22 Chesjwan 5785 | 23 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
De 12e Sijoem HaSjas – ook in Amsterdam
Publicatiedatum: dinsdag 24 juli 2012 Auteur: Dayan mr. drs. R. Evers | 1.479 keer gelezen
Halacha, Opperrabbijn R. Evers »

Sijoen Hasjas in Antwerpen: v.l.n.r. Rabbijn R. Evers, Rabbijn Stroch van Zynigrad, Rabbijn Rabbinowitz van Tsjortkov en Rabbijn Libron van Belz.

Sommigen noemen het het Dafyomi-syndroom. Opgewonden Rebbes proberen iedere dag weer hun dagelijkse portie Talmoed te bemachtigen. Zal het vandaag weer lukken?

Het werkt verslavend. Eenmaal gegrepen kom je er niet meer van los.
Maar het heeft ook zijn keerzijde. De Rabbijn die `de daf’ geeft, moet iedere dag weer opboksen tegen een legioen aan toehoorders, die altijd slimmer denken te zijn vanachter hun vertaalde ArtScroll Gemores en hem doodgooien met hun `bombe-kasjes’. Een bombe-kasje is een bijna niet te beantwoorden vraag.

Wat is die daf? In ieder geval niet het automerk waarmee Nederland zich onsterfelijk heeft gemaakt. Volgende maand komen alleen al in New York 120.000 Jidden samen om in gewijde stemming te vieren dat de `daf af’ is. De daf is een blad uit de Talmoed. Eén keer in de 7½ jaar vindt er een groot festijn plaats, een sijoem - het afronden van de Talmoed.

Iedere dag hebben wereldwijd honderdduizenden mensen iedere dag weer hetzelfde Talmoedblad doorgeëxerceerd. `s Ochtends vroeg voor sjoel of `s avonds laat na het eten. Inmiddels is er een wereldtelefoonboek verschenen met alle mensen die Daf HaJomi, het dagelijkse Talmoedblad, onderwijzen. Sommigen geven wel vier of vijf keer per dag een sjioer (les) in het dagelijkse Talmoedgebeuren. Ook in Nederland wordt Dafyomi gelernt, `s ochtends vroeg, tussen de middag en tegen de avond in verschillende Amsterdamse synagogen. Meer dan voor de oorlog bestaat er momenteel belangstelling voor de Talmoed. Professor M. Gans z.l. vertelde mij dat voor de Tweede Wereldoorlog maar tien rasechte Amsterdammers Talmoed lernden. Op dit moment zijn het er zeker vijftig.

Waarom dafyomi? Ik laat Herman Wouk aan het woord: ”Omdat de Talmoed in mijn genen zit. Het is ethische algebra, Jodendom in een notedop, het is moeilijk, het is leuk, heilig en praktisch. Het is telkens weer een intellectuele uitdaging, het is culturele identiteit, het is puur en inspirerend”.

Wat is die Talmoed eigenlijk? De Talmoed is het reuzenwerk van onze nationale geleerdheid, de encyclopedie van het Jodendom, dat opgetekend staat in de Mondelinge Leer. Deze Mondelinge Leer legt de praktijk van de Geschreven Tora uit. Het is een soort Memorie van Toelichting op de vijf boeken Mozes. Als er in de Tora staat, dat je ``een teken op je hand moet binden’’ legt de Talmoed of Gemara precies uit wat hier eigenlijk bedoeld wordt: tefillien, zwarte leren huisjes met daarin perkamenten rolletjes met daarop stukjes uit de Tora, zoals Sjema.

Mosjee Rabbenoe, Mozes, kreeg de Mondelinge leer tegelijk met de Tora op de berg Sinaï, 3324 jaar geleden. De Mondelinge Leer die de korte en vaak raadselachtige tekst van de Tora naar de praktijk vertaalt, werd van vader op zoon, van docent op leerling uit het hoofd overgedragen, 35 generaties lang. De overdragers (tradenten) waren de religieuze leiders die het volk hielpen bij alle problemen bij de uitleg van de Tora. Zij vervulden de functie van een Hoge Raad.

Ongeveer 1800 jaar geleden besloot Rabbi Jehoeda HaNassi de Mondelinge Leer op te schrijven. Het dreigde vergeten te raken. Dat werden de 6 Misjna-tractaten, die het Joodse leven regelen van wieg tot graf. Tussen 200 en 500 na de burgerlijke jaartelling werd over deze Misjnateksten gediscussieerd in Irakese en Israëlische leerscholen en jesjiewot.

