per jaar. Als iemand deze beracha dus in Nisan op het noorderlijk halfrond heeft gezegd en in Tisjri in Zuid-Afrika weer bloeiende bomen ziet, zegt men geen beracha meer.
Vraag 3: Op welk soort bloeien of bloesemen moet men letten?
Antwoord: Het gaat om de bloesem waaruit de vrucht zal ontstaan. Wanneer de vrucht begint te groeien, groeit er bovenop een soort bloesem, die er later weer afvalt. A priori moet men de beracha zeggen op het moment, dat de bloesem er nog niet afgevallen is. Want dit wordt bedoeld met `bloesemende bomen’. Men moet de bloesem duidelijk kunnen zien. Enkel de groene bladen, die de boom bedekken na de winter, zijn onvoldoende.
Vraag 4: Mag men deze beracha ook ’s nachts uitspreken?
Antwoord: Ja, als er maar voldoende licht is om de bloesem goed te zien.
Vraag 5: Mag men deze beracha ook op Sjabbat uitspreken?
Antwoord: Ja, strikt volgens de halacha is dit toegestaan. Toch doen sommigen dit niet. Als de 30e Nisan op Sjabbat valt en men deze beracha nog niet heeft gezegd, is het beter hem wel op Sjabbat te zeggen dan tot na Sjabbat te wachten wanneer Nisan voorbij is. Hetzelfde geldt wanneer men door de week geen tijd heeft een bloeiende boom op te zoeken. Dan zegt men deze beracha a priori op Sjabbat.
Vraag 6: Tot wanneer mag men deze beracha uitspreken?
Antwoord: Tot het moment dat de vruchten eetbaar zijn en men er de beracha `sjehechijanoe’ over mag zeggen.
Toch is er een mening, die stelt, dat men de beracha alleen mag uitspreken wanneer de bloesem de vrucht nog bedekt. Daarna mag men de beracha alleen nog uitspreken zonder de G’dsnamen. Daarom moet men a priori proberen de beracha uit te spreken over een boom waarin de bloesem over de vrucht nog aanwezig is.
Vraag 7: Mag men deze beracha ook uitspreken over bloesemende bomen, die geen vruchten zullen voortbrengen?
Antwoord: Nee. Hoewel dit een enigszins kunstmatige groeivorm is, mag men de beracha toch uitspreken over bomen, die in kassen of potten groeien, zolang ze maar vruchten voortbrengen.
Vraag 8: Mag men deze beracha ook uitspreken over bloeiende bomen, die geent zijn met andere soorten zodat er een verbod mee gedaan is tijdens de groei?
Antwoord: Nee, maar alleen niet als het zeker is dat de bomen op verboden wijze (soortvermenging) geent zijn of de vruchten verboden zijn vanwege `orla’ (de eerste drie jaar van groei, dat men de vruchten niet genieten mag).
Vraag 9: Als men al eerder bloeiende bomen heeft gezien en deze beracha toen niet heeft gezegd, mag men deze beracha dan later toch nog zeggen wanneer men weer bloeiende bomen ziet?
Antwoord: Dit mag. Maar wanneer men weet dat men nu geen beracha kan zeggen, moet men niet naar de bloesemende bomen kijken. Pas als men de beracha kan uitspreken, kijke men met vreugde naar dit natuurwonder en dankt men Hasjeem (G’d) met simcha.
Een Kabbalistisch uitstapje Volgens de Kabbalisten moet deze beracha specifiek in de maand Nisan (dit jaar eindigt deze maand op 5 mei) worden uitgesproken en het liefst buiten de stad bij een veld met veel bloeiende bomen.
Er moeten minimaal twee vruchtenbomen staan en men moet proberen deze beracha met een quorum van minimaal tien man uit te spreken. Voor de beracha zegt men `lesjeem jichoed’ en `vihie noam’ en na de beracha deelt men drie munten uit voor tsedaka tot zielestijging van allerlei verdwaalde nesjommes (zielen) en spreekt Psalm 126 en nog enkele andere gebeden uit, waarna Kaddiesj deRabbanan volgt.
Voorgaande zaken zijn voornamelijk Kabbalistisch van aard en hebben te maken met de tikoen, zielestijging van verdwaalde nesjommes.
|
|
|