Roken en het Jodendom |
Publicatiedatum: woensdag 22 juli 2020 |
Auteur: Opperrabbijn Evers | 1.275 keer gelezen |
|
|
Halacha, Opperrabbijn R. Evers, Gezondheid, psychologie en sport » |
|
Vachai bahem – met de Tora zult u leven (Vajikra/Lev. 18:5)
In de oudste midrasjiem - exegese - komt een opmerkelijke passage voor: `Nadat God Adam had geschapen, leidde hij hem rond in Gan-Eden - het Paradijs. `Aanschouw Mijn werken', zei Hij, `zie hoe fraai alles is! Alles heb ik voor jou geschapen. Houd de natuur in stand en vernietig Mijn wereld niet. Want als jij onvoorzichtig omgaat met het milieu, is er niemand, die het kan herstellen' (Kohellet Rabba 7, inhoudelijk weergegeven). Wat een profetische wijsheid, welk een vooruitziende blik! Deze wijsheid geldt niet alleen voor het milieu maar ook voor onze eigen gezondheid waar de Tora ons verantwoordelijk voor stelt. De mens moet alles doen om zijn (fysieke) gezondheid te behouden en mag niets doen wat zijn gezondheid (onherstelbaar) beschadigt. Roken is één van de risico’s die wij coute que coute moeten vermijden. Als we onszelf schaden is er helaas niemand om dit te herstellen…
Roken is wereldwijd de tweede doodsoorzaak (globaal ongeveer vijf en een half miljoen sterfgevallen per jaar). Een kleine 19.000 mensen sterven in België jaarlijks als gevolg van roken volgens het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV). Wordt het geen tijd om volledig te stoppen met roken? Waarom hebben de Rabbijnen tot op heden niet keihard ingegrepen en het roken totaal verboden? Roken is dodelijk staat in sommige Europese landen op de pakjes sigaretten.
Kies het leven! In Devariem 30:19 komt een opmerkelijke passage voor: “Ik neem heden de hemel en de aarde tegen U tot getuige, het leven en de dood leg Ik U voor, de zegen en de vloek; kies het leven!” De Tora draagt ons op om het leven te kiezen hoewel ons vrije keus wordt gelaten. De meeste verklaarders zien hierin een meer spirituele opdracht: “Kies voor een werkelijk leven, een leven met geestelijke inhoud”.
Ondanks deze verheven gedachte bevat de geciteerde tekst ook een heel concrete opdracht, die bij nader inzien overigens niet zo eenvoudig zal blijken. Ons wordt medegedeeld onder alle omstandigheden het leven te kiezen. Dat moge triviaal lijken, maar tegenwoordig, en met name in de medische praktijk, is deze levenskeuze een heet hangijzer. Van de zijde van de mens wordt een bewuste keuze verlangd. En dat kan betekenen, dat we moeten stoppen met roken, ook al moeten we daar offers voor brengen.
Duidelijk standpunt Als is aangetoond dat roken uiterst gevaarlijk en zelfs dodelijk kan zijn en is, moeten de Joodse leiders een duidelijk standpunt innemen en niet aarzelen. Een gezonde geest eist een gezond lichaam om goed religieus te kunnen functioneren. Daarom stelt Maimonides dat men goed op zijn lichamelijke gezondheid moet passen (hilchot deot 4:1). Onze Wijzen hebben veel verboden uitgevaardigd met het oog op onze lichamelijke gezondheid (Sjoelchan Aroech II:116). Gezondheidsvoorschriften worden strenger behandeld dan enig ander deel van de halacha (Talmoed Choelien 9b). Toch zijn niet alle gezondheids- en veiligheidsrisico's verboden. Iedereen neemt bepaalde risico's. Autorijden of fietsen kunnen ook een aantal risico's met zich meebrengen.
Huidige autoriteiten Welke risico's zijn nog aanvaardbaar en welke niet? Lees mee in Talmoed Jewamot 72a. De Talmoed stelt in naam van Rav Papa, dat wanneer veel mensen een bepaald soort gevaar voor de gezondheid negeren, het halachisch toegestaan is om zich er niet te veel van aan te trekken omdat "Hasjeem de eenvoudige beschermt" (Psalm 116: 6). Volgens de Ritva (Rabbi Jom Tov ben Avraham Asevilli (1260 – 1320)) gaat het in deze context om sociale en maatschappelijke acceptatie van de risico’s. Wanneer `men’ een bepaald risico acceptable vindt, kan men het doen. Maar volgens Rabbi Eliezer Waldenberg (20e eeuw, Jeruzalem) kan men niet meer op G’ddelijke bescherming rekenen zodra wetenschappelijk aangetoond is dat roken schadelijk is. Rabbi Eliezer Waldenberg verbiedt het roken uitdrukkelijk. Rabbi Mosje Feinstein (20e eeuw, New York) was iets meer terughoudend. Hij wilde roken niet geheel verbieden zolang niet was aangetoond dat er een direct verband bestaat tussen roken en levensgevaar (longkanker). Zijn zoon en schoonzoon verklaarden echter publiekelijk en onomwonden, dat wanneer Rabbi Mosje Feinstein nu had geleefd en geconfronteerd zou zijn met de kennis van nu, hij het roken integraal verboden zou hebben. Het laten `meeroken’ van derden heeft Rav Feinstein so wie so al integraal verboden omdat het derden ernstig kan schaden.
