BT Kiddoesjien 30b:
Ik heb de kwade aandrift geschapen, maar Ik schiep de Tora om de mens uit zijn paradoxale situatie te bevrijden.
Het Jodendom kijkt heel anders tegen het kwaad aan dan het christendom gewend is. Het christendom personifieert het kwaad in een de gevallen engel satan, terwijl in het Jodendom kwaad niet in een zin of in een visie gestopt kan worden. Daarnaast is goed en kwaad in het Jodendom subjectief. Daarom schuwen wij niet om het kwaad vanuit het Joods oogpunt op een diverse manieren uit te leggen. Het Jodendom kent hierin ook geen "foute" theorie.
Voordat Adam harisjon van de vrucht van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad at, stonden goed en kwaad aan elkaar parallel aan elkaar. Door het eten van de vrucht van de Boom van Goed en Kwaad werd goed en kwaad met elkaar vermengd. Deze vermenging openbaarde zich in die vrucht van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad.
Het Jodendom gelooft daarnaast dat het kwaad ten goede komt. In het volgende voorbeeld van de definitie van kwaad wordt dit beknopt duidelijk gemaakt. De RaMBaN meent namelijk dat de vruchten een invloed hebben op onze gemoedrust. Denk bijvoorbeeld aan drugs. Uitwerking van het vrucht is een vreselijke verlangen naar het kwaad. Het kwaad dat het bestaan van G'd ontkent. Maar, als Adam niet van de vrucht had gegeten, was geen G'ddelijke zielen niet in de andere volkeren terecht gekomen die de rest van de aarde bevolkten. Ondertussen brengt de Masjiach het G'ddelijke weer terug in het dagelijks leven en de natuur. Dat de Masjiach óók te verbinden is met de andere volkeren en het kwaad dat door G'd ten goede wordt gebracht middels Zijn volk Israël, kunnen wij zien in David hamelech, kleinzoon van een Moabitsche (gojiem) Ruth en afstammeling van de incestueuze relatie (kwaad) tussen Tamar en stamvader Jehoeda. Dit alles is in de verborgenheid geschied, want immers zou het kwaad er alles aan gedaan hebben dit tegen te gaan.
G'd wist van te voren dat de wereld zowel rechtvaardige als onrechtvaardige mensen zou bevatten. Er is een toespeling aan dit in het verhaal van de Schepping. De "aarde nu was woest" betekent "onrechtvaardig" (slecht), en de woorden "er zij licht" verwijst naar de rechtvaardigen.
|
Midrasj Bereesjiet Rabba 3
|
|