Het Lichaam van Israël |
|
|
Als over mij de hand van Hasjem is gekomen, leidt hij mij naar buiten, door de geest van Hasjem, en zet hij mij neer midden in de kloof; die is vol beenderen. Als hij mij aan hen voorbij heeft laten trekken, rondom en nog eens rondom,- zie, dan zijn het er zeer vele, óp de oppervlakte van de kloof, en zie, ze zijn zeer droog. Hij zegt tot mij: mensenzoon, kunnen deze beenderen leven? En ik zeg: mijn Heer, Ene, dat weet gíj! Hij zegt tot mij: profeteer over deze beenderen,-... |
|
|
|