20 Chesjwan 5785 | 21 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
Door hoeveel poorten moet de ziel gaan voordat de ziel in Gan Eden (Paradijs) komt?
Publicatiedatum: maandag 14 december 2020 Auteur: de redactie | 1.259 keer gelezen
Kabbalah, Engelen en demonen, Redactie, Ziel, gilgoel [reïncarnatie] en geweten »
Het kan gemakkelijker zijn om De Zeven Hemelen [Hoge Werelden] bij de hand te houden.

Er wordt geleerd dat er twee Jeroesjaliem zijn. Jeroesjalajiem Hama’lah, Jeruzalem boven [Hemels Jeruzalem] en Jeroesjalajiem Hama’tah, Jeruzalem beneden. Hoe komt het dat er twee Jeroeslajiem zijn?
Het antwoord is dat alles boven is geschapen en als het waren heeft Hasjem wat Hij boven heeft geschapen, kopieert heeft en geplakt heeft in deze wereld [copy-paste].

Basjamajiem bestaat er zeven kittot - groepen - Malachej Sjaret, hoogste engelen. Zij zijn de hoogste engelen, omdat zij degene zijn die Hasjem dienen op de volgende wijze. Eén kittah, een groep, beslaat 15.000 engelen.

Deze Sjaret bewaken de zeven poorten van Jeroesjalajiem Hama’lah. Daarbij omringen zij deze hemelse stad. Deze zeven poorten - sja’aree tsedek - zijn de poorten van rechtvaardigheid. Deze poorten geven de zielen van de tsaddiekiem, rechtvaardigen, toegang tot Gan Eden. Wie staat daar klaar om deze rechtvaardige zielen te ontvangen? Dawied Hamelech. Hij zegt in Tehilliem/Ps.: 118:19, 20 en 21: “Open voor mij de poorten van rechtvaardigheid; Ik zal er binnengaan, ik zal Hasjem loven. Dit is de poort van Hasjem; de rechtvaardige zal erin binnengaan. Ik zal U danken, want U hebt mij geantwoord, en bent mijn redding geworden”.

Hij spreekt in deze specifieke Tehilliem over de poorten naar Gan Eden. Bovenstaand gaven we het antwoord op de vraag door hoeveel poorten iemand moet gaan voordat je in Gan Eden komt, het antwoord is zeven. En wie dienen om door deze poorten te gaan? De rechtvaardigen. Echter ook de niet rechtvaardigen gaan er door, maar komen - zoals we zullen zien - niet ver.

De eerste opening, poort, is vlakbij bij Ma’arat Hamachpela, Grot van Machpela waar Adam Harisjon, Chava, de drie aartsvaders en drie van de vier aartsmoeders liggen begraven. Ook het hoofd van Esav ligt daar. In een andere dimensie, naast Ma’arat Hamachpela; dáár is de ingang naar Gan Eden Tachton, *lagere Gan Eden. Deze eerste poort, hapetach harisjon, wordt bewaakt door niemand minder dan Adam Harisjon zelf. Hoe kom je daar?

Wanneer de ziel komt te overlijden, waar het ook is, rolt de ziel middels onderaardse tunnels naar Ma’arat Hamachpela. Niemand uitgezonderd. Zodra de ziel daar aankomt, ontmoet het Adam Harisjon zelf. Als de ziel de zchoet - verdienste - heeft om door het poort te mogen, zegt hij: “Panoe maqom, sjalom borech! Ga verder, vrede is met je, gezegende!” Heb je de zchoet niet, is de interpretatie van de schrijver dat de ziel in **kaf haqelah terecht komt [de ziel is zelfs op dat moment te slecht om Gehinnom in te gaan]. Dus alleen de rechtvaardigen en minder rechtvaardigen verdienen om door deze poort te gaan. De grote slechteriken niet.
De ziel is nu op weg naar de tweede poort.

Als de ziel door de poort komt, zal de ziel de chroeviem ontmoeten. Deze malachiem - engelen - bewaken Gan Eden Tachton en met name de Ets Chajjiem - Boom des Levens - nadat Adam Harisjon de chet, zonde, had gedaan.

Deze chroeviem hebben hier de rol van de malachej chabalah, vernietigende engelen, met ronddraaiende zwaarden. Als de ziel de zchoet heeft, gaat de poort open en de ziel kan deze met vrede passeren. Heeft de ziel niet de zchoet, wordt de ziel geoordeeld door de chroeviem.
Of de ziel toegang krijgt of niet, alle zielen moeten vervolgens door Nehar Dinoer, de rivier van vuur om te worden gezuiverd - letsof. De ziel met zchoet gaat daarna door naar de derde poort. De ziel zonder zchoet, die dus geoordeeld is door de chroeviem, gaat door naar Gehinnom. Afhankelijk van de zonden, komt de ziel in een van de zeven niveaus van Gehinnom. Komt de ziel bijvoorbeeld in de derde niveau in de Gehinnom, dan zal het na de straf in de derde Gehinnom, doorgaan naar de tweede Gehinnom, en zo klimt het op naar de eerste Gehinnom. Na de straf zal het door gaan met zijn reis naar de derde poort.

Zodra de ziel - die zchoet heeft - door de tweede poort en Nehar Dinoer heen is gegaan, komt het bij de derde poort aan. Bij de derde poort krijgt de ziel een soort pas. De pas is een siman, teken [je toegangsbewijs] dat je welkom bent in Gan Eden Tachton, de Gan Eden die hier in deze wereld is, maar in een andere dimensie.
Zodra de ziel door de derde poort komt, ziet de ziel een soort pilaar - ‘amoed -, wolk met schitterend [flikkerend] vuur [noğah] [zie Jechezkel/Ez. 1:4]. De ziel mag dan in de ‘amoed stappen en schiet vervolgens naar ***Gan Eden Eljon. Heeft de ziel niet de zchoet, dan mag het niet in de ‘amoed stappen en moet dan vervolgens in Gan Eden Tachton blijven [wat ook niet verkeerd is] en geniet van de pracht van Boven. Echter de pas wordt afgepakt, zodat ze niet verder kunnen reizen. De pas wordt afgepakt.

