Eliëzer gaat op zoek naar een vrouw voor Jitschak. Dit was de eerste `sjiddoech’ – huwelijk in de Tora. Eliëzer stelde eigenlijk een onbetamelijk ultimatum aan G’d: ”En het zal zijn: het meisje tot wie ik zeggen zal: neig toch uw kruik, opdat ik drinke en die zeggen zal: drink en ook uw kamelen zal ik te drinken geven – haar hebt U bestemd voor uw dienaar Jitschak” (24:14). Stel, dat het meisje om welke reden dan ook geen gunst had gevonden in de ogen van Jitschak. Eliëzer nam een risico. Ondanks de `chotspe’ – wij schrijven G’d geen testen voor - honoreerde G’d toch Eliëzers verzoek – omdat een meisje, dat geheel vrijwillig voor een totaal vreemde zo’n 400 liter water schept wel iets heel bijzonders moet zijn. Riwka was inderdaad de perfecte sjiddoech.
Joodse filosofie Kent de Talmoed een visie op het joodse huwelijk? De joodse traditie doet niet besmuikt over seksualiteit, integendeel. Het hoort bij de joodse traditie en vormt een integraal onderdeel van het leven. De geslachtsdrift is in ons geplant om het joodse leven te continueren en te verheffen. Uitspattingen, hypocrisie en ‘jeugdzonden’ komen voort uit foutieve zwijgzaamheid. Wij aanvaarden de geslachtsdrift en strijden er niet tegen. Het huwelijk, de huwelijksreinheid en de vragen die onze voorschriften oproepen, zijn door de Rabbijnen door onze traditie heen openlijk en zonder valse schaamte behandeld. Juist op de heiligste dag van het jaar, op Jom Kippoer, wordt in het openbaar het hoofdstuk over ‘heiligheid’ gelezen, dat de geslachtsverhoudingen regelt en onnatuurlijke en misdadige verbintenissen zoals bestialiteit verbiedt. Dit leert ons dat onze joodse leer de verhouding tussen man en vrouw als G’ddelijk ziet. Man en vrouw samen zijn partners van G’d. Zij brengen Zijn plan ten uitvoer. De scheppingsdrang van man en vrouw is de wens van G’d. Maar liefde eist een leidende hand. Tora en Talmoed bevatten voorschriften en bepalingen die dit regelen.
Vrijheid Kabbalisten stellen, dat de liefde tussen ouders en kinderen, man en vrouw een reflectie is van G’ds liefde. Liefde is de weg, die ons leert hoe wij ons kunnen hechten aan het G’ddelijke in de wereld. Vrije mensen zijn mensen die geen slaaf zijn van hun passies en driften. Een gezonde en geheiligde omgang tussen man en vrouw is de gulden regel voor zelfbeheersing. De Joodse huwelijkswet leert ons te leven in harmonie, balans en volgens de G’ddelijke orde. Dit is een oase van waarden in een samenleving die de waarden heeft willen opgeven. De geschiedenis van de ‘seksuele revolutie’ is het verhaal van het failliet van de moeizame verhouding tussen de wens van openbare zedelijkheid en de beknellende moraal die daarmee gepaard ging. De idee was dat mens teruggebracht moest worden in zijn natuurlijke staat: naakt. De strijd was tegen de oude zede zonder rede. Het gevolg is het failliet: een zedeloze en redeloze moraal. Deze ‘revolutie’ heeft van de moderne samenleving een samenleving gemaakt die iedere vorm van menselijke omgang sanctioneert. Het gevolg is een cultuur waarin jeugdigheid in plaats van wijsheid als kwaliteit wordt verheerlijkt. Wat men door deze infantilisering niet doorheeft, en misschien niet door kan hebben, is dat dit een cultuur is die de jeugd opoffert aan een fantoombeeld die het leven niet centraal stelt, maar haar slechts misbruikt, onder het mom van ‘zelfverwerkelijking’. We hoeven slechts te wijzen op de negatieve demografische ontwikkeling en het diepe ongeluk van dertigers en veertigers die er te laat achter komen dat hun jeugd als een droom voorbijgegleden is. Ze zijn noch zichzelf, noch mens geworden. Onze joodse wetten wijzen eeuwenlang de weg hoe de mens de ‘scheppingsdrang’ dient te beheersen, juist ten behoeve van het leven en het mens-worden.
