22 Chesjwan 5785 | 23 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
Chazzanoet in de halacha en responsaliteratuur
Publicatiedatum: dinsdag 26 juni 2012 Auteur: Dayan mr. drs. R. Evers | 1.390 keer gelezen
Halacha, Opperrabbijn R. Evers »

Rotterdamse chazzan Max Seijffers z.l.

Bijeenkomsten en diensten in sjoel worden begeleid door de chazzan, soms geassisteerd door een synagogaal koor. Chazzanoet neemt een belangrijke plaats in in onze beleving van de bijzondere dagen op de Joodse kalender. De vertrouwde melodieën brengen ons in de juiste stemming en voeren ons mee over de hoogten en dalen van deze emotionele gebeurtenissen. Ondanks dit belang neemt chazzanoet in de traditionele literatuur – en zeker in de halachische werken – geen grote plaats in. Onderstaand geeft rabbijn R. Evers enkele voorbeelden uit de rabbinale literatuur.

De term chazzan
De specifieke betekenis van het woord chazzan als voorzanger of voorganger in de dienst komt pas in de Middeleeuwen in zwang. In Talmoedische bronnen kennen we wel de term chazzan hakeneset (letterlijk: sjoel-opzichter), die speciale taken had, zoals het naar buiten en binnen brengen van de Tora-rollen (Sota 7: 7-8) of het blazen op de trompet om het begin van Sjabbat en Jom Tov aan te kondigen (Tosefta Soeka 4:12) maar een vaste sjelie’ach tsibboer (letterlijk: gezant van de gemeente) als chazzan was onbekend. Iedereen kon als zodanig functioneren. Pas in de tijd van de Ge’oniem (geleerden die leefden tussen 750 – 1000) ontstond het instituut van de vaste chazzan.

Redenen hiervoor waren de afnemende kennis van het Hebreeuws, de toenemende ingewikkeldheid van de liturgie en de wens om de dienst te ‘verfraaien’. Bekende Rabbijnen als de Maharil uit Mainz (1360 – 1427) fungeerden als chazzan en reeds in de Talmoed maar ook in vele latere responsa werden de eisen, waaraan een chazzan moet voldoen vastgelegd. Vooral gedurende de Hoge Feestdagen wordt hieraan strikt de hand gehouden.

De ideale chazzan
Een ideale chazzan moet allereerst ‘hagoen’ zijn. Dit betekent letterlijk dat hij een ‘net’ mens moet zijn maar in de Sjoelchan Aroech (de joodse codex, O.Ch. hfdst. 53) wordt de betekenis hiervan nader gespecificeerd tot de eis dat hij vrij moet zijn van ‘awerot’ (overtredingen). Volgens Maimonides geldt dit ook voor zijn kinderen. Verder moet hij bedreven zijn in TeNaCh, zodat hij geen moeite heeft met de vele Bijbelverzen die verspreid in de gebedenboeken aan de orde komen. Hij mag zelfs in zijn jeugd geen slechte naam hebben gehad, moet ouder dan 30 jaar, getrouwd en bescheiden zijn, een mooie en meeslepende stem hebben maar bovenal moet hij geliefd zijn bij de ‘occupeerders’, de sjoelbezoekers. Dit laatste is zeer belangrijk. Als een chazzan ziet dat er ‘machloukes’ (onenigheid) bestaat over de vraag wie moet voorgaan, doet hij er verstandig aan zich terug te trekken, ook al betekent dit dat er een minder geschikt persoon voorgaat in de dienst. Een chazzan wordt verder geacht zich buiten alle ‘kille-machloukes’ te houden.

Chazzanoet tegenwoordig
Sinds de emancipatie en de ontwikkeling van moderne audio-technieken is de chazzan uitgegroeid tot de meest controversiële gemeentedienaar. Zijn dubbelrol als religieus vertegenwoordiger en muzikaal talent hebben tot veel spanningen geleid in de afgelopen twee eeuwen. De nodeloze herhaling van teksten en het ‘ĝerek’ waren de poskiem (halachische autoriteiten) een doorn in het oog. Vanaf het begin van de vorige eeuw wordt wel gesproken over de ‘Gouden Eeuw van chazzanoet’. In 1903 werd de eerste chazzanoetplaat gemaakt door Sirota. Het grote chazzanoet kwam binnen ieders bereik maar juist in deze periode was de halachische problematiek niet van de lucht.

