21 Chesjwan 5785 | 22 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Pidjon Habeen- lossing van de eerstgeboren zoon
Publicatiedatum: woensdag 15 juni 2011 Auteur: Dayan mr. Drs. R. Evers | 3.258 keer gelezen
Halacha, Opperrabbijn R. Evers, Pidjon Habeen [lossing van de eerstgeboren zoon ] »

Compagnons
Waarschijnlijk ligt de opheldering van al deze vragen in de volgende gedachte. De mitsva van pidjon habeen, het lossen van de eerstgeboren zoon, wordt verricht door drie "compagnons":

  1. de vader, die zijn zoon lost

  2. de zoon, die gelost wordt

  3. de koheen, die het losgeld aanneemt

De koheen doet wel mee met de mitsva van pidjon habeen en door middel van hem wordt de zoon wel gelost, maar op hem rust niet de verplichting om een begor te lossen. Hij is alleen een tenaj, een onmisbaar onderdeel bij het vervullen van de mitsva van pidjon habeen. Maar dit betekent niet, dat op hem ook de plicht rust van pidjon habeen.
Wat betreft het kind, dat gelost wordt, en de vader die lost, kan men zich afvragen, hoe dit precies in zijn werk gaat.

Wiens mitsva?
Men kan dit op twee manieren uitleggen:

1. De mitsva van pidjon habeen is eigenlijk een mitsva voor het kind, maar omdat hij zich op de 31e dag van zijn geboorte nog niet zelf kan lossen, heeft de Tora in zijn plaats de vader verplicht om zijn zoon te lossen als een sjalie’ach (gezant)... of

2. de mitsva is hoofdzakelijk een mitsva voor de vader.

Deze vraag kan men ook stellen t.a.v. alle andere mitsvot, die de vader verplicht is voor zijn zoon te doen, zoals er staat in de Misjna Kidoesjien 29b.
Bij al deze mitsvot zou men zich kunnen afvragen of de verplichting hoofdzakelijk op de vader of op de zoon rust.

Terug naar pidjon habeen
Een praktisch verschil tussen deze twee uitleggingen is het geval, dat de vader zijn zoon niet gelost heeft gedurende de eerste 13 jaar. Nu is de zoon barmitsva. Op wie rust nu hoofdzakelijk de plicht van het lossen? Als men zegt,volgens de eerste redenering, dat de mitsva van pidjon habeen voornamelijk een plicht voor de zoon is, gaat de zoon na zijn barmitsva voor de vader om zichzelf te lossen, want nu hij barmitsva is geworden, is hij in staat zichzelf te lossen en dus valt het recht, de mitsva en het zechoet van zijn vader weg.
Maar als, volgens de tweede sewara de hoofdverplichting op de vader rust, dan zou blijken, dat de vader, ook nadat zijn zoon barmitsva is geworden, nog steeds als eerste verplicht is om zijn zoon te lossen. Alleen als de vader nalatig is, dan zegt de Tora, dat de zoon het zelf moet doen als een aparte verplichting.

Bavli-Jeroesjalmi
Volgens de Talmoed Jeroesjalmi, die de chioew voor de zoon om zichzelf te lossen nadat hij barmitsva is geworden, afleidt uit dezelfde pasoek, waaruit de chioev van de vader om zijn zoon te lossen wordt geleerd (de pasoek in Bo), is het logisch om te zeggen, dat de plicht voornamelijk op de zoon rust. Alleen als de zoon niet in staat is zichzelf te lossen, omdat hij nog geen barmitsva is geworden, komt zijn vader in zijn plaats.
Maar volgens de Talmoed Bavli bestaan er twee verschillende chioeviem: in parsjat Bo staat alleen de chioev van de vader en in parsjat Korach staat nog een extra chioev: ALS de vader voor de barmitsva zijn zoon niet heeft gelost en ook niet bereid is dit te doen na de barmitsva, moet de zoon dit zelf doen nadat hij barmitsva is geworden. Volgens de Talmoed Bavli, die de chioev van de zoon om zichzelf te lossen NA zijn barmitsva leert uit een heel andere pasoek in parsjat Korach (en niet uit dezelfde pasoek waar de chioev van de vader om zijn zoon te lossen wordt vermeld in parsjat Bo) blijkt, dat dit twee aparte chioeviem zijn. Als de vader nagelaten heeft zijn zoon te lossen, bestaat er nog een extra aparte plicht voor de zoon om zichzelf te lossen na zijn barmitsva. Dat wil dus zeggen dat de Talmoed Bavli er vanuit gaat, dat de plicht hoofdzakelijk op de vader rust en dat de mitsva van pidjon habeen het zechoet (voorrecht) is van de vader. Alleen als de vader zijn zoon niet wil lossen, draagt de Tojre de chioev ook over op de zoon, nadat hij barmitsva is geworden.

