In de Parsja Dewariem staan de Bné Jisraeel op het punt de Jordaan over te trekken. Mosjé drukt het volk op het hart toch vooral G’ds geboden te houden. Hij noemt de wonderen die G’d verricht heeft. De generatie van de verspieders was gestorven in de woestijn, behalve Kalev en Jehosjoea. Mosjé zelf mag het Land ook niet intrekken. Het boek Dewariem wordt ook wel Misjné Tora (herhaling van de Tora) genoemd hoewel het meer dan zeventig nieuwe Mitswot bevat.. Volgens de Gaon van Wilna kan het vijfde boek van de Tora in drieën worden verdeeld. Tot de tien geboden (5:6-5:19) deelt Mosjé alleen maar standjes uit. Daarna is er een gedeelte waar de Mitswot (geboden) worden uitgelegd. Vervolgens gaat Mosjé heel diep op de betekenis van de Tora in. Een van de Mitswot, die ook hier weer vermeld wordt, is het gebod om dagelijks tefillien – gebedsriemen – aan te doen. Wat zijn tefillien? Wat is hiervan de betekenis?