Kleding
Hoe een chazzan gekleed moet gaan, heeft onze Misjna-geleerden al bezig gehouden; het belangrijkste is dat hij nette en ingetogen kleding draagt. Maharam Mintz vermeldt nog dat chazzaniem lange kleren moeten dragen, zodat hun voeten niet zichtbaar zijn. In Oost-Europa droegen de chazzaniem geen speciale kleding, hoewel Toeré Zahaw (1586 – 1667) vermeldt dat zij een speciale hoed droegen, die ‘breitel’ heette. Pas later ontstond weerstand tegen de lange zwarte kledij omdat hierin na-aperij van christelijke gewoonten (choekat hagoi) gezien werd. De Oost-Europese rabbi Eliezer Grunwald, auteur van het responsawerk Keren leDawid, vermeldt een meningsverschil tussen de Rabbijn en de chazzan van de gemeente Sasregan. De rabbijn wilde dat de chazzan met het talliet over het hoofd zou voordawwenen maar de chazzan weigerde dit. Rabbi Grunwald was uiteraard bekend met de ‘breitel’ van de Toeré Zahaw maar meende dat deze verboden moest worden omdat de traditionele breitel qua vorm veranderd was en er ‘christelijk’ uitzag: Niettemin stelde hij dat zwarte, lange kledij en de speciale hoofdbedekking bij chazzaniem in Duitsland gebruikelijk was. Zo was het ook in Engeland, Frankrijk en Nederland.

Orgel en stemvork
De introductie van het orgel in de synagoge veroorzaakte een storm van protest. Rabbi Mordechai Benet van Nikolsburg schreef al 200 jaar geleden dat het volgens sommige geleerden wellicht toegestaan was om op Sjabbat een niet-jood muziek te laten maken om bruid en bruidegom te verheugen maar tijdens het gebed is dit zeker geen ‘mitswe’ en daarom is dit absoluut verboden. Chatam Sofeer (1763 – 1839) opponeerde tegen het orgel als nieuwlichterij omdat dit na-aperij was van de gewoonten van andere volkeren. Hoewel er inderdaad in één sjoel in Praag een orgel werd gebruikt, was dit slechts één sjoel. Ook in Praag werd het orgel nooit op Sjabbat gebruikt. Rabbijn David Z. Hoffman (1843 – 1921) vermeldt uiteindelijk dat de leerlingen van het Berlijnse Rabbiner-Seminar tegelijk met hun semiecha (rabbijns diploma) ook een brief ontvingen waarin hen verboden werd een orgel te gebruiken, ook gedurende de week.

De stemvork werd in 1711 uitgevonden door de Engelse trompettist John Shor, die samenwerkte met Handel. Het is niet bekend wanneer de eerste chazzaniem met een stemvork gingen werken maar de eerste halachist die hierover sprak, was rabbi Ja’akov Tennenbaum in 1898. De vraag rond de stemvork was puur een Sjabbat-vraag. Rav Tennenbaum had hier grote moeite mee. Hoewel Chafeets Chaïm (1838 – 1933) de stemvork in 1907 uitdrukkelijk verbood, omdat dit een muziekinstrument is en de chazzan hiermee tonen (lees: muziek) produceert, wilde R. Jechiëel Epstein de stemvork op sjabbat oogluikend toestaan om ‘machloukes.’ te voorkomen. Onder druk van de omstandigheden liet ook rabbijn D.Z. Hoffman dit toe – zij het met grote tegenzin: “Als de chazzan hierzonder absoluut niet kan zingen, hoeft men hem niet tegen te houden”. Hoewel de stemvork nog steeds vele halachische tegenstand kent, stelt ook de voormalige Israëlische Opperrabbijn Owadja Joseef, dat er enige grond is om de stemvork toe te laten o.a. omdat het geen echt muziekinstrument is en alleen hoorbaar is voor de chazzan.

Chazzanoet en fiscus
Tot besluit een interessante vraag die rond 1950 diende in Amerika en Canada. Chazzan Sjelomo Giessen uit Canada eiste voor zich en zijn ambtsgenoten, gelijk een Rabbijn, de titel ‘Reverend’ op. Nu was de titel niet zo interessant maar wel de daaruit voortvloeiende fiscale voordelen: aftrek van telefoonkosten en een gedeelte van de huur van een representatieve woning. De Amerikaanse en Canadese gerechtshoven accepteerden deze claim op voorwaarde dat deze fiscale voordelen alleen konden toevallen aan leden van een officiële chazzanoet-vereniging. Verschillende Amerikaanse chazzaniem wendden zich toen tot de Israëlische chazzanoet-vereniging die op Lag Ba’omer 1939 te Jeruzalem haar eerste bijeenkomst hield, met het verzoek om als lid te worden toegelaten.

De chazzan is uitgegroeid tot één van de voornaamste vertolkers van het Joodse erfgoed. Mogen de woorden van rav Hoffman hun leidraad zijn: “dat zij niet de bedoeling zullen hebben gunst te vinden in de ogen van hun publiek maar alleen om G’d te eren met hun rijke stemgeluid”.

Lees ook: Hans Bloemendal: De taak van de chazzan

©Dayan Evers 2012

Copyright © 2012 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.