Farao lijkt wel één van de belangrijkste figuren in de Torah. Er is een Farao in Avrahams tijd, dan kennen we de Farao in Joseefs tijd en natuurlijk de Farao in Mosje’s tijd. Waarom geeft de Torah zoveel prominente aandacht aan de aloude Farao’s van Egypte? We weten dat de Torah G’ds GPS [G’ds Persoonlijke Systeem] voor het hier en nu is.
Mosje zegt tegen Farao namens G’d: “Als je weigert om Mijn Volk weg te zenden, zal ik een plaag van sprinkhanen binnen jouw grenzen brengen” [Sjmot/Ex. 10:4]. Het feit dat G’d Farao gewaarschuwd heeft dat hij gestraft zal worden als hij Mosje’s eis om Israël te laten gaan niet zou gehoorzamen, betekent dat de deur voor tesjoeva [tot inkeer komen] nog steeds geopend voor hem was. Al had G’d hem koppig en halsstarrig gemaakt, dat betekent alleen dat het moeilijk voor hem was om tesjoeva te doen. Als Farao zijn innerlijke spirituele kracht had opgeroepen om te luisteren naar zijn geweten, dan had hij Israël alsnog kunnen laten gaan en hemzelf en Egypte de verwoesting bespaard die zijn land in puin heeft gelegd.
De Lubavitcher Rebbe stelt dat we twee belangrijke lessen uit Farao’s gedrag kunnen halen; de reden dat de Torah zoveel verzen wijdt aan Farao. De eerste les die we moeten leren is hoe vervreemd we ons ook voelen van G’d, ook al lijkt het erop dat G’d de deur voor ons heeft gesloten, niets kan onze oprechte inspanningen weerstaan om terug naar Hem te keren. De schijnbare vervreemding van G’d is alleen maar een test om ons te stimuleren om een diepere, krachtigere en oprechte poging tot het doen van Tesjoeva op te roepen.
De tweede les die we moeten leren van Farao is ongeacht hoe ver iemand is afgedwaald en rebelleert tegen G’d, we mogen die persoon nooit opgeven. Met werkelijk begrip en vriendschap, kunnen we de zondaar tot wending van zijn kwade wegen aanmoedigen. Met G’ds hulp zal hij terugkeren naar zijn ware innerlijke zelf – zijn G’ddelijke ziel!
Dit is de ware betekenis van tesjoeva. Zoals de Beatles welbekend zongen: “Get back to where you once belonged.”♫
|