Het oorspronkelijke schrijfsel is geschreven als reactie op de wijdverbreide brandstichting dat grote delen van het JNF bos in Israël door de Arabieren zijn verbrand; dit meerdere decennia geleden.
Echter is de boodschap met opzet op een breder niveau gebracht. Hoewel dergelijke incidenten van brandstichting door Arabieren in Israël nog steeds tot op de dag van vandaag gebeurd, heeft dit niets met de prima organisatie JNF of hun bomen te maken. Wij willen het probleem van brandstichting - dat wereldwijd pas sinds precies een week geleden bekend is - in Israël door Palestijnse Arabieren en andere niet-Joodse Israëliërs onder de aandacht brengen.
De schrijver - die al een geruime tijd niet meer leeft - heeft in het verleden meerdere malen benadrukt dat Arabieren de Joodse aanwezigheid in Erets Jisrael - met name in [toentertijd] Gaza, Judea en Samaria - niet kunnen verdragen en zullen verdragen.
In het kader van de bosbranden, nogmaals wat echt niet van de laatste week is, op de Carmel afgelopen Chanoeka, heb ik het schrijfsel uit 1989, dat naast historisch ook een vooruitziende karakter bevat, vertaald.
Zij verbrandden mijn bomen (geschreven in 1989)
Carmel©Devorah april 2010
Ik was gisteren depressief. Heel, heel triest. Want ik wist dat zij mijn bomen hadden verbrand. Als kind spaarde ik zorgvuldig mijn geld op zodat ik die bomen kon kopen en wist dat zij zouden worden geplant. En nu zijn zij verbrand. Ze moesten worden verbrand. Het is niet logisch dat een miljoen bomen verbrand zouden worden en de mijne daar niet tussen zou zitten. Nee, zij zijn allemaal verbrand.
Iedere week kwam ik van school en nam een stuiver mee. En met dat stuiver zou ik een speciale zegel kopen. De Joods Nationaal Fonds zegel. Ieder week zou ik de zegel plakken op een afbeelding van een boom die onderdeel was van een JNF-poster die twintig 'bladeren' had. Iedere week zou ik mijn zegel op een blaadje plakken en uiteindelijk, na twintig weken, had ik een boom! Ik heb dit jaren gedaan, omdat ik een brave jongen - een brave Joodse jongen was. En ik kocht mijn bomen. Mijn bomen. Mijn Joodse bomen.
En nu hebben zij hen verbrand. De Arabieren en hun intifada. Vorig jaar - binnen de soevereine Staat Israel, dat onafhankelijke Staat dat mij zo trots maakt omdat het met niemand laat sollen - hebben Arabieren 1,5 miljoen bomen verbrand. Sommige van die bomen waren van mij. Ik was verdrietig.
Maar toen zag ik een advertentie van het JNF. Dat maakte mij weer gelukkig en trots om een Jood te zijn, omdat het JNF zich met niemand laat sollen. Het JNF plaatste een advertentie om de Arabieren te laten weten dat wij niet de Joden van toen zijn. Niemand verbrandt onze bomen. Eigenlijk niet helemaal waar. Wat het JNF zei is dat wanneer Arabieren onze bomen zouden verbranden, zouden wij hen laten zien dat wij meer bomen zouden planten dan dat zij verbrand hebben. Alles wat zij kunnen verbranden, kunnen wij nog veel beter planten. Als zij 1.5 miljoen bomen verbranden, dan planten wij nog veel meer, wel tien miljoen bomen meer. Wij zullen 11.5 miljoen bomen planten!
Ik was zo blij. Ik rende naar de bank om mijn geld om te zetten in stuivers zodat ik zegels voor de bladeren kon kopen om zo nieuwe bomen te laten planten. Ik was zo blij dat het JNF dit prachtige idee had, totdat ik mijn buurman tegenkwam. Ik heb hem nooit gemogen. Hij was altijd zo cynisch en een spelbreker. Toen ik hem vertelde van het briljante idee van het JNF om het tienvoudige te planten wat de Arabieren hadden verbrand, zei deze lamzwam:
"En als zij die weer verbranden? Gaan we dan 110 miljoen bomen planten? En waarom moeten Joden voor de bomen betalen wat de Arabieren verbranden? Waarom gooien we ze niet het land uit? Waarom stellen wij hen in staat om in ons land te blijven als wij weten dat zij onze bossen zullen verbranden? Waarom zou ik een sukkel zijn om mee te betalen aan de dikke salarissen van het JNF management die dit als een gouden kans zien om een Madison Avenue-actige campagne op te zetten zodat zij hun salarissen wel zullen behouden? Als het JNF geld van me willen, laten zij dan eisen dat de Arabieren eruit worden, zodat ik weet dat ik slechts een keer voor een Joodse boom betaal."
Ik heb mijn buurman nooit gemogen. Hij is zo cynisch. Hij is zo logisch.
©Jodendom-online 2010
|