21 Chesjwan 5785 | 22 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
De positie van de Kohaniem en Levieten tegenwoordig
Publicatiedatum: zondag 19 juni 2011 Auteur: Dayan mr. Drs. R. Evers | 1.991 keer gelezen
Halacha, Opperrabbijn R. Evers, De Misjkan en de Bejt Hamiqdasj »

Kohaniem in het IDF

Kohaniem en Levi’iem nemen een belangrijke plaats in in het boek Numeri: “En G’d sprak tot Mosjé als volgt: Laat de stam Levie naderen, plaats hem voor Aharon, de priester en zij zullen hem dienen” (3:6). De Levi’iem kwamen in plaats van de Bechoriem, de eerstgeborenen. Toen deze zondigden bij het gouden kalf werden ze afgekeurd als G’ds dienaren. De Levieten, die geen afgoden hadden gediend, werden in hun plaats aangesteld. Kohaniem en Levieten hadden verschillende voorrechten. Zij mochten de Tempeldienst verrichten en kregen in ruil daarvoor heffingen en tienden van de Israëlieten. In de Talmoed wordt gediscussieerd over de voorrechten tegenwoordig.

De volgorde van oproepen
Als eerste wordt een koheen opgeroepen, daarna een levi en daarna een jisraëel. Deze volgorde wordt geregeld in een Misjna in B.T. Gittien (59a) en de reden van deze volgorde wordt in dezelfde Misjna aangegeven: “vanwege de vrede”, d.w.z. om ruzie te voorkomen. De Talmoed zelf geeft aan dat deze volgorde wordt afgeleid uit de pasoek (Dewariem 31:9) “de kohaniem, zonen van Levi”. Weten we dan niet dat de kohaniem zonen van Levi zijn? Maar dit betekent dat men als eerste de koheen moet oproepen en daarna pas een Levi.

Het meningsverschil in de Talmoed Jeroesjalmi
In de Talmoed Jeroesjalmi bestaat hierover meningsverschil tussen Rabbi Sjimon bar Jochai en Rabbi Jehosjoe’a ben Levi. Rabbi Sjimon bar Jochai zegt dat deze volgorde VOLGENS DE TORA verplicht is omdat er geschreven staat (Dewariem 31:9) - bij de dieniem (voorschriften) omtrent de openbare voorlezing uit de Tora door de Koning op Soekot na afloop van een sjemieta-jaar (hakheel): “Toen Mosjé de Tora had opgeschreven gaf hij deze aan - EERST­ de Kohaniem -DAARNA- de zonen van Levi (de levi’iem)... EN PAS DAARNA aan al de oudsten van JISRAËEL”. Rabbi Jehoesjoe’a ben Levi meent, dat de voorgeschreven volgorde bij het oproepen van RABBIJNSE oorsprong is.

De Babylonische Talmoed
In de BABYLONISCHE Talmoed wordt echter duidelijk, dat de volgorde - koheen, levi, jisraëel - volgens de Tora verplicht is. Nu zou men zich kunnen afvragen waarom de Misjna, stelt, dat de voorgeschreven volgorde in acht genomen moet worden omwille “van de vrede”; de laatste ratio lijkt er op te duiden, dat de verplichte oproepvolgorde door de RABBIJNEN werd ingesteld. Deze vraag wordt in de Talmoed opgehelderd. De Talmoed stelt namelijk, dat men van de voorgeschreven volgorde afstand kan doen. Men had nu kunnen menen dat de koheen ook afstand zou kunnen doen van zijn recht om als eerste te worden opgeroepen. De Chagamiem hebben echter ingesteld - om ruzie te voorkomen - dat een koheen altijd als eerste opgeroepen MOET worden omdat anders machloket (ruzie) zou kunnen ontstaan.

Rabbi Joseef Karo (1488-1575)
De Beet Joseef, het grote werk van de auteur van de Sjoelchan Aroech, Rabbi Joseef Karo, stelt dat het de minhaĝ (gewoonte) is geworden, dat zelfs een ongeletterde koheen voor gaat boven een grote geleerde, die jisraëel is, zelfs indien de koheen bereid is van zijn rechten afstand te doen. Hoewel verschillende Ge’oniem (geleerden die leefden tussen 750-1000) stellen dat een koheen, zeker in bovengeschetste omstandigheden, van zijn voorrecht afstand kan doen, stelt de Beet Joseef dat dit niet meer gebruikelijk is.