De ziel die wel de zchoet heeft en in de ‘amoed mag stappen om naar boven te gaan, gaat langs een soort gordijn, Wilon. Via Wilon komt de ziel in het firmament Raki’a. Dat is het firmament van ijs waar de zielen heerlijk kunnen genieten van de glans van de Sjchina. Echter ze worden hier niet met de glans van de Sjchina ‘gevoed’.

De ziel mag door naar Zvoel en het komt bij de poorten Jeroesjalajiem Hama’lah, Hemels Jeruzalem, waar zij verwelkomd wordt door de Poortwachters [de Metsa’oenie Hasjomriem] Deze engelen worden genoemd in Sjier Hasjieriem/Hooglied 5:7. Zij houden wacht bij de poorten van Jeroesjalajiem en omringen de stad eveneens. De ziel komt dan bij de Malachej Sjaret, dat zijn de eerder genoemde hele hoge engelen die het Hemels Bejt Hamiqdasj, Hemelse Tempel en Jeroesjalajiem Hama’lah bewaken. Mocht de ziel zchoet hebben, zal het Mika’el Hasar Hagadol, de ‘aartsengel’ Micha’el, ontmoeten en figuurlijk offert - korban, hij de ziel aan de Kadosj Baroech Hoe. Wat dit precies betekent, is het volgende. De ziel wordt als doron, kado, aan Hasjem aangeboden. We mogen ons misschien afvragen of dit al een vorm van deveikoet, je kleven aan Hasjem, is. Immers, ziel lijkt in eigendom te komen van Hasjem.

Vervolgens wordt de ziel door Mika’el Hasar Hagadol door de vierde, vijfde en zesde poort begeleid. Hij escord de ziel naar Gan Eden Eljon.

Tot slot komt de ziel bij Aravot. Daar, in Aravot, hoort de ziel de engelen zingen en Hasjem prijzen. De ziel zal daar dan in alle rust wachten in de comfort [als voorproefje] van Olam Haba die in de toekomst zal plaatsvinden.

*Footnote: niet te verwarren met de Gan Eden in Jetsirah. Die wordt in kabbalistische termen Gan Eden Tachton genoemd, omdat vanuit datzelfde kabbalistische oogpunt de Gan Eden in Beriah Gan Eden Eljon wordt genoemd.

**Footnote: Heb je geen verdienste om zelfs na je dood voor het Hemelse Rechtbank je rechtszaak te krijgen, dan ga je in Qaf Haqelah, de “katapult’. In Qaf haqela is de ziel als het ware staatsloos. Qaf haqela [wat beschreven wordt in 1 Sjmoel/Sam. 25:29] is bedoeld voor mensen die te slecht zijn om überhaupt de Gehinnom [hel] in te mogen. Tijdens de qaf haqela wordt je non-stop achtervolgd door vernietigende engelen en demonen die de persoon zelf door zijn of haar zonden hebt gecreëerd. Zij pijnigen hem en zitten altijd 'in yourface' voor de periode totdat als zijn klipot, de materie van deze wereld, van zijn ziel af is gevallen. De angst die de ziel ondergaat tijdens qaf haqela, veroorzaakt door deze vernietigende krachten, is veel erger dan een lichamelijke pijn. Na kaf haqela zijn we er nog niet. Wanneer je de verdienste eindelijk zou hebben om uit die qaf haqela te komen [door het lijden], dan moet de persoon nog voor maximaal 12 maanden het Gehinnom in, een zuiveringsplaats met zeven niveaus. Bij bepaalde zonden kun je – zoals eerder gemeld – in het zevende en diepste niveau van de hel komen en daar zal - chas wesjalom - de zondaar nooit meer uitkomen.
"Qaf haqela betekent dat de ziel zich nergens kan verschuilen voor zijn misdaden, want deze daden zijn namelijk getransformeerd in vernietigende engelen die hem constant achtervolgen. De ziel kan geen plek vinden om zich te verschuilen - van de ene einde van de wereld naar de andere - want in de wereld van de zielen is alles anders dan in deze wereld..." In deze wereld kan je wanneer je je schaamt voor je daden, vluchten naar een plaats "waar niemand hem kent, of naar een andere stad of een ander land. Maar in de wereld van de Waarheid, waar alles ronduit zichtbaar is, waar geen plek is waar G'd niet wordt gevoeld, vindt de ziel geen plaats om in zijn schaamte te verschuilen" [Rabbi Nosson Zwi Finkel, de Alter van Slobodka 1849-1927, leider van de Moessarbeweging]. Hoe gaat dat in zijn werk? Je komt te overlijden en je ziel wordt als in een katapult in een eeuwigdurende baan geschoten dat over de hele wereld gaat, zonder ooit omhoog te stijgen om het felbegeerde hemelse paradijs of zelfs de Gehinnom te bereiken.
Qaf Haqela kan voor een onbepaalde tijd zijn en is het ergste wat er is.

***Footnote: niet te verwarren met de Gan Eden in Beriah. Die wordt in kabbalistische termen Gan Eden Eljon genoemd, omdat vanuit datzelfde kabbalistische oogpunt de Gan Eden in Jetsirah Gan Eden Tachton wordt genoemd.

Bron: Zohar - Parashat Noach - "Seven gates to Gan Eden" - Part 1 - Rabbi Alon Anava

Copyright © 2020 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.