De Irakese discussies werden opgetekend in de Babylonische Talmoed, de Israëlische in de Jeruzalemse Talmoed, omstreeks het einde van de 5e eeuw. Beide Talmoeden worden bestudeerd maar de Talmoed Jeroesjalmi minder omdat deze meer de Talmoed voor de Messiaanse tijden is.

De Babylonische Talmoed is de `goles’ Gemore omdat er een soort geestelijke duisternis doorheen waart, die model staat voor de G’dsverduistering in onze ballingschap. De Talmudjude kon het goles weerstaan. Hij was niet klein te krijgen. De mentale kracht, die hij aan de Gemara ontleende, was spreekwoordelijk.

Tot op de dag van vandaag is de Talmoed eigenlijk nog niet afgesloten. De tekst lijkt statisch maar het is nog steeds mogelijk actuele vragen met frisse inspiratie beantwoord te vinden tussen de regels door. De Talmoed is groot: twee en een half miljoen woorden, 5894 pagina’s. Ongeveer een-derde hiervan bespreekt puur-halachische onderwerpen.
Het leest absoluut niet als een gewoon boek (lehavdiel). Bijna iedere regel vormt een vraag, waarna weer een antwoord volgt, waarna weer een wedervraag volgt, hetgeen eindigt in een definitief antwoord, dat uiteindelijk weer niet echt definitief blijkt. Mindblowing! In de moderne Talmoed-uitgaven ziet men hoe kort en informatief de half Hebreeuwse, half Aramese tekst is: vijf woorden Talmoed vergen voor de gemiddeld intelligente burger anno nu ongeveer tien regels uitleg.

Zeven jaar geleden hield de Conference of European Rabbis de sijoem in Lublin want daar woonde de befaamde Lubliner Rav, Rabbi Meir Shapira (1887-1934). Toen hij vijftien jaar oud was kreeg hij al semiecha (rabbinale autorisatie) van zijn Rebbe, Rav Jitschak Schmelkes. In 1923 stelde hij op een conferentie van de Agoedat Israel voor, dat iedereen zich zou verplichten om iedere dag hetzelfde Talmoedblad te leren. In 1931 mocht hij nog de eerste `wereld sijoem’ van zijn geesteskind meemaken.

Dit jaar vieren we de twaalfde sijoem, ook in Amsterdam. Ik zelf maak nu de derde ronde af. De daf jomi eist veel van een mens. Niets is vanzelfsprekend. Alle aspecten van het jodendom – ook de offerdienst in en de bouw van de Tempel – passeren de revue. Is het niet ouderwets? Talmoed is traditie. Voor mij is traditie geen statisch maar een dynamisch gegeven: geen klakkeloos overnemen van bepaalde gegevens maar een voortzetting van ervaringen, die ons volk in de loop van de geschiedenis heeft opgedaan en waarin de religieuze creativiteit van een geheel volk zich heeft ontplooid en nog steeds uitdrukt, gesteund en geleid door een ‘Onzichtbare Hand’ van G’ddelijke inspiratie (vgl. B.T. Pesachiem 66a). Wij lezen de Tora door de bril van de Talmoed. Het is aan ons ermee en ernaar te leven. Wanneer zich een nieuwe levenssituatie voordoet of een nieuwe techniek, zullen de Chagamiem (Wijzen) in iedere generatie bij meerderheid van stemmen moeten uitmaken hoe men daar volgens de richtlijnen van Tora en Talmoed tegenover moet staan. Geen wonder of orakel, zelfs geen stem uit de Hemel kunnen ons van die verantwoordelijkheid ontslaan. Het Jodendom kent geen G’ddelijk leergezag in de zin van G’ddelijke openbaring ‘après la lettre’, waarin de G’ddelijke bedoeling nader wordt gepreciseerd. De Tora is ‘uit de Hemel’. Sinds Sinaï is zij aan de mensen gegeven. De verdere verantwoordelijkheid ligt bij de mens. Het jodendom kent ook geen aards leergezag. Men beslist bij meerderheid van stemmen. Minderheidsopinies worden bij de beslissing aangetekend.

Het laatste tractaat dat wij leren gaat over Nida, de reinheidswetten in het huwelijk. Geen toeval, want de het jodendom wordt voornamelijk door de generaties gedragen in het gezin. Dat vormt de hoeksteen van onze joodse minimaatschappij. Daarna beginnen we weer met tractaat Berachot want alleen door continuïteit in onze joodse opdracht worden wij de `beroches’ waardig.

©Dayan mr. drs. R. Evers 2012 
       

Copyright © 2012 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.