Een zicht op het Binnenhof, links een reusachtige vuurkolom, het bronzen reservoir op twaalf ossen en de twee zuilen Joachim en Boaz.
De nacht dat Dawied voor Sja'oel Hamalech moest vluchten, vond hij onderdak bij de nakomeling van Qorach, Sjmoe'el hanovi, Profeet Samuël. Die nacht werd door de Geleerden “de nacht van de overvloedige Torastudie” genoemd. Die nacht leerde Dawied dingen van Sjmoe'el wat zelfs grote Torageleerden in geen 100 jaar leren (Jalkoet Sjimoni). Deze twee spirituele giganten speurden de Heilige Schriften na waar de permanente locatie van het Heiligdom moest zijn. Met name op basis van de teksten in het Boek Jehosjoe'a, waarin staat dat de Bejt Hamiqdasj op de grens moest staan van de stammen Jehoedah en Benjamin en dat is Jeroesjalajiem. Jeroesjalajiem was “de plek die Hasjem heeft uitgekozen” als plek voor de heilige Bejt Hamiqdasj (zie Dwariem/Deut. 26:2).
Toen Dawied koning werd, heeft hij de Ahron naar Jeroesjalajiem gebracht. Dat ging met een groot feest gepaard. De Avodah Hasjem (Dienst voor Hasjem) werd toen nog in Gibeon gehouden. Echter door zijn zonde waarin Batsjeva betrokken was, mocht hij de Bejt Hamiqdasj niet bouwen, maar hij bouwde wel het altaar op de plek waar Akeidah plaats heeft gevonden. Wat was zo erg aan de zonde van Dawied Hamelech dat Hasjem besloot dat hij de Bejt Hamiqdasj niet (meer) mocht bouwen?
Eerst een kleine terugblik naar de geboorte van Ja'aqov en Esaw. Zij zijn als tweeling geboren, echter Esaw was rood: wajetse' hari'sjon 'adomonie...de eerste werd/kwam rood... De roodheid van zijn gezicht voorspelde zijn moordlustige karakter (Rasji), omdat er geen andere reden voor de Tora is geweest om dit zo expliciet te vermelden (Mizrachi). Ook Dawied Hamelech was in zijn jongere jaren rood en daarom was Sjmoe'el Hanovie bang dat dit dezelfde voorspelling als die van Esaw zou betekenen: veel bloedvergieten. Maar Hasjem wees Sjmoe'el Hanovie op de mooie ogen van Dawied Hamelech (1 Sjmoe'el 16:12). Deze mooie ogen staan symbool dat hij alleen zou doden wanneer dit door het Sanhedrin werd opgelegd, wiens acties als ogen van de natie zou betekenen. Esaw daarentegen moordde wanneer hij het hem goed dunkte (Midsraj).
Over het algemeen wordt er gedacht dat zijn grote zonde overspel was met een getrouwde vrouw Batsjeva. Echter in die dagen was de zeer bijzondere Batsjeva, kleindochter van Ahitophel, niet meer getrouwd toen Oeri'a door Dawied Hamelech naar het front werd gestuurd. Op dat punt heeft Dawied Hamelech dus geen overtreding begaan toen hij haar het hof maakte, want er werd geen overspel gepleegd. De overtreding zat in het feit dat hij (mis)bruik van de volgende regeling maakte:
Des tijds was het gewoon dat militairen die naar het front gestuurd werden eerst gingen scheiden. Halacha stelt dat deze vrouwen dan zo de gelegenheid krijgen om eventueel te kunnen hertrouwen wanneer hun mannen - chas wesjalom – zouden sneuvelen. De zonde zit hem dus in het feit dat:
-
hij Oeri'a expres naar het front stuurden,
-
Oeri'a en Batsjeva moesten scheiden,
-
Oeri'a zou sneuvelen,
-
zódat hij met haar kon trouwen.
Dawied Hamelech werd door Nathan Hanovie duidelijk voor moord beschuldigd op de rebel Oeri'a. Ook daar moeten we voorzichtig in zijn hoe dit precies zat, want Oeri'a verdiende als rebel in feite wel de doodstraf. Echter nam Dawied Hamelech volgens de Talmoed het recht in zijn eigen handen door Oeri'a niet in staat van beschuldiging vóór het Sanhedrin te leiden, zodat hij een eerlijke rechtspraak zou krijgen, maar in plaats daarvan stuurde hij hem dus naar het front met de weet dat hij dit nimmer zou overleven. Dawied Hamelech had dus vertrouwen in Hasjem moeten stellen door Oeri'a middels het Sanhedrin te laten berechten (zie uitleg over de mooie ogen van Dawied Hamelech hierboven), Batsjeva had om deze reden kunnen scheiden. Meer info: hier.
