Degene die de lofprijzing over Hasjem in deze wereld zingt, verdient de toekomstige wereld, zoals er staat geschreven: “Gelukkig die in Jouw huis verblijvend, steeds weer Jouw lof verkondigen sela.” (Sanhedrin 91b)
Asjrei is een heel belangrijk onderdeel van de gebeden. Het is samen met Pesoekei D'zimrah de opbouw naar de Sjema en Sjmone Esre. Een grote rav van deze tijd leerde eens dat de kracht van tefillah [gebed] de combinatie is door drie Tehilliem [Psalmen] te dawnen om vervolgens direct daarna chesed in je tsedokepotje te doen. Dit geeft aan hoe belangrijk tefillah, tehilliem en chesed is.
Iedere Tehilla [Psalm] is mooi en belangrijk en heeft zijn eigen karakteristieke waarde. Maar wat maakt Tehilla 145 - Asjrei – dan extra zo belangrijk?
Talmoed Brachot 4b vertelt dat de Geleerden van mening zijn dat wanneer iemand drie keer per dag Asjrei op een goede manier uitspreekt, direct toegang zal krijgen tot het Olam Haba'. Rabbi Elazar zei in de naam van Rabbi Avina: "Degene die 'een lofzang van Dawied' [Tehilla 145] drie keer per dag reciteert, is voor hem de zekerheid dat hij zal wonen in de toekomstige wereld." Daarnaast wordt Tehilla 145 als begin en als einde van Jom Kippoer gebruikt. Wat is hiervan de reden? Wanneer men zou zeggen dat het vanwege de alfabetische acroniem is, dan kan men beter Tehilla 119 reciteren, omdat die uit een achtvoudige alfabetische acroniem bestaat. Het is beter dat iemand Tehilla 145 reciteert, omdat het de vers 'Jij opent Jouw hand en stelt al wat leeft tevreden' bevat.
Het is duidelijk dat Asjrei dus een speciale status heeft, omdat (nogmaals):
-
het begint met het woord ' 'arommecha'. 'Arommecha begint met een 'alef en vormt met de rest van de woorden aan het begin van iedere vers een acroniem van het Alef-Beth. In die acroniem [zie afbeelding met rode pijl] wordt de letter noen overgeslagen. Dus na 'malchoetecha...Jouw koninkrijk... begint de volgende zin met een samech: 'Somech Hasjem... Hasjem steunt...' De reden dat de letter noen niet in deze Tehilla voorkomt, is omdat de noen in verband met het woordje 'nefilah' – [Israël's] toekomstige val chas wesjalom – gebracht kan worden. Daarom weigerde de Psalmist deze letter te gebruiken die deze tragedie zou kunnen suggereren. Wetende dat het neervallen van Israël plaats zou vinden, troost de Psalist Israël door te zeggen 'somech Hasjem lechol hanofliem... Hasjem steunt die vallen...' Dit is een garantie dat wanneer er een neerval zal plaatsvinden, men altijd naar Zijn steun mag uitkijken (Berachot 4b). Dus Tehilla 145 bestaat niet uit 22 verzen, maar uit 21.
-
Het bevat inspirerende woorden en het verzekert Hasjems genade. Poteach 'et jadecha... Jij opent Jouw hand... De Zohar leert dat Hasjem Zijn hand voor ons opent. Deze zin moet met het reciteren van Asjrei met extra intentie gereciteerd worden, want dit is een belangrijke lofprijzing. Wanneer iemand vergeet poteach 'et jadecha' met de gewenste concentratie [kavanah] te reciteren, moet de vers overgedaan worden (Toer en Sjoelchan Aroech 51:7). Met grote vreugde en kavanah moet deze vers gereciteerd worden, omdat Hasjem om iedere creatie geeft!
Wat is de betekenis van deze twee punten?
Asjrei verwijst naar deze beide leerstellingen. Het bevat alle letters van het Alef-Beth, die volgens de Midrasj door G'd gebruikt werd om de wereld te scheppen. De vers Poteach 'et jadecha oemisbia' lechol chaj ratson... Jij opent Jouw hand en stelt al wat leeft tevreden bevestigt het geloof in G'ddelijke Voorzienigheid.
|