"Ons begrip van de Tanya is alsof een geit naar de maan kijkt"
Rabbi Sholom Dovber Schneersohn (1860-1920) Z"L (Shemu'os Vesippurim, Refoel Kahn, vol. 1, p. 96)
De Tanya is naast de TeNaCH en de Tehilliem (Psalmen) het belangrijkste boek binnen de Chabad Chassidoes. De Tanya is het magnum opus van de oprichter van Chabad: Rabbi Shneur Zalman van Liadi Z"L (de Alter Rebbe; 1745-1812). Chabad is een acroniem voor de Sefirot Chesed, Binah en Da'at.
De Alter Rebbewas jongste leerling van Rabbi Dov Ber, de opvolger van de Baal Sjem Tov en kwam na twintig jaar werk in 1797 uit. De laatste versie - waar andere schrijven van de Alter Rebbe toegevoegd zijn - kwam in 1814 uit. Oorspronkelijk heet de Tanya "Sefer Sjel Bejnoniem", Het Boek van de Gemiddelde mensen. Een andere naam voor de Tanya is Likutej Amariem "Verzamelde Verklaringen".
Tanya staat komt van het Aramese woordje Tanie' wat vrij vertaald "het is in traditie geleerd" betekent en valt onder de Sefriem hahizoniem. Sefriem hahizoniem zijn boeken die onder de traditie van de Mondelinge Leer vallen, maar geen onderdeel van de Misjnah (Zeráim, Mo'ëd, Nasjiem, Nezekiem, Kodosjiem en Tachoroth) vormen. De Tanya is de eerste schematische benadering van de Joodse spiritualiteit en psychologie. Dit vanuit een Chassidische filosofie en Kabbalah en haar mystische fundamenten. Hierdoor is de Tanya in feite een spirituele handleiding hoe je Hasjem kunt dienen. De Tanya toont aan dat geestelijke groei naar een hoger spiritueel niveau met goede inzet en hard werk ook voor de "gewone" Jood te bereiken is. Naast dat de Tanya Kabbalistische elementen bevat, is de Tanya op de eerst plaats een handleiding om het dienen van Hasjem in praktijk te brengen.
Het is bij de Lubavitcher Chassidiem de gewoonte iedere dag een portie Chitas(t) (acroniem van Choemasj, Tehilliem en Tanya) te lernen. De Rebbes onderwezen dat het een heilige plicht is om de Tanya te publiceren en in de wereld bekend te maken. Omdat het verre van een gemakkelijk werk is, geeft de Alter Rebbe in zijn voorwoord aan dat mensen die de Tanya lezen en hierdoor vragen hebben, dat zij naar de Masjpia' ("invloedrijke persoon". Chassidische rabbijn die als spiritueel mentor binnen een jesjive werkt) in zijn gemeenschap moet gaan. De Masjpia' wordt namelijk door zijn voorgangers in correcte toepassing van de Tanya getraind.
De Tanya is het eerste Chassidische werk dat door de auteur zelf geschreven is. De woorden van de Baal Sjem Tov en de Maggid van Mezritch (Rabbi Dov Ber) daarentegen zijn in werken door hun leerlingen opgetekend. In 1792 begonnen de - met de hand geschrevene - kopieën van de Tanya onder de Chassidiem te circuleren. Helaas - waarschijnlijk door een brand in zijn huis - is het handgeschreven manuscript van de Tanya niet bewaard gebleven. De in handgeschreven bewerkte Iggeret hatesjoeva heeft de brand overleefd en wordt bewaard in het archief van de bibliotheek waar de eerste druk tentoongesteld wordt.
