3 Kislew 5785 | 04 december 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
De vernietiging van de Tweede Bejt Hamiqdasj
Publicatiedatum: woensdag 19 januari 2011 Auteur: Redactie | 3.495 keer gelezen
Heilige Plaatsen, Redactie, De Misjkan en de Bejt Hamiqdasj »

Tijdens het leven van Rabbi Jochanan ben Zakkai werd de Tweede Bejt Hamiqdasj vernietigd. Dit vond plaats in 68 ndgj, 490 jaar na de Vernietiging van de Eerste Bejt Hamiqdasj. De reden van de Vernietiging kunnen we in het volgende verhaal terugvinden.

Bar Kamtsa ging naar keizer Nero (37-68 ndgj) en zei: "De Joden rebbelleren tegen jou". De keizer vroeg hoe hij dit wist. Bar Kamtsa antwoordde: ‘Ik kan het je bewijzen. Stuur hen een offerdier en zie of zij deze zullen offeren. Als zij het offerdier afwijzen, dan is dat het bewijs van hun rebellie tegen jou en jouw autoriteit'. Zo gezegd, zo gedaan. De keizer zond de Joden een drie jaar oude kalf en Bar Kamtsa mocht deze hoogst persoonlijk leveren. Voordat hij Jeroesjalajiem binnentrad, sloeg hij op de lip van de kalf waardoor de Joden de kalf als ongeschikt zouden beschouwen.

Waarom deed Bar Kamtsa dit?

Een rijke man wilde een feest organiseren en nodigde ook zijn beste vriend Kamtsa uit. Tijdens het versturen van de uitnodigingen is er iets mis gegaan. In plaats dat zijn vriend Kamtsa werd uitgenodigd, werd zijn vijand Bar Kamtsa uitgenodigd. Toen de feest al in volle gang was, werd de fout ontdekt en Bar Kamtsa werd em public verzocht het feest te verlaten. Bar Kamtsa probeerde op alle manieren zijn gezicht te redden door drie keer vrede aan de gastheer aan te bieden. Zijn eerste voorstel was dat hij al het voedsel voor de gasten zou betalen. Dit werd bruut afgewezen. Vervolgens bood hij aan om de helft van de kosten van het feest te betalen. Ook dit werd door de gastheer ferm afgewezen. Tot slot wilde Bar Kamtsa alle kosten van het gehele feest op zich nemen. Ieder aanbod maakte de gastheer alleen maar kwader en tot slot ging Bar Kamtsa weg, maar dacht: "de Geleerden waren daar ook aanwezig en waren hiervan getuigen. Geen een heeft mij verdedigd. Ik neem hiervoor wraak". BT Gittin 56a; Midrasj Eicha/Klaagl. 4:3.

De rabbijnen van het Sanhedrin besloten voor de lieve vrede toch het dier te willen offeren, maar op een na meest prominente Zeloot Rabbi Zecharjah ben Avkiloes zei: "Als wij dit toestaan, dan geven wij een Halachisch verkeerd signaal af". Ondertussen was het voor deze Geleerden ook duidelijk dat Bar Kamtsa degene was die het dier een kapotte lip had bezorgd en dus kwamen zij tot de conclusie om Bar Kamtsa de doodstraf te geven omdat hij het volk in gevaar had gebracht. Ook hiermee was Rabbi Zecharjah ben Avkiloes niet eens en verklaarde dat de mensen zouden kunnen denken dat je de doodstraf zou kunnen krijgen wanneer je een dier zou beschadigen. Met traditie verdedigde Rabbi Zecharjah ben Avkiloes de Bejt Hamiqdasj en we zullen later leren dat dit juist een van de redenen is waarom Jeroesjalajiem en de Tweede Bejt Hamiqdasj is gevallen, want men oordeelde alles op grond van de wet zonder enige concessies.
Rabbi Jochanan ben Zakkai verklaarde: "De volgzaamheid van Rabbi Zecharjah ben Avkiloes zal ons tot de vernietiging van ons Huis, het afbranden van het Heiligdom en onze verbanning uit ons land leiden".

Bar Kamtsa haastte zich naar de keizer en vertelde dat zijn offerdier werd afgewezen. Keizer Nero besloot Jeroesjalajiem aan te vallen en ging op weg naar Jeroesjalajiem. Vervolgens schoot hij een pijl oostwaarts en het viel in Jeroesjalajiem. Hij schoot nog een pijl en deze viel ook in Jeroesjalajiem. Zijn twee laatste pijlen vielen wederom in Jeroesjalajiem. Toen kwam hij een kleine Joodse jongen tegen en vroeg: "Citeer jij mij de vers die jij net geleerd hebt". Het kind citeerde Jechezeq'el 25:14: "En Ik zal Mij juist op Edom wreken, door de hand van Mijn volk Jisrael". Toen zei Nero: "G'd wilt Zijn huis vernietigen, maar Hij wilt Zijn handen ook aan mij schonen', met andere woorden: ondanks Hasjem Jeroesjalajiem wilt vernietiging, zo zal Hij ook het instrument van de vernietiging straffen. Nero vluchtte, deed gioer en werd daardoor Joods. De vader van Rabbi Meïr stamt van hem af. Keizer Vespasianus was zijn opvolger en belegerde Jeroesjalajiem voor drie jaar.

