... de diepere betekenis van kleding
“Maak heilige kleding voor uw broer Aharon tot eer en pracht” (Exodus 28:2) In deze afdeling worden de priesterlijke kleren besproken. Ze dienden tot eer en pracht. Schoonheid wordt in Tenach, de Bijbel verbonden met koninklijkheid: “Uw ogen zullen een koning in zijn schoonheid zien” (Jesjaja 33:17). Uiterlijke fraaiheid drukt soms innerlijke schoonheid uit. Schoonheid is vaak harmonie. Soms versluiert uiterlijk schoon echter innerlijke verdorvenheid.
De kleding van de priesters, had een diepere bedoeling. Soms wordt kleding van middel tot doel. Toen de Franse minister van Defensie in 1912 de kleding van zijn soldaten wilde moderniseren en de schutkleur groen voorstelde, reageerden de parlementsleden furieus: “De rode soldatenbroek, dat is Frankrijk!”. Dit overdreven, uiterlijke chauvinisme heeft vele jongens het leven gekost.
Ook mode neemt een belangrijke plaats in in ons leven. Als een buitenaards wezen zou landen in een van onze bekende hoofdstraten, zou hij aan zijn planeet kunnen melden, dat hij te midden van een eldorado aan kleding- en voedselwinkels terecht is gekomen. Opvallend is hoe snel we zijn uitgekeken op onze weelderige garderobe. “Ik heb niets om aan te doen” betekent meestal, dat we uitgekeken zijn op kleren van een maand geleden. De Tora geeft richtlijnen hoe wij minder snel verveeld kunnen raken van onze kleding en hoe het mogelijk is om de innerlijke diepgang van kleding weer in het vizier te krijgen.
Kleding is meestal ter verfraaiing van de fysieke mens bedoeld. In de Tora verfraait kleding de psyche. Kleding brengt ons juist dichter bij G’d. De priesterlijke tulband is als tegenhanger van hoogmoed bedoeld, een voorloper van de keppel. Onze keppel geeft ons het gevoel, dat er iets boven ons is, verbindt ons met dat Hogere en geeft ons een gevoel van nederigheid.
De priesterlijke riem wil ons wijzen op zuivering van onze emoties, de gedachten van ons hart. Daarom was de riem 32 el lang. ‘Hart’ is in Hebreeuwse getalwaarde 32. Slechte gedachten tellen soms zwaarder dan werkelijke overtredingen. Wanneer men werkelijk een avera (overtreding) heeft begaan, heeft men er vaak verder geen behoefte meer aan. Maar een foute gedachte blijft zeer lang doormalen, als een riem die om de lendenen gewikkeld is. De riem zuivert verkeerde gedachten. Chassidiem, vrome mensen dragen ook nu nog een gartel, gebedsriem tijdens het davvenen, het gebed.
De Talmoed (Sjabbat 31a) vertelt dat er eens een Geer (proseliet) bij Hilleel kwam: ‘Ik wil Joods worden als ik Hogepriester kan worden, zodat ik al diens kleren kan dragen’. Waarschijnlijk had hij door wat voor effecten het dragen van deze kleren had. Hij zocht de zuiverende effecten van de priesterkleding en wilde met een schone lei beginnen.
Dit was ook de bedoeling van keizer Achasjwerosj (Artaxerxes) van Medie en Persie toen hij bij zijn pompeuze diner van 180 dagen alle kleren van de Hogepriester aandeed. In de Talmoed (Megilla 12a) wordt gesteld, dat wanneer men een grote maaltijd maakt, een bepaalde aanklacht in de Hemel wordt ingediend in de trant van: ’Zie, daar beneden wordt een grote maaltijd aangericht maar men heeft niets voor de Hemel bestemd’. Daarom dacht hij dat te kunnen ondervangen door zijn maaltijd in een bepaald opzicht gelijk te maken aan offers op het altaar in de Tempel. Dat zou hem dan zuivering en kappara, verzoening geven. Daarom gebruikte hij bij zijn maaltijd ook de dienstvoorwerpen uit de Tempel als drink- en eetgerei.
Bovendien trok Achasjwerosj priesterkleren aan en zorgde hij ervoor dat er meer te eten dan te drinken was (gelijk de offers op het altaar) en noemde hij zijn dienaren naar de offers. Hij meende hierdoor G’ds woede af te wenden. Maar hij bleef een onverbeterlijke egoist, vergat G’d uiteindelijk en verkocht de Joden voor een appel en een ei aan Haman. Hij begreep de diepere betekenis van de priesterlijke kleding niet.....
©Dayan mr. drs. R. Evers 2012 |