In 1796 herzag de Alter Rebbe de Tanya, en voegde sommige hoofdstukken er aan toe. Toen hij dat afgerond had, gaf hij de Tanya voor het publiceren vrij. Op dinsdag de 20ste van Kislev, 5557 (1796) werd de oplage voltooid. Er was een enorme vraag naar de Tanya waardoor nieuwe drukken al snel beschikbaar kwamen. In de eerste tien jaar werd de Tanya minstens zestig keer herdrukt. Het belangrijkste thema van de Tanya is de altijd durende Identiteitscrisis van de Jood: ene dag gaan wij helemaal op in onze Tora-studie en de andere dag komen wij niet aan onze Tora-studie toe omdat wij de wereldse geneugten van dat moment als onze prioriteit stellen. Het is dus een dualisme tussen onze jotzer hara' en onze jotzer hatov (slechte en goede neigingen). De Tanya leidt ons door die dualisme van onze persoonlijkheden heen, geeft ons inzicht en helpt ons met onze dagelijkse worsteling. Ondanks wij een Codex van de Joodse Wet hebben, hoe ieder aspect van ons leven wordt uitgelegd, en al zóuden wij daaraan een perfecte invulling kunnen geven, is er meer dan dat. Wij missen nog steeds een hoofdbestanddeel in onze dienst van onze Schepper: de Jood is in staat prefect zijn "ding" te doen zoals Hij het ons voorschrijft, maar dikwijls wij handelen niet vanuit ons harten. Wij hebben dán het gevoel dat de mitswot ons worden opgelegd. Wij zijn dan niet een met de Tora, immers, het is dan "wij én de Tora". De Tanya leert ons die kloof te overbruggen, zodat er een eenheid tussen onze innerlijke en het Jodendom ontstaat. Het is dan niet "wij en de Tora", maar "onze Tora" en "onze mitswot". Wij gaan ze echt oprecht voelen in plaats van slechts "het handelen als een Jood an sich".
De Tanya is een boek dat iemand stap voor stap leidt om zijn potentie optimaal te kunnen gebruiken. Het is geen boek met theorieën, maar een soort mentorschap. Het is een zielengids hoe je de gewaden van je ziel [gedachte, spraak en actie] kunt beheersen. De meeste mensen hebben een levenslang innerlijke strijd tussen hun G'ddelijke – [nesjomme; de nefesj 'eloqiet] en de dierlijke ziel [nefesj; de nefesj habahamiet]. We spreken hier niet over de strijd tussen goed en kwaad.
De Tanya is ook geen boek om je geloof in Hasjem op te vijzelen. Het is bestemd voor mensen die weten dat Hasjem bestaat en wat Zijn rol in Zijn schepping is.
De Tanya beschrijft vijf niveaus waarin een mens spiritueel bevindt. Wij gaan eerst de drie hoofdkernen uitlichten die wij op onze sjioeriem van onze rabbijn hebben geleerd alvorens wij vanuit deze drie die vijf kort gaan uitwerken:
- Tsaddiek, de rechtvaardige. Is altijd goed bezig. Doet, denkt en spreekt altijd correct. Kent de eerder aangehaald innerlijke strijd tussen jotzer hara' en jotser hatov niet. Bijna niemand heeft de potentie om Tsaddiek te zijn. Je wordt namelijk als een Tsaddiek geboren.
- Bejnonie, de gemiddelde man. Is altijd goed bezig en heeft geen verlangen fout te doen, doordat hij geen enkele interesse daarvoor heeft. Doet, denkt en spreekt altijd correct, maar heeft wel de potentie niet goed te doen. Hij kent nog altijd een innerlijke strijd tussen jotser hara' en jotser hatov, de goede neiging. Ieder mens heeft de potentie het niveau van bejnonie te halen. Je wordt niet als bejnonie geboren, maar je kan er wel naar toe werken. Vandaar dat een bejnonie niet als een pc is die je van te voren programmeert zodat hij niets verkeerds doet.
- Rasja, de onrechtvaardige.
Vanuit deze drie basisniveaus, werken wij nu uit naar de vijf niveaus die de Tanya behandelt:
- Volledige Tsaddiek: hij heeft zijn dierlijke ziel geheel veranderd tot een punt waardoor hij in staat is in verbinding te staan met het G'ddelijke.
