Kibboed av ve'eem eer uw ouders opdat u lang zult leven |
Publicatiedatum: woensdag 22 juli 2020 |
Auteur: Operrabbijn Evers | 1.221 keer gelezen |
|
|
Eren van ouders, Opperrabbijn R. Evers, Aseret Hadibrot [Tien Geboden] » |
|
Midden in de Tien Geboden staat – bijna als een scharnier waarom zeer veel draait – het bekende gebod “Eer uw vader en uw moeder...opdat u lang zult leven en het u goed zal gaan op de aarde, die G’d u geeft” (Dewariem 5:16).
De voortschrijdende rationalisering van het leven laat weinig ruimte voor aandacht voor de oudere generatie: onze economiegeconcentreerde, prestatiegerichte opvoeding laat weinig heel van de praktische beleving van dit vijfde gebod dat non-produktief lijkt en niet in termen van het Bruto Nationaal Product kan worden uitgedrukt. Toch raakt eerbied voor ouders de fundamenten van onze religie. Het confronteert ons met de boodschap van het verleden, de zin van onze traditie voor de toekomst. Veel van de educatieve problemen, waarvoor vele jonge ouders zich tegenwoordig gesteld zien, wortelen in een onjuiste interpretatie van dit gebod.
Centrale plaats: overgang De wederzijdse verantwoordelijkheid tussen ouders en kinderen - samengevat in de hechte familieband, die het jodendom in de loop der eeuwen kenmerkte - heeft altijd centraal gestaan in de joodse ethiek. Het feit, dat dit opgenomen staat in de Tien Geboden getuigt van het eminente belang hiervan. De strategische positie binnen de Decaloog is opmerkelijk. Het vijfde gebod vormt de overgang tussen de eerste vier geboden, die de relatie tussen G'd en mens regelen en de laatste vijf geboden, die de intermenselijke relaties beheersen. De traditie leert ons, dat de eerste vijf geboden en de laatste vijf op aparte Tafelen beschreven stonden. Daarmee gaven de Wijzen aan, dat de Tien geboden twee verschillende systemen bevatten. Kibboed Aw waEem werd opgenomen in de eerste categorie. Dit is op het eerste gezicht onbegrijpelijk. Kibboed Aw waEem regelt bij uitstek een relatie tussen mensen; Kibboed Aw waEem overbrugt de generatiekloof, een aangelegenheid, die weinig verband houdt met de invulling van de relatie tot G'd.
Dankbaarheid de wetsgrond? Wat vormt de achtergrond van het gebod van Kibboed Aw waEem? Heeft G'd dit alleen voorgeschreven aan de kinderen om hen hiermee te wijzen op de dankbaarheid, die zij hun ouders verschuldigd zijn voor de moeite, die zij zich getroosten om hen op de wereld te zetten en groot te brengen, te kleden en te voeden tot het moment waarop zij hun eigen vleugels kunnen uitslaan? Dankbaarheid is inderdaad een eigenschap, die binnen het jodendom hogelijk gewaardeerd wordt. Steun voor deze interpretatie van het gebod van Kibboed Aw waEem is te vinden binnen de joodse traditie. De midrasj benadert Kibboed Aw waEem in deze zin en schetst het beeld van een kind, dat zijn vader beledigt. De midrasj vervolgt met een terechtwijzing: `Besef je wel wie je beledigt? Je vernedert je vader! Hoeveel heeft hij niet aan je gewerkt, hoeveel moeite heeft hij niet in je geïnvesteerd?'.
Hoezeer deze uitleg ouders, die nachtenlang opzitten om hun zieke kinderen te verzorgen, moge aanspreken, niettemin vult deze uitleg slechts één aspect van het gebod van Kibboed Aw waEem in. Het kind zou kunnen tegenwerpen, dat hijzelf nooit om het leven gevraagd heeft. Rabbenoe Bachja ibn Pakoeda (11e eeuw) werpt nog meer tegenargumenten op: `de mate van dankbaarheid, die wij onze weldoeners verschuldigd zijn, is rechtstreeks afhankelijk van de intentie om ons te helpen...als ons iets goeds overkomt zonder dat de weldoener ons beoogt te bevoordelen, zijn wij hem geen dank verschuldigd'. Rabbenoe Bachja vervolgt met de stelling dat de motieven van de ouders bij het voortbrengen van nageslacht egoïstisch en egocentrisch zijn. Zelfs de bescherming en opvoeding die de ouders hun kinderen bieden ziet hij slechts als een uiting van een aangeboren ouderinstinct, waarbij dankbaarheid nu niet direct op zijn plaats is. Niemand heeft om het leven gevraagd en leven - als het eenmaal is geschonken - is een twijfelachtige gunst.
