Theologische dialoog zinloos Hij gaat ervan uit dat het G’dsbegrip verschilt en dat religieuze gevoelens niet goed communiceerbaar zijn. Bovendien is het een ongelijke strijd: de christenen hebben een enorme aanhang, terwijl het Jodendom maar twaalf tot zestien miljoen zielen telt. Een theologische dialoog heeft daarom geen zin. Maar aan de andere kant stelt hij, dat wij het gesprek niet uit de weg moeten gaan, wanneer het joodse volk als onafhankelijke eenheid erkend wordt en wij er van onze kant niet op uit zijn de theologische doctrines van het christendom te veranderen. Wanneer het antisemitisme wordt verworpen, de godsmoord wordt ontkend, de staat Israël wordt erkend en er geen evangelisatie meer richting de joden zal plaatsvinden, is een gesprek mogelijk. Sommige leiders van het Vaticaan hebben zelfs publiekelijk verklaard dat de joden zich niet hoeven te bekeren. De veranderingen tijdens het Tweede Vaticaans Concilie kwamen van binnenuit en waren niet ingegeven door onderhandelingen. Opperrabbijn Goldschmidt stelde dat we geen verschil moeten maken tussen ‘interface’ en ‘outerface’. We moeten trots zijn op onze eigen traditie en aan onze eigen geloofsprincipes trouw blijven.
Bereidheid te luisteren Dr. Michael Weninger, politiek adviseur van de Europese Commissie, die vroeger de katholieke ambassadeur van Oostenrijk bij het Vaticaan was, hield ook een speech. Hij wilde duidelijk onderscheid maken tussen interculturele- en interreligieuze dialoog. Er moet minimaal een bereidheid bestaan bij beide partijen om naar elkaar te luisteren en dat is vaak niet oprecht. Dan moet er de mogelijkheid zijn voor theologische discussie. Sinds de secularisatie is er geen religieuze kennis meer in brede kring. Het allerbelangrijkste vond hij dat er respect tussen de geloven was. Opperrabbijn Goldschmidt zegt dat er met de moslims geen echte theologische discussie aan de gang is. Het gaat voornamelijk om de vraag wat er de afgelopen zestig jaar gebeurd is. Moslims maakten van een geografisch conflict een religieus conflict. Hierdoor moeten alle gelovige moslims tegen Israël zijn, hetgeen tot een explosieve situatie leidt.
Antisemitisch virus Opperrabbijn Jonathan Sacks noemde het antisemitisme een virus. Het maakt niet uit of we nu rijk zijn of arm, of we alles beheersen of slechts parasieten zijn. Het virus weet het immuunsysteem te doorbreken en muteert. Er zijn vier mutaties van het antisemitisme. In de Hellenistische periode was men gewoon tegen alles wat niet Grieks was: `nothing personal’. Men attackeerde joden omdat ze niet meegingen in de Griekse levensstijl. Het christendom was de tweede mutatie. Jezus moest erkend worden. In deze periode ontstond het religieuze anti-judaïsme. In 1096 veranderde het Christendom in een gemeenschap van vervolgers. Na de Franse Revolutie van 1789 ontstond er de pseudo-wetenschap van de rassenverschillen, met begrippen als ‘Volksgeist’. Het sociale darwinisme leerde, dat de sterkeren moesten overwinnen door het doden van de zwakkeren. Sinds 1948 is er het religieuze antizionisme. Israël heeft geen bestaansrecht en is verantwoordelijk voor al het kwaad in de wereld. Er zijn 56 islamitische staten, 82 christelijke staten. Waarom is er nog een joodse staat nodig?
Niet alleen strijden Opperrabbijn Sacks benadrukte verder dat een gehate minderheid deze haat nooit zelf kan oplossen. Zijn eerste advies was om de strijd tegen het antisemitisme niet alleen te voeren. We moeten onze bondgenoten en het beste ‘slagveld’ zorgvuldig uitkiezen. Pleiten voor een vrije, tolerante maatschappij is een goede ingang. Zijn derde advies was dat wij ons moeten wenden tot onze buren om het actieve burgerschap te promoten: ‘wij joden waren de eerste groep die in een vijandige maatschappij moest zien te overleven’. Respect moet een onderdeel worden van het sociale overheidsprogramma. Wij kennen dit uit onze traditie: tikoen olam. Goede, medemenselijke acties, in de buurt of op nationaal niveau, zijn onmisbaar. Alle religies moeten voor centrale waarden opkomen. Als laatste vertelde de Engelse Opperrabbijn dat persoonlijke vriendschappen bijzonder belangrijk zijn. De aartsbisschop van Canterbury komt op voor de Palestijnen. Toch is hij zijn persoonlijke vriend. Omdat hij Hebreeuws kan lezen en een muzikaal talent is, kon hij aan de Sjabbat-tafel van de Opperrabbijn de zemirot (Sjabbatzangen) meezingen.
Geen macht, wel invloed Shimon Cohen van een Londens p.r.-bureau voor joodse zaken, haalde verschillende voorbeelden aan hoe de overheid beïnvloed kon worden. Hij maakte allereerst een verschil tussen macht en invloed. Joden hebben weinig macht maar wel veel invloed. Nog niet zo lang geleden probeerde men in Engeland een wet uit te vaardigen: alle bijzondere scholen moesten 25% andersdenkenden opnemen. Uiteindelijk raakten ze overtuigd van het argument, dat wanneer men in islamitische scholen 25% Britse burgers plaatst, deze binnen de kortste keren van geloof zullen veranderen.
De rooms-katholieke Dr. Weninger benadrukte dat de joden de langste bijdrage hebben aan de Europese civilisatie. Het zijn nog steeds dynamische, succesvolle gemeenschappen, die zowel economisch als intellectueel vooraan staan. Dokters, juristen, financiers, Nobelprijswinnaars behoren tot onze oudste Joodse gemeenten van Europese snit. Hij benadrukte dat joden altijd de bruggenbouwers waren van het verleden naar de toekomst. Juist het Jodendom versterkt de Europese waarden. Europa moet zijn basis vinden in wederzijds respect en waardigheid. Dat is de rol van de rabbijnen in het nieuwe Europa. De joden waren de eersten die Engeland, dat slechts één geloof kende, verrasten met een totaal andere geloofspraktijk. Rabbijnen moeten het spirituele leiderschap op zich nemen en geen zwijgende minderheid vormen.
©Dayan mr. drs. R. Evers 2011 |