- Involledige Tsaddiek: hij is geheel vrij van de zichtbare onrechtvaardige neigingen, zelfs op niveau van zijn gedachten, nochtans heeft hij een minimaal verlangen naar onrechtvaardige neigingen.
- Bejnonie: is in bezit van een dierlijke ziel die nog steeds een kwade neiging heeft, maar hij slaagt er constant in zichzelf te bedwingen om geen zonde te begaan. Dit uit zich in daden, spreken en zelfs in gedachten. Dit betekent echter een doorlopende innerlijke strijd. Deze strijd is niet een eenvoudige strijd tussen goed en kwaad, maar eerder een doorlopende ontmoeting tussen de twee zielen van de Bejnonie - de dierlijke en de G'ddelijke ziel - de ziel dat benedenwaarts naar de aarde beweegt en de ziel dat nastreeft om omhoog naar het G'ddelijke te bewegen.
- Involledige Rasja zondigt zonder tesjoeva te doen, maar doet ook goede daden.
- Volledige Rasja zondigt zo vaak dat niets van zijn gedachte, spraak of daden onder controle staat van de G'ddelijke - (dat toch in hem blijft bestaan), maar louter van zijn dierlijke ziel.
De Tanya bestaat uit vijf delen:
- Sefer sjel Bejnoniem, het boek van de Gemiddelde mensen. Dit boek beschrijft hoe je de Grootheid van de Schepper en de eenheid van de Joden - met Hem door de Tora - kan realiseren. Het boek leert hoe je de liefde en vrees voor Hasjem kunt bereiken, omdat deze twee elementen niet weg te denken zijn in het aanbidden van Baroech Hakodesj. Deze benadering is het fundament van de Chabad: het bereiken van de emotionele verbetering tijdens het dawnen én het vervullen van de mitswot. Deze emotie moet afgestemd worden met intellectuele kennis van de mystieke en spirituele aspecten van het dienen van Hasjem. Dit verklaart gelijk de door ons eerder aangehaald acroniem van Chabad van de G'ddelijke aspecten van Wijsheid, Kennis en Begrip.
- Sja'ar hajichoed weha'emoenah, Poort van Eenheid en Geloof. Dit boek beschrijft de eenheid tussen de Schepper en Zijn schepping, ondanks dat de Schepper anders is dan Zijn schepselen. Het boek leert ons, zij het oppervlakkig, hoe de Schepper Zijn oneindige krachten aanwendt om de wereld te scheppen. Deze krachten hebben hun oorsprong bij de Schepper Zelf liggen.
- Iggeret hatesjoeva,Brief over Terugkeer [berouw], wordt ook de Tanya Katan genoemd, de beknopte Tanya. Het beschrijft de mystieke aspecten van inkeer. Dit betekent niet alleen vergiffenis voor de zonde, maar ook de geestelijke ontwikkeling naar een hoger vlak dan de positie voor de zonde.
- Iggeret Hakodesj, Brief van Heiligheid, werd pas na de Alter Rebbe's dood - na 1814 - door zijn zoons gepubliceerd. Het is een verzameling van brieven die hij aan zijn leerlingen en andere Chassidische gemeenschappen heeft geschreven. In deze brieven worden de mystieke aspecten van diverse mitswot - zoals tsedoke, Torastudie en geboden die je lichaam moet vervullen - besproken. Dit deel is een diepgaander en meer gefocused werk met betrekking tot de Joodse mystiek dan de andere werken.
- Koentres Acharon, Laatste Thesis, is ook pas na zijn dood door zijn zoons uitgegeven. Het bevat een reeks brieven waarin de Rabbi controversies binnen de Joodse mystiek oplost. Dit werk is een nog diepere openbaring van diepgaande mystieke begrippen.
Dit artikel zal zeer globaal de inhoud van de Tanya bespreken. |