Ingrijpen moet Mogen we eigenlijk wel medisch ingrijpen als G´d ons een ziekte stuurt? Medisch ingrijpen kan achteraf geschieden maar tegenwoordig is er veel meer aandacht voor preventief en profylactisch medisch bezig zijn. Maar dit verandert de principiele vraag niet: als G’d een ziekte stuurt, mag ik hier mij dan als mens tegen verzetten?
Mengen in Hemelse zaken Het antwoord staat al in de Midrasj. Aan het begin van de burgerlijke jaartelling wandelden Rabbi Jisjmaëel en Rabbi Akiwa door de straten van Jeruzalem waar zij werden aangehouden door een zieke man die hen vroeg hoe hij genezen kon worden. De Rabbijnen gaven hem raad. Een begeleider vroeg de Rabbijnen wie deze man ziek had gemaakt: “G’d natuurlijk,” was het antwoord. “Hoe kunnen jullie je dan mengen in Hemelse zaken?” vroeg hun begeleider. “Wat doe jij voor je brood?” luidde de wedervraag. “Ik ben landbouwer van beroep,” antwoordde de begeleider. “Zo,” zeiden beide geleerden, “G’d heeft jouw wijngaard geschapen en jij neemt je de vrijheid zijn vruchten te plukken en het onkruid te wieden?” “Als ik mijn wijngaard niet zou onderhouden, zou die niets meer produceren!”. “Beste man,” antwoordden zij toen, “begrijp jij dan niet, dat net zoals de wijngaard niet kan groeien zonder de zorg van mensenhanden, ook de mens zich niet kan ontplooien zonder medische zorg? De mens heeft bij tijd en wijle medicijnen nodig en de boer uit onze parabel is de medicus, die zorg draagt voor de gezondheid van zijn medemens.” Medisch ingrijpen is geboden, zelfs nolens-volens, ook preventief.
Ondeelbaarheid Binnen de morele discipline van het Jodendom wordt het leven gezien als iets ondeelbaars. Het leven is onmeetbaar, niet in rekenkundige termen te vatten, iets van onschatbare en oneindige waarde. Iemand, die nog maar kort te leven heeft, is niet ‘minder waard’ dan iemand, die menselijkerwijs gesproken nog een heel leven voor zich heeft. Het Jodendom geeft onder normale omstandigheden geen criteria, waar men de waarde van een mensenleven kan of mag afmeten, zoals maatschappelijke status, gezondheidstoestand of familieomstandigheden. Volgens de Talmoed is ook een terminale patiënt en zelfs degene, die in doodsstrijd verkeert, in elk opzicht als levend te beschouwen (chaj lechol dawar). Dit beginsel komt onder andere tot uiting in Misjna Joma (VIII:7} “Als een bouwwerk op iemand neerstort, dan mag men, zelfs als het twijfelachtig is of hij nog in leven is, de puinhoop boven hem op Sjabbat wegruimen.” Het is volgens een Talmoedcommentaar op deze Misjna (B.T. Joma 85a) zelfs toegestaan de Sjabbat te ontwijden om iemand voor maar eventjes het leven te redden. Met andere woorden: zelfs als het slachtoffer nog maar zeer korte tijd te leven heeft, ontheft levensredding van het strenge verbod om inbreuk te maken op de heiligheid van de Sjabbat. Als ook maar gering leven al reden is om de heiligste dag van de week te ontwijden, hoeveel te meer hebben wij dan niet de dure plicht ieder moment van leven te koesteren en niet te vernietigen omdat we onze rooklust niet kunnen onderdrukken?
Fijn instrument van de diamantbewerker Het lichamelijke bestaan moet beschermd worden. Het lichaam is als een instrument in de hand van een kunstenaar of ambachtsman. Het ambacht van diamantbewerker kan als voorbeeld dienen. Met de beste wil van de wereld kan een diamantbewerker zijn taak niet naar behoren vervullen, als hem geen geschikte werktuigen ter beschikking staan. Een defect in een instrument leidt ertoe, dat het product gebreken vertoont. Het lichaam is een zeer fijn en delicaat instrument, waarmee de ziel haar taak op aarde kan vervullen. Het lichaam moet perfect functioneren wil de mens aan zijn doel beantwoorden. Het Hebreeuwse woord voor ziek zijn (chole) betekent ook zwak zijn, wat inhoudt, dat de band tussen ziel en lichaam zwakker wordt met als gevolg, dat de mens minder in staat is zich te wijden aan hogere zaken. In verschillende kringen is men eraan gewend de materiële wereld als inferieur te beschouwen. Met name het lichaam wordt gezien als een zak beenderen, die als een lastig substraat voor de ziel wordt ervaren; lastig omdat het de geestelijke ontplooiing bemoeilijkt en soms onmogelijk maakt. Het Jodendom gaat ervan uit, dat de materie in het algemeen en het lichaam in het bijzonder juist het brandpunt van de Schepping vormen.
|
1 | 2 » |
|
|