De 19e eeuwse geleerde, Rabbi Samson Rafael Hirsch geeft een diepere interpretatie. Hirsch's benadering kijkt naar de sjoresjiem (stammen/wortelen) van de centrale namen in deze parasja. In parasjat No’ach, onderscheidt Hirsch de sjoresjiem en geschiedenis van de namen van de drie zonen: Sjem, Cham and Jefet. Cham betekend in het Ivriet "heet". Cham reageerde alleen op zijn verlangens en impulsieve gevoelens. Hierdoor maakte Cham verkeerde beslissingen. Hij volgde zijn verlangens boven alles, vaak zelfs zijn seksuele verlangens. Hirsch quote de rabbijnen die leren dat, “ongeremde verlangens lijden tot slavernij.” Volgens Hirsch is dit de reden waarom Kena’an een slaaf werd van Sjem en Cham. Jefet (of Jafet, zoals het vaak, vanwege grammatica, in de Tora geschreven staat) is: ‘Jafeh, mooi’. Hirsch legt uit dat de Griekse (en later de Romeinse) cultuur gaan uit van schoonheid, esthetische en het emotionele. Deze culturen leverde de mooiste stukjes kunst in de geschiedenis van de mensheid en dit is de gift dat Hasjem heeft gegeven aan de nakomelingen van Jefet. Sjem betekent ‘naam’. Hirsch verbindt dit met G-d (zoals in HaSjem) maar legt uit dat dit ‘maken/creëren/scheppen’ betekent. G-d schiep de wereld door de verschillende onderdelen ‘uit te spreken’. Door iets een naam te geven, kunnen mensen in zekere zin ook iets maken. De mogelijkheid om iets te benamen en omschrijven komt alleen van de attributen van intellect, wijsheid en spiritualiteit (elementen van de Tora). In de Tora zegt Noa'ch in de profetie ook, dat G-d de G-d is van Sjem. De afstammelingen van Sjem (de Israëlieten) zullen de ‘bewakers’ zijn van de waarheid, wijsheid, definitie en doel. Iemand kan aan de hand hiervan denken dat Cham slecht is, Jefet ‘neutraal’ en Sjem het beste. Het feit is alleen dat álle zonen van No’ach (met hun eigenschappen) gered zijn van de zondvloed en dus gezegend en ‘goed’ zijn. Hierdoor moeten al deze attributen bestaan in de wereld. De waarheid is ook dat al deze eigenschappen in ons zelf voorkomen. Soms reageren we op schoonheid en op onze gevoelens. Soms reageren we impulsief op onze verlangens. En andere keren, hopelijk, gaan we af op ons gevoel van doel gerichtheid, waarde, wijsheid en spiritualiteit. Het komt uiteindelijk allemaal van een man, No’ach. De sleutel is hier balans. Onze Traditie vertelt ons dat we door het leven moeten gaan met wijsheid, een doel en heiligheid (Kedoesja). Wat maakte Sjem anders was dat hij nadacht voordat hij reageerde op de impulsen van roddelen. Hij bedacht wat het juiste en ethische was om te doen, en deed dat. Dit helpt iemand om rechtvaardig te zijn. De beste acties komen van een bron van wijsheid, verstand en moraal. Sjem gebruikte zijn verstand, intellect en kennis van G-d om te overwegen was het effect van zijn daad is om zijn vader op een respectvolle manier te behandelen. Maar wat dan met schoonheid, verlangen en pure emotie? Deze dingen zijn toch ook Kosjer… toch?! Ja, maar in de juiste context. Schoonheid en emotie zijn het best te voelen wanneer het verbonden is met betekenis en waarheid. Iemand moet realiseren dat als iets mooi is, dat het dan de schoonheid weerspiegelt van G-d’s creatie en daardoor dus G-d. Schoonheid en vorm zijn fantastisch als we het alleen niet zelf gaan aanbidden. Schoonheid ansich is betekenisloos. Jefet moet verbonden zijn met Sjem. “G-d zal Jefet uitbreiden, maar hij zal wonen (hier: gecombineerd zijn met) de tenten van Sjem. In deze zegen zie je de beide elementen van Jefet en Sjem. Verlangens, fysiek of seksueel, kunnen ook kosjer zijn, als het op een manier is verbonden met Sjem. Men kan reageren op zijn/haar pure verlangens zolang in het achterhoofd wordt gehouden dat er een herinnering/connectie met verstand, wijsheid en betekenis moet zijn. Verlangen moet doorvoor dus een slaaf zijn van wijsheid en verstand (Tora). Cham moet een slaaf zijn van Sjem. Als we deze eigenschappen in onszelf in balans kunnen houden, worden we net zo rechtvaardig ‘in deze generatie’ als No’ach was “in zijn generatie” (Ber./Gen. 6:9).
©Joel Boosman 2010 |