Waarom trotseerde de generatie Dor Hamaboel Noach? |
Publicatiedatum: maandag 02 november 2020 |
Auteur: de redactie | 1.549 keer gelezen |
|
|
Kabbalah, Engelen en demonen, Redactie, Torat hasod we'avodah zara [occultisme en afgoderij], Zondeval, Aseret Hadibrot [Tien Geboden] » |
|
We weten dat de mensen van vroegere beschavingen intelligenter waren dan wij. Ons intellect neemt af in plaats van dat het toeneemt. Waarom wij de uitvinders van deze moderne beschaving zijn, is een andere discussie, maar kort verwoord komt het er op neer dat wij niets letterlijk bedenken of uitvinden [iets uitvinden betekent letterlijk: “overgankelijk nuttige methodes, toestellen of werktuigen bedenken die niet eerder bekend waren”], echter wel vanuit een menselijk perspectief. Vanuit Hasjem’s perspectief bedenken wij niets, omdat wij dit simpelweg niet kunnen. Waarom? Omdat Hasjem alles bedacht heeft en alle ideeën in concepten in de Beria, schepping, heeft geplaatst. Enige wat we moeten doen is het concept ontdekken en het ‘bouwpakket’ in elkaar zetten [zie paragraaf 1. Consequentie één dat Hasjem de Enige Realiteit is: álles is van Hasjem; niets is van ons, beetje doorscrollen voor uitleg].
Nu de oudere generaties intellectueler waren, hoe komt het dat bijvoorbeeld de Dor Hamaboel, de generatie van de Zondvloed, Noach trotseerde? Dat ze slecht waren, weten we. Zo was het doorslaggevende reden van de malboel - zondvloed - stelen.
De reden dat de Dor Hamaboel, de generatie van de Zondvloed, Noach trotseerde, was juist omdat zij op een veel hoger spiritueel en intellectueel niveau was dan wij. Hoe dat niveau van intellect en roechnisje, spiritualiteit, zich uitte, moeten we terug naar de Ets Hada’at Tov Wahara’, de Boom van Goed en Kwaad.
De bladeren van de Boom In Zohar I 36a wordt er gesproken over “de bladeren van de Boom”. Rabbi Jose zei: “Wanneer [Adam Harisjon en Chava] kennis kregen van de wereld en zichzelf aan de wereld hechtten, merkten zij op dat de wereld bestuurd door deze “bladeren van de Boom”. Zij zochten een vesting in deze wereld, en dus maakten zij zichzelf eigen met diverse soorten magische kunsten. Dit om zichzelf te bewapenen met deze bladeren van de Boom, zodat zij zichzelf wilden beschermen.”
Vervolgens maakt Zohar I 56a de opmerking dat in de generatie van Enosj, de zoon van Sjet - dit ten opzichte van Qa’jin en Hevel - wel naar de gelijkenis van zijn vader Adam Harisjon is geboren, men bedreven was in magie en waarzeggerij [let wel, de Torah was nog niet gegeven waar magie en waarzeggerij werd verboden]. Adam Risjon had uit Gan Eden de kennis van de “bladeren van de Boom” met zich meegenomen. Maar hij, Chava en zijn kinderen hebben deze kennis niet in praktijk gebracht. Hun kleinzoon Enosh zag het voordeel van deze kunst en zag hoe de hemelse banen - voortgang - erdoor konden worden veranderd, en hij en zijn tijdgenoten bestudeerden deze en beoefenden magie en waarzeggerij [deze generatie introduceerde ook de avodah zara, afgoderij].
Deze kunsten werden doorgegeven tot aan de generatie van de Zondvloed en werd door alle mensen van die tijd voor slechte doeleinden beoefend. Vertrouwend op deze kunsten trotseerden ze Noach. Ze dachten dat G’ddelijke gerechtigheid nooit aan hen kon worden uitgevoerd, omdat ze een manier wisten om die te voorkomen. Daarom dat er in Bereesjiet/Gen. 4:26 staat: “Liqro’ besjem Hasjem… ze riepen de Naam Hasjem aan…”. De Zohar geeft aan dat het op een profane, G’dslasterlijke manier ging. Want Rabbi Jitschak zegt dan: “alle rechtvaardige mensen probeerden deze mensen in bedwang te brengen, zoals Jered, Metusjelach en Chenoch, maar zonder succes en de wereld raakte vol van zondaars die tegen de Meester rebelleerden, zeggende: “Wat is de Almachtige, dat we Hem zouden dienen?” [Ijov/Job 21:15].
