Blijf jezelf, behoud je eigen identiteit en probeer niet andere culturen na te doen |
Publicatiedatum: dinsdag 23 augustus 2022 |
Auteur: Opperrabbijn Evers | 793 keer gelezen |
|
|
Opperrabbijn R. Evers, Maatschappij, Assimilatie » |
|
De Tora waarschuwt ons zeer regelmatig om niet met de buren mee te doen en zeker niet hun religieuze gewoonten over te nemen:
„Wanneer HaSjeem, uw G‘d, de volken waar u naartoe gaat om die uit hun bezit te verdrijven, van voor uw ogen uitroeit, en u hen verdreven hebt en in hun land bent gaan wonen, wees dan op uw hoede dat u niet, nadat zij van voor uw ogen weggevaagd zijn, in dezelfde valstrik komt, en dat u niet vraagt naar hun goden, door te zeggen: Zoals deze volken hun goden gediend hebben, zo zal ik het ook doen. U mag ten aanzien van HaSjeem, uw G‘d, niet doen zoals zij! Want alles wat voor HaSjeem een gruwel is, wat Hij haat, hebben zij voor hun goden gedaan. Zij hebben voor hun goden immers zelfs hun zonen en hun dochters met vuur verbrand. Dit alles wat ik u gebied, moet u nauwlettend in acht nemen. U mag er niets aan toevoegen en er ook niets van afdoen“ (Devarim/Deut. 12:29-32). Deze nieuwgierige neiging om andere goden en culturen te imiteren wordt aan verschillende psychische zwakten toegeschreven. Het is vaak gebrek aan trots op de eigen cultuur en het eigen geloof. Het kan ingegeven worden door angst uitgelachen te worden. Karakterzwakte ligt altijd op de loer. De echte remedie tegen deze sterk verspreide en zeer aanstekelijke psychische problematiek is het versterken van je eigen identiteit door intens te davvenen (bidden) en te lernen, Tora te bestuderen. We verliezen elke generatie in golus (ballingschap) 80% van onze mensen, of in qualiteit of in quantiteit. Dit werd reeds bij de Exodus uit Egypte gesignaleerd: “Wechamoesjiem aloe Bnee Jisraeel me’erets Mitsrajim – slechts een vijfde deel van de Joden trok mee uit Egypte”. Tachtig procent bleef geassimileerd achter. Triest maar waar. Verdiep je in je eigen cultuur. Ik kan u met 100% zekerheid vertellen dat u in het Jodendom alles kunt vinden wat u zoekt, van intellectuele hoogstandjes tot emotionele ervaringen. Zoekt u zich een inspirerende persoon uit, die u nieuw leven kan inblazen, als u een beetje gedesillusioneerd raakt. Zit niet bij de pakken neer en blijf stijgen in je Jodendom. Dat is de enige remedie tegen die vreselijke assimilatie, die ons doorlopend parten speelt. Jezelf blijven in een totaal andersdenkende omgeving is inderdaad altijd moeilijk. Maar dit is het lot van het golus-jodendom. We hebben een heel andere taak in het leven en hebben daarvoor ook de talenten en mogelijkheden voor meegekregen. Iedereen wil meedoen met de `Jones’, andermans gras is immers altijd groener...`Iedereen doet het’ of `iedereen gelooft er nu eenmaal in’, is een enorm krachtige sociale trekker. Maar soms willen we ook meedoen met de rest van de maatschappij omdat we ons niet durven te onderscheiden daar wij bang zijn de sympathie van onze buren te verliezen. Het is moeilijk altijd een sociale afstand te bewaren. Als we een beetje meebuigen met hun opvattingen voelen we ons beter. Als we meegaan met hun gewoonten, voelen we ons niet meer zo vreemd en onaangepast. We hopen doorlopend gunst te vinden in de ogen van onze omgeving en niet zo op te vallen door ons Joods-zijn. We willen bij iedereen in een goed daglicht staan. We kunnen totaal in paniek raken als we realiseren, dat er iemand is, die ons niet zo ziet zitten. De sociale druk kan enorm oplopen. Iedereen gaat mee met de mode. Niemand wil als een zonderling, oubollig, ouderwets of `niet van deze tijd’ worden versleten. Wij willen altijd gunst vinden in de ogen van onze buren: “Ma jomroe hagojim – wat zal onze omgeving van ons denken of zeggen?”. Drama’s spelen zich af op dit terrein van willen lijken op onze omgeving. De peergroep bepaalt ons welzijn… Jodendom is vaak niet meedoen met wat de meeste mensen goed of mooi vinden. We worden nogal eens uitgelachen of uitgescholden om onze gewoonten en kleding. We worden beproefd of we onszelf durven zijn. Om onszelf te blijven, kunnen we niet altijd overal in meegaan en aan meedoen. Willen we G’d naderen, moeten we alles met gevoel, intentie, kavvana, liefde en aandacht doen. Het aantal woorden, dat de bouw van de Tabernakel beschrijft zijn 113. Alle woorden aan het einde van de berachot van het Achttiengebed zijn bij elkaar ook 113 in getal. In de hele Tora komt het woord `lev’ – hart – ook 113 keer voor. Hiermee wordt aangegeven, dat ons gevoel en onze liefde een integraal onderdeel uitmaken van de bouw van een Heiligdom voor G’d in fysieke zin maar ook uitermate belangrijk ingrediënt vormen van onze gebeden. Kawwana betekent aandacht maar ook `zich richten’, zich richten op het Opperwezen en zich met G’d verbinden. En dit is de uiteindelijke bron van alle beracha (zegen). Verder schrijft de Toer, dat men met name bij de laatste woorden van iedere beracha van de achttien berachot van de Sjemonee Esree (het achttiengebed) veel aandacht moet hebben. Bij de bouw van het Misjkan (de reizende Tabernakel in de woestijn) staat achttienmaal de frase, dat de Bnee Jisraeel (de Joden) exact volgden wat G’d aan Mosje had opgedragen. De negentiende beracha (die ongeveer 2000 jaar geleden werd ingesteld tegen de ketters en verraders onder het volk) staat tegenover de `alles samenvattende’ pasoek (vers): “En Mosje zag al het werk, en zie, ze hadden het uitgevoerd zoals G’d het had opgedragen, zo hadden ze het gemaakt”. We kunnen G’d alleen benaderen via de door Hem gegeven opdrachten. Vroeger bereikten we G’d via de Tempel en korbanot (offers), tegenwoordig gebeurt dat in de Synagoge, met lernen van Tora en met vurige tefillot (gebeden).
©Opperrabbijn Evers 2022
|
|
|