Relatieversterkend? Maar waarop is eerbied voor ouders dan wel gebaseerd? Werd dit gebod gegeven als stabilisator voor de relaties binnen het gezin? Dient het wellicht uiteindelijk om de stabiliteit van de maatschappij te bevorderen omdat wij ervan uitgaan, dat het gezin of de familie de bouwstenen vormen van een evenwichtige maatschappij? Deze visie op eerbied voor ouders sluit inderdaad aan op de uitleg van onze middeleeuwse commentatoren en lijkt zelfs direct aangeduid te worden in het vers: `Eer uw vader en uw moeder opdat U lang zult wonen in het land Israël...'
Maimonides (1135-1204, Egypte) lijkt deze denktrant te volgen in zijn rubricering van de geboden. `Sommige geboden - zo stelt hij in zijn commentaar op de Misjna - zijn gericht op het bestendigen van de band tussen mens en medemens, zoals de verboden tegen diefstal, bedrog, haat, wraak, het gebod de naaste lief te hebben en het eren van de ouders'. Uit zijn woorden klinkt het maatschappelijk belang van een hechte band tussen ouders en kinderen. In zijn `Gids voor de verdoolden' zegt hij dit ook expliciet: `Hij die zijn vader of moeder slaat, ondermijnt de familiesamenhang, het fundament van de staat'. Staatsmacht staat en valt met onderwerping aan autoriteit en het eerste leren-aanvaarden van autoriteit vindt plaats binnen het gezin. Maar ook deze interpretatie belicht slechts één kant van de medaille.
Behoud van de traditie Een volledig beeld van de implicaties van Kibboed Aw waEem krijgt men pas na raadpleging van de opvattingen van andere commentatoren, die zich over deze problematiek hebben gebogen. Deze aanvulling kan men vinden in de interpretaties van de veertiende-eeuwse Rabbi Levi ben Gersjom en de vijftiende-eeuwse Hofrabbijn Don Jitschak Abarbanel. Beiden focussen hun interpretatie van Kibboed Aw waEem op het behoud van het traditionele jodendom. Kibboed Aw waEem wordt zo meer een middel dan een doel. Rabbi Levi Ben Gersjom zegt letterlijk, dat `respect voor de ouders ons ervan verzekert, dat de opeenvolgende generaties de lessen van hun voorouders zullen overnemen en zo de Tora in ere zullen houden'.
Abarbanel geeft het verband aan tussen de ouderlijke autoriteit en de aanhankelijkheid aan de traditie: `Kibboed Aw waEem is bedoeld om het aanzien van de joodse traditie, die de ouders zich hebben eigengemaakt, te verhogen zodat de kinderen erin zullen geloven en erop zullen vertrouwen. En daarom bevindt Kibboed Aw waEem zich binnen het kader van de eerste vijf geboden, die de relatie tussen mens en G'd regelen'. Respect voor de ouders, de primaire overdragers van het geloof, versterkt het respect voor de traditie, die zij uitdragen. Uiteindelijk wekt het een sfeer van gehechtheid aan de autoriteit van de traditie op. Kibboed Aw waEem vormt de bron voor generalisatie van een houding, die nodig is voor het behoud van de traditie.Het is een delen van waarden, het samenbeleven van een `Weltanschauung', die de jongere generatie niet uit zichzelf kan genereren. De samenloop in onze moderne maatschappij van het verwerpen van de ouderlijke autoriteit en het ontstaan van allerlei nieuwe cultuurvormen is zeker niet toevallig.
Drie compagnons Zo kunnen we ons ook inleven in een problematische Talmoed-passage (B.T. Kiddoesjien 30b): `Onze Wijzen hebben voorgeleerd: Drie compagnons werken samen bij de mens: G'd, de vader en de moeder. Wanneer iemand zijn ouders eert, zegt G'd: `Ik reken het hen aan alsof Ik tussen hen woon en zij Mij eren' en wanneer een kind zijn ouders verdriet doet, zegt G'd: `Ik heb er goed aan gedaan niet tussen hen te wonen, want zou Ik dit wel gedaan hebben dan zouden zij ook Mij verdriet hebben gedaan'.
Een moeilijk te bevatten uitspraak: dat de mens zijn fysieke bestaan te danken heeft aan zijn ouders en zijn spirituele leven aan G'd moge duidelijk zijn. Maar wat betekent de frase `als iemand zijn ouders eert, reken Ik het aan alsof Ik tussen hen woon en zij Mij eren'? Wie zijn die `zij' in het meervoud? Hiervoor werd slechts gesproken over een kind in het enkelvoud. En wat betekent het, dat G'd opeens met terugwerkende kracht niet meer bij de ouders gewoond heeft indien blijkt, dat het kind zijn ouders verdriet aandoet?
|
1 | 2 » |
|
|