Vader
Nu kunnen we ook begrijpen, waarom de Talmoed Bavli aan het einde van masechet Pesachiem begint met de inleiding:"Het is logisch, dat de vader van het kind de beracha al pidjon habeen zegt". Want daarmee geeft de Talmoed Bavli aan, dat zij ervan uitgaat, dat de mitsva van pidjon habeen in eerste instantie een chioev van de vader is. Dat wil zeggen, als het niet zo’n pesjietoet, niet zo simpel was, dat de vader deze beracha zou zeggen, omdat de chioev hoofdzakelijk van de zoon is, alleen de vader vervangt zijn plaats omdat hij nog niet in staat is zichzelf te lossen, dan zouden we ook niet zo veel problemen hebben gehad met de vraag wie de beracha sjehechijanoe zou moeten zeggen.
Want dat zou zeker de koheen moeten zijn, omdat hij vijf zilveren muntstukken (hana’a) in zijn handen krijgt en het zou niet logisch zijn deze beracha te laten zeggen door de vader van het kind, omdat hij immers niet een eigen mitsva vervult, maar alleen optreedt als plaatsvervanger van zijn zoon.

Beide gelijk
Nu de Talmoed Bavli echter als inleiding stelt, dat het pesjieta – simpel - is, dat de vader de beracha al pidjon habeen zegt, waaruit blijkt, dat de ikar chioev (de belangrijkste plicht) op de vader rust, nu ontstaat de vraag wie de beracha sjehechijanoe zegt, de vader of de koheen. Beide zijn schijnbaar gelijk. Moet de vader de beracha zeggen, want hij doet toch immers zijn eigen mitsva, die de Tore volgens de Talmoed Bavli juist op de vader heeft gelegd of moet de koheen de beracha sjehechijanoe zeggen, want de koheen krijgt vijf zilverstukken (sela’iem) en over elke simchat haleev (vreugde) zou men de beracha sjehechijanoe kunnen zeggen.
Het antwoord van de Talmoed is duidelijk. De vader moet de beracha sjehechijanoe zeggen, omdat hij de etsem hamitswa (de hoofdverplichting) vervult, terwijl de koheen slechts een bijrol vervult. Daarom zegt de vader sjehechijanoe. En daarom besluit de Talmoed in masechet Pesachiem met de opmerking, dat de vader beide berachot zegt, omdat aan beide berachot dezelfde reden ten grondslag ligt: al pidjon habeen moet de vader zeggen, omdat het zijn mitsva is en daarom gaat hij ook voor de koheen wat betreft de beracha sjehechijanoe.

Volgorde
Nu kunnen we ook begrijpen, dat Talmoed Pesachiem eindigt met de mitsva van pidjon habeen, want net zoals de hoofdmitsva van pidjon habeen in de Tora sjebichtav gebracht wordt als vervolg op en als gevolg van de uittocht uit Egypte en de verlossing van de eerstgeborenen door Hasjeem, zo ook is elke Joodse vader verplicht om zijn eerstgeborene te lossen tegenwoordig.
Deze volgorde wordt ook aangehouden in de Tora Sjebe-al-pe, in masechet Pesachiem, waar gesproken wordt over de uittocht uit Egypte, waarvan de climax was, de makkat bechorot, de sterfte van de eerstgeborenen, hetgeen de reden is van de mitsva van pidjon habeen. Daarom staat dit aan het einde van masechet Pesachiem.
En omdat G’d zelf bichwodo oeweatsmo zijn bechor (het Joodse volk) gelost heeft uit Egypte (de reden van mitsvat pidjon habeen) is ook begrijpelijk, dat als uitvloeisel hiervan, de mitsva van pidjon habeen - volgens de Talmoed Bavli - voornamelijk rust op de vader (bron: Chidoesjiem Oebi’oeriem).

©Dayan mr. drs. R. Evers 2011

«      1   |   2   
Copyright © 2011 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.