Deze opstand lijkt veel minder dwaas dan het lijkt! Want nogmaals, zij kenden de kunsten die de Zohar duidelijke vermeldingen over maakt. Zij hadden al deze magische kunsten onder de knie. En [zo ook] alle heersende stamhoofden die de leiding hadden over de wereld en zelfs kinderen waren in staat deze geheimzinnige kunsten toe te passen. Rabbi Jitschak antwoordt vervolgens de vraag van Rabbi Yesa hoe het mogelijk was dat deze mensen niet wisten dat zij door Hasjem vernietigd zouden worden. Rabbi Jitschak legt uit dat deze mensen wisten hoe zij leiding konden nemen over de malach [engel] die leiding had over vuur en de malach die leiding had over water. Dit betekent in theorie dat deze engelen niet in staat waren het oordeel van de zondvloed uit te voeren [Zohar I 56b]. Want “de poorten van de hemel braken los en de diepten van de aarde gingen open om stromen van woest, kokend water uit te zenden, die alles op zijn pad verzwolg” [bron]. Zij voelden zich volledig veilig ten aanzien van het oordeel van Hasjem over de wereld. Ondertussen wisten zij niet dat malachiem - engelen - geschapen zijn om als vertegenwoordigers te dienen en TE HANDELEN volgens de RATSON - wil - van Hasjem. Zij dachten dat de wereld toevertrouwd werd aan de stamhoofden van deze wereld en dat alles door hen gedaan werd.
Dus op basis van deze kennis van de magische kunsten van de ‘bladeren van de Boom’ [van Kennis van Goed en Kwaad] vertrouwden ze dat zij niet vernietigd konden worden. Dit totdat Hasjem hen uiteindelijk uit hun droom haalde door de aarde in haar oorspronkelijke staat te herstellen [Bereesjiet/Gen. 1:2], door haar met water te bedekken.
Hoe werden de dor, generatie, gestraft? “Hij wiste alle levende dingen uit dat er op het aanschijn van de aarde was…” Bereesjiet/Gen 7:23 Zohar I 69a merkt op dat het koppelwoord ‘et voor “alle levende dingen” staat [‘et kol hajqoem]. Rabbi Abba leert dat ‘et duidt op alle levende dingen en dat omvat al die hogere *stamhoofden die de aarde leidden en onder controle hadden. Want wanneer Hasjem Zijn oordeel uitvoert, worden eerst deze hogere stamhoofden voor het gerecht gesleept. En vervolgens degene die onder hun vleugelen vertoefden. Dit principe lezen we terug in Jesjajahoe/Jes. 24:21 “En het zal te dien dage geschieden dat Hasjem de hoogsten in den hoge, en de koningen van de aarde op de aarde zal straffen”. De straf van deze stamhoofden is door een brandend vuur gedreven worden [Dwariem/Deut. 4:24] en dat is vuur dat vuur consumeert! De “levende dingen” van de hogere regionen gingen dus door vuur, en degenen die onder hun controle stonden, gingen door water.
Want deze straf is middah kneged middah [karma]. Zij dachten de malachiem van vuur en water te kunnen beheersen om zo onder dit oordeel uit te kunnen te komen.
Wat opmerkelijk is, is dat het voorspeld is dat: de generatie van de Dor Hamaboel in de einde der tijden, dus vandaag de dag, terug zouden komen in gilgoel [reïncarnatie]. Hoe zit dat?
De generatie van Dor Hamaboel [Zondvloed] kwam in reïncarnatie terug in de Dor Hafloğah [generatie van de Toren van Bavel]. Dit was uit chesed van Hasjem om hen nog een keer een kans te geven. Deze verzaakte de generatie en de laatste kans hebben ze nu gekregen [niet Joden komen hooguit drie keer terug in reïncarnatie: “Zie, al deze dingen doet Hasjem een man [ǧever, als het om een Jood zou gaan zou er namelijk ‘Adam’ staan] twee of zelfs drie keer aan” Ijov/Job 22:29]. Rabbi Anava leert ons in zijn sjioer “Zohar: Were Cain and Abel reptilians or human?” dat de opstandelingen van de Dor Hafloğah als straf van mens apen werden. Zijn bron is de Midrash op Bereeesjiet/Gen. Wat nog interessanter is, is dat hij leert dat deze apen terug zijn gekomen als mensen in deze moderne tijd die geloven dat wij van de apen afstammen. Vanuit hun perspectief hebben ze nog gelijk ook.
Deze mensen - de generatie van de Zondvloed en generatie van de Toren van Bavel - zijn nu als deze generatie terug op aarde en dan hebben zij hun drie kansen gehad. Het ziet er niet naar uit dat zij geslaagd zijn…
*Footnote: het is onduidelijk of de Zohar met de stamhoofden menselijke stamhoofden bedoelden of engelen die aan het hoofd van een volk of stam stonden. |
|
|