Door deze expliciete zonde heeft Dawied Hamelech de Bejt Hamiqdasj niet mogen bouwen. De eer voor de bouw van de Bejt Hamiqdasj ging naar Sjlomo Hamelech, de eerste prototype voor Masjiach Hadawied.
Dawied Hamelech mocht wel een altaar bouwen en bouwde deze op Berg Moriah, zoals geleerd, de plek waar zijn zoon de Bejt Hamiqdasj zal bouwen. Hiermee heeft hij dus wel het fundament van de Bejt Hamiqdasj kunnen bouwen. 'En Hasjem antwoordde hem vanuit de Hemel door vuur op het altaar” (1 Kron. 21:26).
De Bejt Hamiqdasj is door Sjlomo Hamelech gebouwd. De reden is volgens de Zohar omdat hij de 15e generatie na Adam is. Sjlomo Hamelech is als de maan die op de 15e dag vol (volle maan) is. De maan is de ontvanger van de licht van de zon en staat representatief voor de Schepping. Na 15 generaties zuivering, kon de het Licht worden ontvangen en kon Hasjems Licht zich manifesteren. De aarde scheen licht, de wereld scheen licht. Het was het licht van de maan en niet van de zon. De 15e dag is de dag dat de wereld G'ds Licht (zon) reflecteert.
Misjkan is door Mosje gebouwd. Zoals Sjlomo Hamalech als de maan is, was Mosje pnei Mosje kepnei chama; Mosje is als de zon (Baba Batra 75a). De zon vertegenwoordigt Hasjem. Vandaar dat vele religiën in die tijd de zon als een god aanbaden. De zon is de bron van energie en licht. Mosje vertegenwoordigde het G'ddelijke in deze wereld door als een glas van het G'ddelijke Licht te zijn (Bamidbar/Num. 27:18-20). Het Licht van Hasjem in de Misjkan was daarom intenser dan in de Bejt Hamiqdasj, maar de Misjkan en de grond waarop het stond absorbeerden dat Licht niet, omdat Mosje geen Scheppingselement zoals wij bezat. Hij was namelijk puur geboren met bovenmenselijke kwaliteiten. Toen hij geboren was, bezat hij amper een lichaam. Hij moest iets fysieks zijn enkel en alleen om G'ds licht in de wereld door te geven. “Anie lo'...ik ben niets...” zei hij daarom dikwijls. Vandaar dat hij in staat was om 40 dagen en 40 nachten zonder iets te eten en te drinken in leven kon blijven. Hij was een 'iesj elokiem, een G'ddelijk mens. Omdat de straling van de zon het directe Licht is, zo is het door ons te begrijpen dat het Licht van Hasjem in de Misjkan sterker was dan in de Bejt Hamiqdasj. Toch heeft de maan op een bepaald niveau zelf een klein, maar een essentieel eigen licht. Zodra de zon daarop schijnt, reflecteert de maan niet alleen het licht van de zon, maar zijn verborgen lichtje schijnt ook. Zoals de aarde scheen toen Hasjems Licht over de Bejt Hamiqdasj scheen.
Deze eerste Bejt Hamiqdasj, door Sjlomo Hamelech gebouwd, werd als snel een van de wereldwonderen. Het interieur was hetzelfde als de Misjkan in de woestijn betreffende het basisontwerp en design, maar alleen veel groter. Alleen verhoogde Sjlomo Hamalech het aantal heilige vaten, naar het benodigde voor het volk en de grote van de Bejt Hamiqdasj. Het Heiligdom had niet een maar wel tien Menorot en tafels voor de toonbroden. De gouden luchter stond in het zuidelijke kant en de tafels van de toonbroden aan de noordelijke kant. Het reukaltaar stond in het midden.
Er wordt gezegd dat Sjlomo Hamelech de bouw van de Bejt Hamiqdasj belangrijker vond dan de bouw van zijn eigen woning. Hij had haast om de woning voor Hasjem te maken en bouwde het in slechts zeven jaar. Met zijn eigen woning deed hij het rustig aan, wel dertien jaar.