Heilige verbintenis „Ik ben de Eeuwige, Uw G’d; heiligt u en weest heilig, want Ik ben heilig.” (Lev. 11:44). Het hoogste ideaal van het jodendom is heiligheid. De middelen om ons leven te heiligen, heeft G’d ons aangereikt: Sjabbat, de Feestdagen, de sociale geboden, de riten en symbolen van de Tora, maar vooral de voorschriften die het intieme leven van man en vrouw regelen. G’d verlangt zuiverheid van leven. Bewust leven is een samenspel van denken en handelen. Zuiver leven betekent dus een zuiver denkleven en een zuiver handelingsleven. Om het ideaal van de zuiverheid te benadrukken, kent het jodendom veel ceremoniën. Zo ook het huwelijk. Deze dag is voor de partners een heilige dag: een moment van bezinning over het verleden en besluitvorming voor de toekomst. Een rituele reiniging in het mikwe hoort hier dan ook zeker bij. Verder is het een gewoonte op de huwelijksdag te vasten.
Joodse vrouw spil De spil in het joodse huwelijk is de vrouw. Zij bepaalt letterlijk het levensritme. Het is dan ook de man die tijdens de huwelijksceremonie de belofte doet de vrouw te „dienen, eren en verzorgen zoals het joodse mannen betaamt”. Onderdeel van de huwelijksceremonie is de ‘consumptie’ van het huwelijk. Om te zorgen dat de eerste dagen van het huwelijk niet de basis van een echtscheiding vormen, wil de traditie dat een jonggetrouwd stel elkaar hierna elf dagen zonder direct lichamelijk contact leert kennen. De eerste zeven dagen hiervan zijn de Sjeva Berachos, de zeven zegeningen. De joodse wijsheid baseert zich op geleidelijkheid: langzaam maar zeker worden man en vrouw partners, met een hechter grondslag dan alleen seksuele motieven.
Tellen Ook de lichamelijke relatie draait om de vrouw. Het is haar maandelijkse vloeiing, die seksuele omgang absoluut verbiedt. Vanaf de dag dat zij weet dat zij ongesteld wordt is zij nidda. In het kort komen de wetten en bepalingen van de nidda hierop neer: de Rabbijnen hebben voor de vloeiing vijf dagen gerekend. Als de vrouw op de vijfde dag schoon is, moeten er zeven onafgebroken schone dagen volgen. Hoe een vrouw zich moet onderzoeken om na te gaan of zij schoon is, laten we hier buiten beschouwing. Het tellen zelf is onderdeel van deze mitswa. Het leidt naar het doel: „hereniging in reinheid.” Deze zeven dagen zijn overigens geen rabbijnse bepaling, maar zijn door de Joodse vrouwen zelf opgenomen. Hiermee gaven onze voormoeders duidelijk te kennen dat zij de verantwoordelijkheid op zich namen ten aanzien van de reinheid van het huwelijk.
Geestelijk Na deze zeven onafgebroken schone dagen, moet de vrouw zich in het mikwe onderdompelen: tewiela. Omdat dit door de Tora is voorgeschreven, zegt zij de bijbehorende beracha (zegenspreuk). Dan kan de spanning die de onthouding van minimaal twaalf dagen veroorzaakt, in een reine vorm de relatie tussen man en vrouw opnieuw doen groeien. Ook voor de man zijn deze twaalf dagen een periode van lichamelijke onthouding. Dan kan hij de energie die hij anders lichamelijk zou uiten, op het geestelijke richten en zo zijn joodse leerarbeid verstevigen. Als de vrouw nidda is, mag er geen direct contact zijn tussen man en vrouw. De één mag de ander niet direct iets overhandigen. Ook mag de een niet even iets toewerpen aan de ander – het contact moet bemiddeld zijn. Het handelen van de een moet onafhankelijk zijn van het handelen van de ander: binnen het huwelijk is men wat het huwelijk betreft, even op zichzelf aangewezen. Men zet het voorwerp neer, zodat de ander het voorwerp kan oppakken. Samen eten mag, maar er moet een scheiding zijn tussen de twee borden, door er bijvoorbeeld een brood dat niet wordt aangesneden, tussen te plaatsen. Een plezierritje maakt men in deze tijd ook niet gezamenlijk.
Mikwe gaat voor Dat men geen gemeenschap heeft gedurende de vloeiing, dat is voor velen intuïtief nog te begrijpen. Dat men een tijdje daarna wacht, ook wel. Hoe belangrijk de wetten van de nidda voor het jodendom zijn, is te begrijpen als we kijken naar de Tora. De straf op overtreding is uitroeiing. Deze straf geldt voor die G’ddelijke bepalingen, die instellingen die het jodendom joods maken. Het naleven van de wetten vereist investering. Soms zijn de middelen beperkt, en dan moet er een keuze gemaakt worden. Sinds mensenheugenis geldt dan ook de regel: als een joodse gemeente onvoldoende middelen heeft om zowel een synagoge als een Tora-rol als een mikwe te bouwen, dan gaat het laatste, het rituele bad voor. Zonder de heilige onderdompeling is joods leven onmogelijk. Samenkomen om te leren en te bidden kan bijna overal.
