Alles in een week. Bestaat er een relatie?
In 1947 stemden de meeste Joden, zij het met tegenzin, in met het verdelingsplan van de Volkerenbond. Beter een half ei dan een lege dop, moeten de beslissende stemmen gedacht hebben. De Arabieren kenden dit spreekwoord niet, kozen eieren voor hun geld en stemden tegen: liever een lege dop dan een half ei.
Woestijnles Een groot deel van de Tora speelt zich af in de woestijn. Vanaf Exodus hoofdstuk 13 – Besjalach – tot het overlijden van Mosje zaten we letterlijk bemidbar, in de woestijn. Geheel tegen alle sociale gebruiken en conventies in, zijn we daar een volk geworden, buiten ons vaderland. Anders dan alle andere volkeren, die hun wet op eigen bodem ontwikkelden, kregen wij midden in een onherbergzame wildernis een wet, die in een of andere vorm door vrijwel alle beschaafde volkeren is overgenomen. Wat betekent deze woestijn-les?
Hoofd boven water We zijn altijd in staat geweest om in woestijnen van rampspoed en ellende, die ons in de loop der eeuwen getroffen hebben, door te gaan en vol te houden. Ondanks alle tegenslagen zijn we altijd in staat geweest om ons hoofd boven water te houden. De Tora is gegeven in de woestijn . Niet in Israël omdat wij anders wellicht zouden denken dat de Tora alleen in Israël geldig zou zijn of alleen voor Israeli’s bedoeld zou zijn.
Legering rond de Tora Het Misjkan, het reizende Heiligdom in de woestijn was een maand eerder, op 1 Nisan 2449 na de Schepping ingewijd. Nu werden de Bnee Jisra’eel weer geteld en op Hemels geinspireerde wijze stamsgewijs rond het Misjkan gelegerd om parallel te lopen met de Hemelse legers (groepen) Engelen, die ronds G’ds Troon gegroepeerd staan. Zo zijn wij alle ballingschappen doorgekomen: omdat wij ons altijd gegroepeerd hebben rond de Tora, ons transportabele vaderland, dat de essentie van het Misjkan vormde. In het Allerheiligste stond de Aron hakodesj, de Heilige Arke, waar de draagbalken niet uit gehaald mochten worden als symbool van onze constante bereidheid Hasjeem overal, waar Hij ons heen leidt, te volgen.
Nesjomme-energie Maar er was meer symboliek, die onze tocht door de woedende baren van de geschiedenis leidde. Waar haalden we dat continue enthousiasme vandaan om maar te blijven doorgaan? Uiteraard is de uiteindelijke bron van al onze kedoesja-energie onze G’ddelijke nesjomme (ziel), die ons aards bestaan met de Hemel verbindt. En de Hemel is een onuitputtelijke energiebron. Maar is daarvoor een symbool te vinden in het doorlopend reizende Misjkan (Heiligdom)? Jazeker!
Nesjomme-vuur Bij het ontmantelen van het Misjkan om het klaar te maken voor de reis, staat er: ”Dan nemen zij al het dienstgerei, waarmee men in het Heiligdom dienst doet, doen dit in een kleed van hemelsblauwe wol, bedekken het met een dekkleed van tachasj-vel en zetten dit op een draagbaar…Het altaar moeten ze van as zuiveren en er over heen spreiden ze een kleed van purperrode wol” (4:11-13). Rasji (1040-1105) vraagt zich ter plekke af wat er met het Hemelse vuur gebeurde. Naast aards vuur brandde op het altaar ook een Hemels vuur. Hoe werd dat vervoerd? Rasji legt uit, dat dit Hemels vuur in de vorm van een leeuw onder een koperen stolp lag en zo het dekkleed niet verbrandde tijdens de reis van het Misjkan.
Jom Jeroesjalajiem, de enige ondeelbare hoofdstad Tijdens onze reis door dit bittere goles is ons nesjomme-vuur, die Hemelse energievulkaan, nooit verdwenen. Onder de moeilijkste omstandigheden bleef dit branden. Overal begrepen we, dat buiten ons Heilige Land een half ei beter was dan een lege dop. Het was ook nooit meer dan een half ei, die goles-ervaring. Gelukkig konden we deze week Jom Jeroesjalajiem vieren, de enige ondeelbare hoofdstad van het Joodse land. Het halve ei groeide gestaag uit, door bitachon, emoena, blood, sweat and tears, tot een ondeelbare eenheid ad biat go’eel tsedek bimhera bejamenoe, ameen.
©Dayan R. Evers 2012 |