In die dagen was een groep rebellerende groepering actief: de birjoniem. Zij hebben ondertussen Rabbi ben Zakkai uit Jeroesjalajiem naar Vespasianus gesmokkeld. Door deze slimme list kwam hij uit de bezette Jeroesjalajiem. Rabbi ben Zakkai kwam Vespasianus buiten Jeroesjaljiem tegen en begroette hem met ´Ave Caesar´. Vespasianus werd boos en zei dat hij twee redenen had om hem te doden: ´ten eerste noem jij mij Caesar, terwijl ik de Caesar niet ben en ten tweede: als ik in jouw ogen de keizer zou zijn, waarom ben je dan niet eerder gekomen?´ Rabbi ben Zakkai was niet bepaalt onder de indruk en antwoordde hem: "dat jij geen Caesar bent, kan niet waar zijn. Want als jij geen keizer zou zijn, dan zou Jeroesjalajiem niet onder jouw leiding veroverd worden. Er staat namelijk in Jesjajahoe/Jesaja 10:34 geschreven: ‘Het dichte woud wordt met de bijl gedund, de reuzen van de Libanon vallen'. Met Libanon wordt de Bejt Hamiqdasj bedoelt en met de bijl wordt een koning of keizer bedoeld. En waarom ik niet eerder gekomen ben? Niemand wordt door de vertegenwoordigers toegelaten de stad te verlaten". Terwijl Vespasianus en Rabbi ben Zakkai aan het praten waren, kwam een bode uit Rome met de mededeling dat Vespasianus benoemd was tot Caesar. Rabbi ben Zakkai mocht van Vespasianus een wens doen. Hij wenste dat de stad Javne ter beschikking werd gesteld zou worden met al haar Geleerden. En ook wilde de Rabbi dat de familie van Rabban Gamliëel (familie van de Sanhedrin-vorsten) in leven werden gelaten èn enkele doktoren om Rabbi Tsadok, die ziek was geworden, te genezen. Rabbi Tsadok voorzag namelijk de verwoesting van de Bejt Hamiqdasj en vastte maar liefst 40 jaar. Babylonische Talmoed Gittien 55-57.

Toen de stad werd veroverd, zond keizer Vespasianus een boodschapper naar Rabbi ben Zakkai: "Als er iemand in deze stad is die jij lief hebt of een of andere manier aan jou gerelateerd is, stuur hem voordat mijn legers komen de stad uit". Vervolgens zond Vespasianus de vreselijke Titus. Deze extreem afvallig schepsel heeft met een prostituee de Heilige der Heiligen van de Bejt Hamiqdasj ontheiligd. "Zij die Jou vijandig gezind zijn, hebben te midden van Jouw Ontmoetingsplaats gebruld; zij hebben daar hun eigen tekens geplaatst; zij zetten hun tekens ons ten teken!" (Tehilliem/Ps. 74:4). En dát heeft hij met zijn leven moeten betalen. Hasjem zei: "Jij slechterik, jij slechterik, afstammeling van Esav de slechterik. Ik heb een onbetekende creatie in Mijn wereld en hij heet de mug". Waarom wordt het een onbeduidend schepsel genoemd? Het heeft de bekwaamheid om te absorberen, maar ontbreekt de bekwaamheid om te verdrijven. "Kom aan wal en bestrijdt het!" Hasjem zond hem dus een van de kleinste diertjes, een mug. Via zijn neus kwam hij in zijn hersenen en hield niet op met zoemen. Uiteindelijk is hij aan deze martelgang gestorven.

De tweede Bejt Hamiqdasj is vernietigd door ongegronde onderlinge haat. Dit wordt dus even zwaar aangerekend als de drie grote zonden waardoor de Eerste Bejt Hamiqdasj is vernietigd.

Bij de eerste Bejt Hamiqdasj heeft Hasjem Nabuchadnezzar opdracht gegeven de vernietiging uit te voeren. Aan de Romeinen is door Hasjem nooit toestemming gegeven het land te veroveren. Zij werden niet door Hasjem gezonden. Zij hebben daarom het land niet vernieuwd en bezit mogen nemen. Het Land was door de Joden terugherwonnen ten tijde van Koresh aka Cyrus (ook wel bekend als Darejawes II, de zoon van koningin Ester en koning Ataxerxes/Achosverosj), die de Joden terug liet gaan vanuit de eerste ballingschap.

De Tweede Bejt Hamiqdasj werd dus wegens ongegronde haat onder de mensen vernietigd; omdat de een de ander niet heeft vermaand; omdat zij Geleerden beschaamden; omdat zij geen onderscheid hebben gemaakt tussen de grotere en de kleinere; omdat er mannen van sterk geloof ontbraken; en omdat zij oordeelden op een strikte interpretatie van de Halacha zonder concessies naar elkaar te doen. Vandaar dat we kunnen concluderen dat de Bejt Hamiqdasj en Jeroesjajiem van binnenuit is vernietigd.

Vernietiging van de Tweede Bejt Hamiqdasj wordt ook op Tisja Be'Av herdacht.

Pagina index:
Copyright © 2011 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.