Heilig huwelijk? Maar wat is de reden van dit heiligen? De chassidische benadering kan ons hierbij op weg helpen. De gezamenlijke aandacht van man en vrouw is niet de relatie zelf maar Hasjeem. Dit verklaart zich als volgt: het Hebreeuwse woord voor man is Iesj, voor vrouw Iesja. Als tussen man en vrouw het niet Hasjeem is die de ruimte schept zodat zij beiden de gezamenlijke inzet hebben, niet alleen voor henzelf, maar ook namens hun volk de heilige missie te vervullen, dan is hun relatie als Eesj – vuur. De relatie zal zichzelf verteren.
De Tora stelt voortdurend dat het Joodse volk een heilig volk is, wier taak het is, Hasjeem in de wereld te brengen door het leven te heiligen. Dit heiligen van het leven is een constant proces. Natuurlijk moeten wij de intentie hebben, het leven te heiligen, maar het heiligen zelf is een activiteit. Zo maken wij actief een onderscheid tussen de week en de sjabbat: we openen sjabbat met vuur, en we sluiten sjabbat af met vuur. Ook het tot ons nemen van materiële goederen uit de wereld in de vorm van eten, drinken of kleding – de primaire behoeften – doen wij niet voordat wij het geheiligd hebben. Dit heiligen wil zeggen: voordat we een beracha hebben gezegd. Deze handelingen zijn uiterlijkheden, die uitdrukking geven aan de innerlijke eigenschap van het heilige. Alleen deze uiterlijkheden van het heiligen maken in deze wereld het innerlijke van het heilige mogelijk. We moeten de intentie hebben, maar bereiken het doel alleen door actief deel te nemen aan het proces zelf. Hasjeem heeft de sjabbat ingesteld, maar wij moeten iedere week de sjabbat zelf inwijden. Zo maken wij als mens deel uit van de natuur, door de natuur in haar loop te erkennen en te bevestigen als de Schepping. Wij benadrukken enerzijds mens te zijn als onderdeel van de Schepping, anderzijds benadrukken wij G’d als Schepper te erkennen en deze erkenning als onze taak in het leven temidden van de niet-joodse volken tot uitdrukking te brengen.
Puur en goed Misschien zou men willen zeggen: ten aanzien van eten en drinken en de sjabbat: kan ik dit volgen, maar wat heeft de liefde tussen man en vrouw hiermee te maken? Als twee mensen van elkaar houden, dan is dat toch puur en goed zoals het is? Zoals we net al probeerden aan te geven kan de innerlijke houding van de mens die zich richt op Hasjeem alleen levend gehouden kan worden als het leven zelf hier voortdurend uitdrukking aan geeft. Juist op het vlak van het huwelijkse leven moeten wij onze waakzaamheid ten aanzien van onze missie niet verliezen. Het is te gemakkelijk de wederhelft als vanzelfsprekend te zien. Op het moment dat dit gebeurt, ligt er onherroepelijk een conflict op de loer. Aan de andere kant is het – vaak in de beginfase van een verliefdheid – te verleidelijk om de partner te verafgoden: de partner wordt zo hoog geplaatst, dat alles moet wijken. Deze vorm van verliefdheid uit zich in de eerste plaats op de lichamelijke, seksuele wijze. Er ontstaat dan al snel een verschuiving: niet het ontdekken van de ander, maar het ontdekken van de seksualiteit gaat de hoofdtoon voeren. De ander wordt zo van de weeromstuit een middel. Als dit niet goed blijkt te lukken ontstaat er vanzelf afkeer. De ander heeft als gebruiksvoorwerp haar gebruiksdatum overschreden. Mensen die voor elkaar gebruiksvoorwerpen zijn om de diepste, duisterste krachten te ontdekken hebben geen toekomst. Joden hebben niet alleen de individuele taak, maar ook de taak als volk zich te heiligen. Wij moeten ervoor waken, niet de toekomst van ons volk in gevaar te brengen en daarmee de toekomst van de gehele mensheid voor pleziertjes op het spel te zetten.
©Dayan mr. drs. R. Evers 2011 |