Mal’achiem [engelen] Mal’achiem, engelen, zijn spirituele wezens die bestaan uit diverse klassen en soorten. Zij zijn geschapen omdat deze vertegenwoordigers dienen te handelen volgens de wil van Hasjem.
Alle mal’achiem zijn dienstknechten van Hasjem en voeren alleen Zijn wil uit. Alles wat in de wereld gebeurt, zij het goed of slecht, wordt via mal’achiem uitgevoerd. Daarom zijn er ‘goede’ en ‘slechte’ mal’achiem. De ene groep zijn aangesteld om alleen goed te doen en de andere groep doen alleen slecht. Allen volgens de wil van Hasjem. Of iets goeds gebeurt of iets verkeerds, heeft ook te maken met de stand van de Kochot. Hebben de Kochot Nivdaliem de dominantie of de Kochot Hatoemah [krachten van vederf]? Mal’achiem die aangesteld zijn om kwaad te doen worden mal’achej chabalah [schadelijke engelen] en mal’achej mazieqiem [vernietigende engelen] genoemd. De goede dingen die goede mal’achiem doen, en de kwade dingen die de kwade mal’achiem doen, gebeuren daarom zowel in de spirituele als in de gasjmisje wereld.
Ondanks mal’achiem technisch gezien tot een en dezelfde soort spiritueel ras behoren, kunnen zij opgedeeld worden in verschillende soorten van en algemene categorie. Dit daarentegen van de Kochot die slechts tot een soort behoren. De RaMCHaL leert dat je het kunt vergelijken met de fysieke wereld die ook in meerdere klassen zijn ingedeeld en dan verder opgedeeld zijn in diverse soorten. Zo is dat ook bij de mal’achiem [DHI:5:1 footnote 17 Elucidated].
Mal’achiem kent hiërarchie, de een boven de ander, en ieder soort heeft zijn eigen grenzen en eigenschappen. Er zijn tien groepen soorten van mal’achiem [DHI:5:1 footnote 15 Elucidated]. Mal’achiem hebben verschillende mate van roechnisje. Dit heeft te maken met de afstand tussen een mal’ach en Hasjem. Ieder soort heeft zoals gezegd zijn eigen eigenschappen zoals snelheid, hardvochtigheid. Deze eigenschappen dragen bij aan hun respectievelijke natuurlijke staat [DHI:5:1 footnote 16 Elucidated].
Iedere mal’ach, engel, heeft supervisie over een bepaald concept en is daar ook over aangesteld. Zij hebben geen autoriteit om beslissingen te maken. Iedere mal’ach heeft zijn eigen specifieke taak die hij zonder uitstel uitvoert, maar ook met zriezoet, bereidwilligheid [DHI:5:3 footnote 23 Elucidated].
Zoals fysieke wezens, dingen en hun voorkomen evolueren vanuit de Kochot, zo worden deze fysieke wezens, dingen en hun voorkomen onderhouden door mal’achiem. “Er is geen grassprietje dat geen mazal basjamajiem [engel] heeft die zegt: “groei!” [Bereesjiet Rabbah 10:6; DHI:5:1 footnote 46 Elucidated].
Mal’achiem initiëren de veranderingen van gebeurtenissen in de fysieke wereld [DHI:5:1 footnote 47 Elucidated; DHI:5:3].
De bron van een fysiek ding [denk aan bijvoorbeeld een tafel] is een Koach. De sjefa om de tafel in bestaan te houden, vloeit door de mal’achiem. De sjefa begint met wat Hasjem aan de mal’ach voorziet. Dit vind plaats op de hoogste eind van de spirituele vlak [DHI:5:3 footnote 16 Elucidated].
Wat verbazend is, is dat een mal’ach binnen zijn gebied niet de absolute macht heeft. Zijn macht kan ondermijnd worden. Deze ondermijning kan gebeuren door middel van een mal’ach met een hogere rang. Zo is een ‘dienaar’ aangewezen zijn werk binnen de beria te doen [binnen de natuurwetten]. Een ‘officier’ is van een hogere rang en is ook geschapen om Hasjem’s wil te doen, zelfs wanneer de natuurwetten opzij gezet moeten worden. In dit geval spreken we van een nes, een wonder. Bijvoorbeeld. Wanneer een rasja aan kisjoef, tovenarij, doet, zet de rasja een dienaar opzij en doet vervolgens beroep op een ‘officier’. Deze kan vervolgens de ‘dienaar’ overrulen. Dit is levensgevaarlijk, omdat mal’achiem zich niet graag laten domineren door mensen. Dit geldt ook wanneer er sjediem – demonen – voor het karretje worden gespannen middels kisjoef.
Hoe werkt de bovengenoemde ‘ondermijning van een dienaar’ in het dagelijkse normale leven?
Alles in de beria gaan volgens besluiten van de Kadosj Baroech Hoe. In DHII:5:5 leert de RaMCHaL hoe deze besluiten worden uitgevoerd. De besluiten worden volgens een vast schema of draaiboek door de mal’achiem uitgevoerd. Dit wordt teva genoemd, ook wel ‘het schema van de natuurwetten’. De mal’achiem verzorgen de Sjefa in de wereld. Footnotes 26 en 27 van de Elicidated geven het voorbeeld als Hasjem zou besluiten dat er minder bomen op een bepaalde plaats moeten staan, dan ontwortelt Hij de bomen niet, maar geeft de Kadosj Baroech Hoe de ‘officier’ malach van de wind extra kracht om zo de ‘officier’ malach van de bomen te onderwerpen [Sifrei Chaim, Emunah, Vol.I pag. 138]. Een voorbeeld wordt in Shemot Rabbah 21:5/Rasji Sjmot 14:10 gegeven waarin Hasjem eerst de mal’ach van Mitsrajiem onderwerpt en vervolgens de Egyptenaren.
‘Officier’ mal’achiem werken dus op een hoger niveau dan een ‘dienaar/ambtenaar’ mal’ach. Ook onder ‘officieren’ worden op verschillende spirituele niveaus gewerkt die de Sjefa van boven naar beneden leiden. Dat zijn mal’achiem die de besluiten van de Kadosj Baroech Hoe uitvoeren ter compensatie van de acties van een persoon. Dat het ‘officieren’ moeten zijn, is om het feit dat een besluit van Hasjem over een persoon in conflict kan komen met teva, met de natuur. Dat wil zeggen dat de mal’achiem de straf en beloning sturen, dus machtiger moeten zijn dan de mal’achiem die de teva -natuur - besturen. Hasjem heeft bijvoorbeeld besloten iemand - die een boomgaard heeft - financiële schade moet lijden, en geeft een mal’ach die straf en beloning bestuurt meer koach, kracht, dan de mal’ach over bomen. Gevolg is dat de bomen van de boomgaard van dit persoon ontworteld worden. Wanneer Hasjem besluit dat diezelfde persoon een beloning verdient, dan geeft Hij de mal’ach - die controle heeft over straf en beloning - de mogelijkheid om aan de mal’ach van de bomen extra koach te geven. Gevolg is een onnatuurlijke aantal bomen voor de betreffende persoon [DHII:5:5 footnote 32 Elucidated].