Diefstal is verboden, de wereld is niet van ons, en hoeft niet te doen wat wij maar willen. Het verbod op diefstal zat inbegrepen bij de toestemming die G'd gaf aan Adam en Chava in Bereshis 2:16 om te eten van de bomen in de tuin. Als de toestemming niet was verleent, zouden zij verboden zijn het te doen, omdat het eigendom hen niet toekwam. Dit was vooral het geval met het fruit van de boom van "Kennis tussen goed en kwaad" dat verboden was - met de doodstraf - voor hen om te nemen. Zie ook Bereshis 6:11-13 voor de redenen van de vloed, 31:19, Vayikra/Lev. 19:11
Chava was gezegd om van alle bomen te eten, behalve de boom in het midden van de Tuin. Hier gebeurden twee dingen, het eerste was duidelijk diefstal. Het tweede, een beetje minder duidelijk, was het eten van iets wat verboden was. Twee geboden zijn verbonden aan de daad zelf: diefstal en het eten van een ledemaat van een levend dier. Het verbod op diefstal houdt het volgend in: - stelen.
- overval.
- het verplaatsen van een mijlpaal.
- bedriegen.
- het niet terugbetalen van geleend geld.
- te veel winst maken.
- Begeren
- Een werknemer zal toegestaan zijn om het fruit te eten waar hij werkt (onder bepaalde voorwaarden).
- Tegen een werknemer die bepaald fruit eet (wanneer er geen voorwaarden zijn gesloten).
- Een werknemer die fruit (van waar hij werkt) mee naar huis neemt.
- Ontvoering
- Gebruik van valse gewichten en maten
- Het bezit van valse gewichten en maten
- Dat iemand precies zal zijn in het gebruiken van gewichten en maten.
- Dat de dief zal terugkeren (of betalen) voor het gestolen goed.
|