"We betuttelen ze om hun onvolledigheid, om hun tragische lot dat zij door hun verschijning ver beneden ons staan. En daarin dwalen wij zeer en maken wij fouten. Het dier mag niet in een wereld die ouder en completer is dan die van ons beoordeeld worden door de mens. Een wereld waarin zij zich bewegen, voltooien met zintuigen die begiftigd zijn met gaven die wij hebben verloren of nooit hebben gehad, een wereld bewoon door stemmen (Devorah: van dieren) die wij nooit zullen horen. Ze zijn niet onze broeders noch zijn ze niet ondergeschikten aan ons, ze zijn andere naties, net als wij gevangen in het net van het leven en tijd, medegevangenen van de pracht en Arbeidshof van de aarde. "
Henry Beston (1888-1968) |