De Tora beschermt dit recht in Sjemot 20:12: "Gij zult niet moorden", en in Bereesjiet 9:6: "Wie 's mensen bloed vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden want naar het beeld G’ds heeft Hij de mens gemaakt". Met name deze laatste woorden vormen een centraal thema in het Bijbelse denken. Het houdt in dat de mens gezien wordt als spiritueel wezen en in staat is tot goeddoen en liefde. Menselijk leven afbreken is daarom hoogverraad aan de Tora. Moord verdrijft de G´ddelijke aanwezigheid uit de wereld. "Hij die een mens doodt, vernietigt een hele wereld" (Sanhedrien 4:5). De jongste ontwikkeling op het gebied van abortus- en euthanasiewetgeving staan op gespannen voet met de Bijbelse visie op het leven. In deze tijd wordt de waarde van het leven in brede kring met de mond beleden. Toch staat het leven niet werkelijk hoog in aanzien. Sommige ‘idealisten’ zijn bereid om honderden onschuldige mensen te doden om hun doelen te bereiken. Velen keuren dit af maar kunnen er niettemin ‘begrip’ voor opbrengen. Begrip voor misdaad is delen in het kwaad. |