Hij vroeg bij de bouw van de Bejt Hamiqdasj de hulp van de koning van Tzor (Tyrus), Chiram. Van de Berg van Libanon leverde hij Sjlomo Hamelech cederhout. Het was niet zomaar ceders, maar hij beval zijn houthakkers om de mooiste ceders aan Sjlomo Hamelech te leveren. Daarentegen gaf Sjlomo Hamelech aan Ciram enorme hoeveelheden olie en tarwe. Iedere maand was 10.000 man aan het werk om het hout uit Libanon te halen, die na een maand weer afgewisseld werden. De eerste 10.000 mochten vervolgens weer twee maanden naar huis om vervolgens weer voor een maand aan de slag te gaan.
Het was opmerkelijk dat Chiram zo vrijgevig was, omdat hij een enorm ijdele man was. Hij beschouwde zichzelf als goddelijk. Zijn paleis stond midden in de Middellandse Zee en was gekroond met zeven kronen. Ieder kroon van 500 amos stelde een hemel voor. De eerste was van glas, dat een imitatie was van de zon, maan en sterren. De tweede was een ijzeren hemel die groter was dan de eerste. De derde was ook van ijzer, maar was weer groter dan de vorige en deze was ook nog eens gevuld met duizenden stenen dat in elkaar stortten waardoor de donder werd nagebootst. De vierde kroon was van lood gemaakt. De vijfde van koper en de zesde van zilver. De zevende kroon was de grootste 'hemel' en was van goud gemaakt dat door enorme diamanten en parels was belegd. Deze schitterden als bliksem. Boven deze zeven zelfgemaakte 'hemelen' stond de troon van 'zeekoning' Chiram.
Chiram zei over zichzelf dat hij onsterfelijk was en voor altijd zou leven. Hasjem zei tegen hem: “Toen Ik Adam schiep, zondigde hij met jou in zijn gedachte, want Ik wist dat je op een dag zou rebelleren tegen Mij en schaamteloos pochen dat je goddelijk bent!” (Jechezq'el/Ez. 28:12 ev.).Het lot wilde dat Chiram door Nevoechadnessar van Babel hem in gevangen nam en hij kreeg een extreem, vreselijke dood. De paleis werd door Hasjem Zelf gesloten voor de Tsaddikiem, waarin zij in de toekomst in mogen genieten.
Omdat het gehele volk werd verplicht mee te werken aan de Bejt Hamiqdasj. En omdat de Bejt Hamiqdasj niet uit steen gehouwen mocht worden door werktuig waarmee je eventueel iemand om kan brengen (naar aanleiding van het Koperen Altaar, omdat het de Joden moet herinneren dat het Altaar een bron van vrede is Sjmot/Ex. 20:25), wilde Sjlomo Hamelech gebruik maken van de sjamir, een van de tien objecten die Hasjem voor de Sjabbat heeft geschapen. De sjamir was een worm die door alles heen kon dringen, zelfs door rotsblokken, aldus de Geleerden aan wie Sjlomo Hamelech om advies vroeg.
Sjlomo Hamelech was niet alleen koning van de materiële wereld, maar was ook soeverein over de wereld van de demonen. Nu kreeg Sjlomo Hamelech te horen dat de koning van de sjaidiem (demonen) Asjmadai, wist waar de sjamir te vinden was. Bewapend met een ring en een ketting met Hasjems Naam erop, werd hij gevangen. “Waar kan ik de sjamir vinden?” vroeg Sjlomo Hamelech hem. “De Bor-hen (een soort vogel) heeft hem nodig om tussen de rotsen te kunnen zaaien, waardoor zij zichzelf van eten kan voorzien.” Afgezanten van Sjlomo Hamelech hebben over haar nest met kleintjes een glazen kelk geplaatst. Toen zij aankwam, vloog ze direct weer weg om de sjamir te halen, zodat zij weer bij haar kleintjes kon komen. Nadat ze terug kwam met de sjamir tussen haar snavel, lieten de afgezanten van Sjlomo Hamelech haar schrikken en ze liet de sjamir direct vallen. En zo kwam Sjlomo Hamelech in bezit van de sjamir om zo de grote stenen van de Bejt Hamiqdasj te kunnen houwen. Zoals gemeld werd de sjamir door de Almachtige voor de Sjabbat als hulp bij het bouwen van de Misjkan en de Bejt Hamiqdasj. Het verdween bij de vernietiging van de Bejt Hamiqdasj.
Naast de sjeidiem hebben alle schepsels meegewerkt aan de bouw Hasjems Woning op aarde, ja zelfs de engelen werkten hard mee. De stenen vervoerden zichzelf en vormden de ene muur naar de andere. |