20 Chesjwan 5785 | 21 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Het leven van Elijah ben Solomon Zalman (de Gaon van Wilno)
Publicatiedatum: donderdag 28 oktober 2010 Auteur: Redactie | 4.382 keer gelezen
Chassidiem en Chassidoes, Personen, Redactie »

De Gaon van Wilno (GRA=Gaon Rabbenoe Elijahoe) – ook wel de heilige genie van Wilno [hagaon hachassid miwilno] genoemd - werd als Elijah in Vilnius (Wilno, het rabbinale bolwerk in Litouwen) op de eerste dag van Pesach in 5480 (23 april 1720) als directe afstammeling van RaSji (en van Dawied Hamelech) in Selz geboren.

Als zoon van Rabbi Solomon Zalman Kremer is hij de meest invloedrijke Halachist sinds de middeleeuwen worden. Vele vooraanstaande jesjivot en grote groepen vrome Joden houden zich aan de minhag hagra, de minhag van de GRA.

De Gaon van Wilno was een Talmoedist, Grammaticus, Wiskundige en Kabbalist. Hij vertaalde grote wiskundige werken in het Hebreeuws.

Als kind was hij al extreem getalenteerd wat uitte dat hij trachtte de golem te ontwikkelen (een kabbalistische term voor mystieke, dom, kunstmatig mens die uit klei of leem gemaakt is). Door zijn fotografisch geheugen, kende hij als driejarige ook de hele TeNaCH uit zijn hoofd. Tot grote verbazing van de aanwezigen gaf hij op zes en een half jarige leeftijd een Talmoedische speech in de Grote Synagoge van Wilno. Je kan haast zeggen dat zijn ´loopbaan´ als Talmoedgeleerde op zijn zevende begon. Toen was hij al leerling van Mosje Magalit, de rabbijn van Kaidan en auteur van de commentaar op de Talmoed Jeroesjalmi. De Gaon was toen al in staat kennis te hebben over diverse verhandelingen.

Op zijn achtste bestudeerde hij in zijn vrije tijd astronomie.

Toen hij nog maar negen was, kende hij alle Geschriften en de Talmoed, samen met de traditionele tekstuele commentaren.

Toen de GRA tien was en met Rabbi Aryeh Leib van de Beet Din van Chechanovitz als collega studeerde, ronde hij naar verluid de hele studie van de Zohar af. Als snel werd het duidelijk dat het overbodig was de GRA als rabbi bij te staan met betrekking tot zijn studies. Hierdoor studeerde hij nooit aan een jesjive en werd hij een gedwongen autodidact.

De GRA was slechts elf jaar toen hij binnen een nacht, de nacht van Simchat Tora, twee Talmoedische traktaten studeerde: de Zevahiem en de Menachot die uit 230 moeilijke folios bestaan. Omdat de GRA toen al zo enorm snel over de pagina's van de traktaten kon 'scannen', heeft Rabbi Michel hem getest of de GRA de traktaten wel goed genoeg kende. Hij kwam tot de conclusie dat de GRA de traktaten van binnen en van buiten volledig beheerste.

Tegen zijn dertiende verjaardag werd er over de GRA verteld dat hij zowel alle Kabbalistische literatuur als 'de zeven wereldlijke wijsheid' beheerste. Toen hij bar mitswe werd, werd hij al 'Gaon' genoemd.

De GRA had ongekende ijver, heftigheid, intensiteit, toewijding, ernst, affiniteit, maar ook vreugde wanneer het ging om Torastudie. In zijn jeugd dwong de GRA zichzelf in de winter in een onverwarmde kamer Tora te studeren. Hij deed zijn voeten in koud water, zodat hij niet in slaap viel. Wanneer hij slaperig werd, gaf hij hier uitsluitend voor zeer korte perioden er aan toe. Hij sliep gemiddeld twee uur per etmaal en sliep nooit langer dan een half uur. Als hij sliep, bleven zijn lippen bewegen omdat hij ook in zijn slaap zijn Torastudie herzag.

Als een jongeman, dwaalde hij door gebieden van Polen en Duitsland en raakte hij geheel op de hoogte van de gewoonten van de Talmoedisten van zijn tijd. Hij was amper twintig jaar toen rabbijnen hem raad vroegen over Halachische beslissingen. In 1748 keerde hij naar Wilno terug.

De GRA nam verder nooit deel aan openlijke aangelegenheden. Hij werd ook geen hoofd van één van de leerscholen van Wilno. De GRA was tevreden met de positie die hij reeds bekleedde als rabbijn die zijn leerlingen met zijn kennis voorzag. De GRA leerde uitsluitend in kleine groepen van leerlingen en vrienden.

Toen hij 35 jaar was - reeds onomstreden en op hoge niveau van de Halacha zat - werd hij door de vooraanstaande rabbijn Jonathan Eybeschulz (toen 65) gevraagd een beslissing te nemen over zijn amuletten en de cherem die door Rabbi Jacob Emden werden uitgevaardigd, omdat Rabbi Eybeschulz verdacht werd van Sjabbatianisme. De GRA weigerde zijn verzoek.

Hij leefde op de meest bescheiden manier die je kon voorstellen en was getrouwd met Chana uit Keidan. Samen hadden zij diverse zonen en dochters, waaronder de geleerde Avraham ben Elijahoe van Wilno. Chana stond bekend als een uiterst toegewijde vrouw en moeder die alles op zich nam waardoor de GRA in staat was zich voor meer dan 100% aan Torastudie te wijden.

Met zijn bescheiden, eenvoudige en vrome karakter, heeft hij een stempel gezet op de leerstellingen van grote rabbijnen en hun jesjives. Zijn zelfdiscipline was oneindig hoog. Zijn wil was van ijzer waardoor hij bleek hameren op het feit dat zelfcontrole en zelfdiscipline uitermate van belang was. Ook zijn zelfverzekerdheid was bekend. Op een dag had hij het gevoel dat Rabbi Chaim Vital, de belangrijkste leerling van de Ari Z”L en zijn leringen op schrift heeft gezet, had gefaald in de adequate inzicht in de totale diepte van de leer van de Ari Z”L. Rabbi Chaim van Volozhin was hierbij. Een andere keer, zo vertelde zijn andere leerling Rabbi Menachem Mendel van Shklov, dat hij een conversatie met de GRA had. De GRA zei: “ik wou dat Aristoteles nu in mijn bijzijn leefde. Ik zou van de gelegenheid gebruik maken om hem de natuur van de openbaringen van de Hemelse sferen op zo'n danige manier uitleggen dat Aristoteles overtuigt zou zijn van het bestaan van het Opperwezen.”

1   |   2      »      
Pagina index:
Copyright © 2010 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.