Een uitleg van de veelzijdige verplichting om de eenheid van G'd helemaal te erkennen [hoe je Zijn Eenheid kunt bewijzen]
Hasjem is de Schepper en is [daarom] de Oorzaak van alles wat er gebeurt. Hasjem is Een. Hasjem is niet lichamelijk. Hasjem is niet tijdelijk. Daarom moet alleen Hasjem aanbeden worden.
De enige realiteit en bestaan is Hasjem. Dat staat duidelijk geschreven in Dwariem/Deut. 4:35: “Ejn 'od milvado... er bestaat geen ander naast Hem...”.
De erkenning van ‘ejn ‘od milvado onderscheidt een gelovige van een niet gelovige. Ejn ‘od milvado, het ultieme Eenheid van Hasjem, is hét fundament in het Jodendom. Wij kunnen drie psoekiem over vinden die deze lading dekt en wel: 1. Sjmot 20:2-3 2. Dwariem 6:4 en 3. Dwariem 4:35
Dwariem 6:4 is onze dagelijkse geloofsgetuigenis over de Eenheid van Hasjem: sjema’ Jisrael. Sjema betekent niet alleen “hoor”, maar sjema betekent ook “heb kennis”. De Sjema is dus niet alleen een geloofsgetuigenis, maar ook de verplichting om op rationeel op zoek te gaan naar de Eenheid van Hasjem en deze te erkennen middels argumentatie. Deze drie psoekiem onderwijzen ons te doen wat Hasjem van ons verlangt, te luisteren wat Hasjem wil en kennis te hebben van Zijn Eenheid binnen onze intellectuele vermogen. Hierdoor komen de taken van het hart in volledige werking. Heb vrees voor Hasjem, maar houdt ook van Hasjem met heel je hart. Wanneer je kinderen hebt, onderwijs hen over Hasjem en Zijn Eenheid [Dwariem 6:7].
Jeroesjalmi Berachot 2:2 leert dat je eerst Hasjem’s soevereiniteit moet erkennen [Dwariem 4:35; 6:4] en dan [pas] volg je Zijn geboden op [11:13-21].