Ook op een gewone dag?
In de Talmoed (B.T. Gittien 59a) wordt verder uitgelegd, dat de Chagamiem (Wijzen) alleen hebben ingesteld dat de koheen geen afstand kan doen van zijn voorrecht op Sjabbat en Jom-Tov, wanneer VEEL mensen in de synagoge aanwezig zijn. Op maandagen en donderdagen zou de koheen, volgens de Gemara, WEL van zijn voorrecht afstand kunnen doen. Dit is ook de mening van de Rosj en de Toer (twee middeleeuwse halachisten). De Tosafisten (1250) schrijven echter, dat ook dit TEGENWOORDIG niet meer opgaat omdat er op maandag en donderdag vandaag de dag eveneens veel mensen in sjoel aanwezig zijn.

De Rosj Hagola of exilarch
In de Talmoed wordt verder nog verteld dat de grote geleerden Rav en Rav Hoena zelfs op Sjabbat en Jom-Tov als eersten – in plaats van de koheen - werden opgeroepen omdat zij “de hoofden van de Gola” waren en alle Joden aan hen onderworpen waren. Deze toestand bestaat niet meer en daarom geldt er tegenwoordig geen enkele inbreuk meer op de regel, dat de koheen als eerste moet worden opgeroepen.

Wat als er geen koheen aanwezig is?

Op hetzelfde Talmoed-blad wordt verder besproken wat men moet doen indien er geen koheen aanwezig is. De Talmoed stelt dit als volgt: “INDIEN ER GEEN KOHEEN AANWEZIG IS, DAN IS DE BUNDEL UITEENGEVALLEN”. Deze laatste uitdrukking – “dan is de bundel uiteengevallen” - wordt door de verklaarders op drie manieren uitgelegd.

Rasji – niet voor en niet na een jisraëel
De eerste verklaring is afkomstig van Rasji en luidt, dat indien er geen koheen aanwezig is ook de levie NIET wordt opgeroepen. Dit is ook de visie van Maimonides. De ratio hiervan luidt als volgt: in de Tora staat aangeduid, dat de koheen voor de levie moet worden opgeroepen en de levie voor de jisraëel. Nu zou men kunnen menen dat indien er geen koheen aanwezig is de levie niettemin voorgaat boven de jisraëel. De Talmoed laat ons nu horen – “de bundel is uiteengevallen” - dat dit niet het geval is: want wanneer heeft de Tora de levie een speciale kedoesja gegeven, hetgeen hem het voorrecht geeft voor te gaan boven de jisraëel? Alleen wanneer er een koheen is. Maar indien er geen koheen is, bezit de levie geen speciale status, althans niet voldoende status om voor te gaan voor een jisraëel. Daarom staat er ook in de pasoek (Dewariem 31:9) “de kohaniem, zonen van levie” d.w.z. wanneer zijn de levieten “zonen van levie”, zodat zij voorgaan boven een jisraëel? Alleen wanneer er- een koheen aanwezig is.

Meer kedoesja
Dit betekent echter niet automatisch, dat hij ook niet voor een jisraëel MAG worden opgeroepen. Maar volgens Rasjie is ook dit niet het geval want een levie bezit, zelfs bij ontstentenis van een koheen, toch meer kedoesja dan een jisraëel en het zou niet juist zijn een jisraëel eerder op te roepen. Zou men nu willen stellen, dat de levie dan als eerste moet worden opgeroepen omdat hij meer kedoesja heeft dan een jisraëel, dan wordt hierop geantwoord, dat ook dit onmogelijk is want indien een levie als eerste zou worden opgeroepen, zou men kunnen menen, dat hij VOLGENS DE TORA-WET voor moet gaan voor een jisraëel, terwijl de Tora zelf hem alleen maar voorrang verleent wanneer er een koheen aanwezig is. Daarom is het onmogelijk een levie zowel voor als na een jisraëel op te roepen. Het netto-resultaat van deze uitleg is dus, dat bij ontstentenis van een koheen, geen levie kan worden opgeroepen. VOOR een jisraëel niet vanwege het evenvermelde misverstand, NA een jisrael niet, omdat hij toch meer kedoesja bezit dan een jisraëel en het niet zou passen een hogere kedoesja later op te roepen.

Rasji – levie gelijk aan jisraëel
Ook een tweede verklaring op de formulering van de Talmoed – “dan is de bundel uiteengevallen” - is afkomstig van Rasji. In zijn tweede uitleg stelt hij, dat deze uitdrukking betekent dat er nu geen voorgeschreven volgorde meer bestaat. Wie men als eerste wil oproepen is irrelevant. Ook deze uitleg gaat ervan uit dat de Tora geen speciale kedoesja heeft verleend aan een levie bij ontstentenis van koheen. De tweede verklaring verschilt van de eerste in zoverre dat nu NIET meer wordt gesteld, dat de levie niettemin een speciale kedoesja bezit. Zonder koheen is hij gelijk een gewone-jisraëel. Men kan nu doen wat men wil en.hem voor of na een jisraëel oproepen, evenals dit bij twee jisraeliem kan.

1   |   2      »      
Copyright © 2011 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.