"Rabban Gamliel, Rabbi Elazar ben Azaryah, Rabbi Yehoshua en Rabbi Akiva waren aan het lopen richting Yerushalayim. Toen zij bij har Habayis (de tempelberg) aankwamen, zagen ze een vos wegrennen uit het gebied waar het Heilige der Heiligen had gestaan. Ze begonnen te huilen, terwijl Rabbi Akiva lachtte.
"Ze zeiden tot hem: 'waarom lach je?' " "Hij antwoordde: 'waarom huilen jullie?' " "Als er van de plaats waarover staat geschreven, 'en de vreemdeling die er binnen gaat, zal sterven' we er een vos uit zien komen, zouden we dan niet moeten huilen?' " "Om diezelfde redden, lach ik. Yeshayahu HaNovi (de profeet) heeft gezegd: 'Ik zal dan twee betrouwbare getuigen voor mijn volk brengen, Uriah de Coheen (priester), en Z'charyah ben Yevarech'yahu' (Yeshayahu 8:2). Nu, wat hebben Uriah en Z'charyah met elkaar te maken? Uriah profeteerde in de tijd van de eerste beis Hamikdash (tempel), en Z'charyah profeteerde in de tijd van de tweede beis Hamikdash! Maar het vers in Yeshayahu maakt Z'charyah's profetie afhankelijk van die van Uriah."
"in Uriah's geval, is het geschreven, 'daarom, om jou zal Tzion worden geploegd zoals een veld' Uriah/Micha 3:12. In Z'charya's geval. Vinden we weer oudere mannen en oude vrouwen die zitten in de straten van Yerushalayim. Ieder met een stok in zijn hand vanwege zijn of haar hand vanwege hun (grote) leeftijd. En de stad zal vol zijn van kinderen, die in haar straten spelen" Zechayah 8:4-5. Tot ik de vervulling van Uriah's profetie had gezien, had ik enige twijfel of Z'charyah's profetie zou uitkomen. Nu ik Uriah's profetie tot in elk detail vervuld heb zien worden, weet ik dat Z'charyah's profetie ook zal uitkomen.
"Toen ze dat hoorden, zeiden Rabbi Akiva's collega's tegen hem: 'Akiva, je hebt ons getroost. Akiva je hebt ons getroost.' "
Rabbi Akiva's collega's waren natuurlijk geen 'ordinaire' 'normale' Joden die je zo op straat tegen komt. Dit waren allemaal geniale mannen, die ons allemaal voorbij streven. En toch, toen ze de trieste omgeving zagen onder de omgeploegde tempelberg, met en vos die wegrent uit het gedeelte van het Heilige der Heiligen, konden ze hun tranen niet inhouden.
Alleen Rabbi Akiva, een Joodse held van alle eeuwen, die de geestelijk leider was van de Bar Kochba opstand tegen Rome in 135 (gewone jaartelling). En zijn volledige geloof in Hashem behield ondanks het mislukken van de opstand. En die kon lachen omdat hij zijn kans zag om G'd lief te hebben met zijn 'ziel' terwijl zijn leven van hem werd afgescheurd door zijn sadistische Romeinse beulen.
Hij kon in de tragedie van de churban de basis van het glorieuze lot en redding van het Joodse volk zien.
© Jodendom-online 2008
|