Hoe wordt het T.V.-kijken geregeld in de letter van de Joodse wet? Mag men überhaupt kijken naar de T.V.? De Codex zegt hierover: “Jongelui, die er plezier in vinden te springen en te rennen, mogen dit doen en zo is het ook toegestaan iedere zaak, die men leuk vindt, te bekijken” (Sjabbat 301:2). De commentatoren voegen hier aan toe, dat alleen die schouwspelen, die niet strijdig zijn met de Joods-zedelijke opvattingen, geoorloofd zijn, omdat de Sjabbat-vreugde hiervoor natuurlijk geen dispensatie verleent. Hoewel ik persoonlijk van mening ben, dat competitie-voetbal strijdig is met de Joodse geest, kan ik mij voorstellen, dat anderen er een andere opvatting op na houden. Een mitswe is het zeker niet; het valt in het grijze circiut tussen het strikt verbodene en het zeker geoorloofde.
Mag men de T.V. de hele Sjabbat laten aanstaan? Dit is een moeilijker probleem. Allereerst speelt hier de vraag van wat de mensen zullen denken, indien zij zien of horen, dat er een T.V. aanstaat op Sjabbat. Hoewel onze geleerden altijd hebben benadrukt, dat men iedereen ten goede moet beoordelen en het voordeel van de twijfel moet gunnen, hebben zij niettemin veel zaken verboden, die bij anderen bevreemding zou kunnen opwekken (mariet ha’ajin – de schijn van het oog). Een bord op de voordeur met “Aangezet voor Sjabbat” biedt in deze geen uitkomst. Daarenboven vreesden de geleerden, dat men – eenmaal gezeten voor de beeldbuis – de verleiding niet zou kunnen weerstaan de kleur, het geluid of de zender te veranderen, indien een storing zou optreden of de verkeerde zender zou blijken aan te staan. Het indrukken van knoppen op de televisie is volgens de Tora strikt verboden en vormt een werkelijke Sjabbat-overtreding. Een derde probleem vormt het begrip “awsja milta” – het produceren van geluid op Sjabbat. Daar de T.V. niet expliciet wordt geregeld, moeten wij te rade gaan bij de voorbeelden, die wel in de Codex worden aangegeven. Het klassieke voorbeeld is de staartklok. “Het is toegestaan een staartklok voor Sjabbat op te winden, zodat deze op Sjabbat door een geluidssignaal de tijd aangeeft” (Sjabbat 338:3). De verklaarders merken direct op, dat hierbij geen sprake kan zijn van mariet ha’ajin: iedereen weet immers, dat men de klok voor Sjabbat instelt. Het verbod van “awsja milta” is niet toepasselijk, omdat het slechts enkele droge tukken betreft. Een programma met veel toeters en bellen en ritmisch gezag (ole, ole, en Hup Holland Hup) zou echter verboden zijn. Rabbi Mosje Feinstein acht de T.V. een geringschatting van de Sjabbat en aantasting van de eerbied voor deze heilige dag.
Mag men een niet-Jood verzoeken het toestel aan te zetten? Een analoog geval wordt geregeld in de Codex: “Indien een niet-Jood een lamp heeft aangestoken in een Joods huis, mag zelfs een derde – voor wie de lamp niet werd ontstoken – hier geen voordeel aan ontlenen”. Dit is de opvatting van Rabbi Joseef Karo (1488-1575). Rabbi Mosje Isserles (1520-1577) vermeldt echter dat men een niet-Jood mag verzoeken het licht aan te doen, indien men volledig in het donker zit en licht nodig is voor een mitswe, zoals het eten van de derde maaltijd op Sjabbat (Sjabbat 276:1-2). Hoewel veel halachische autoriteiten het oneens zijn met deze laatste beslissing is dit bijv. in Holland wel de gewoonte geworden. Deze constructie biedt echter geen uitkomst voor de T.V. al was het alleen maar omdat het geen mitswe is. Mag de T.V. dan op de Sjabbat-klok? Nee, want alle grote geleerden uit de laatste 50 jaar hebben gebruik van de Sjabbat-klok alleen toegestaan voor licht, omdat daarzonder de Sjabbat-vreugde zou lijden. Mariet ha’ajin, awsja milta en de vrees, dat men aan de knoppen gaat draaien blijft staan. Mag men dan bij een niet-Jood of in een niet-Joodse hotel gaan kijken? Persoonlijk acht ik dit een schending van de Sjabbat-sfeer maar halachisch is hier niet al teveel op aan te merken. Wederom Cordex: “Indien een Jood en een niet-Jood bij elkaar zitten en de niet-Jood doet een licht aan, is het geoorloofd hiervan gebruik te maken, indien de meeste aanwezigen niet-Joods zijn. Indien het duidelijk is, dat de niet-Jood het licht voor zichzelf aandoet, is het zelfs toegestaan hiervan te genieten, indien de meeste aanwezigen niet-Joods zijn” (Sjabbat 276:2). In een hotel is dit meestal het geval: ook de bar-keeper wil zien hoe Marco van Basten de Russen op de knieën dwingt.
Hoe het halachisch ook zij, ik schaar mij volledig achter de psak (beslissing) van de Nederlandse Rabbijnen, dat T.V.-kijken op Sjabbat onder vrijwel alle omstandigheden de letter en in ieder geval altijd de geest van de Sjabbat-wetgeving schendt.
©Dayan mr. drs. R. Evers |